Jeanne Bieruma Oosting moest veel weerstand overwinnen om te worden wie ze was: kunstenares. Ze werd daarin belemmerd door haar vader en de maatschappelijke conventies. Jolande Withuis schetst haar strijd om onafhankelijkheid en erkenning.
Op de cover van de biografie van Jeanne Bieruma Oosting prijkt haar Zelfportret in werkkiel uit 1938. We zien een vrouw die haar schildershand bijna tot een vuist heeft gebald. Ze is volkomen alleen in haar bezigheid. Het beeld heeft een haast masculiene uitstraling. Biografe Jolande Withuis koos voor dit schilderij omdat het de thema’s in het leven van Oosting in een notendop samenvat. Ondanks alle tegenwerking van het thuisfront en de ‘maatschappij’ is Oosting erin geslaagd te worden wie ze was: kunstenares.
Haar autoritaire vader, een representant van de Friese landadel, frustreerde haar artistieke ambities door voortdurend te dreigen de geldkraan voor haar dagelijkse levensonderhoud en schilderlessen dicht te draaien. Een dame van stand diende maar één doel in het leven te koesteren: een heer van stand trouwen. Haar vader werd daarin ondersteund door een samenleving die gehuwde vrouwen tot 1956 wettelijk handelingsonbekwaam achtte.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Het belang van de eerste feministische golf voor ‘de generatie van 1900’ kan nauwelijks overdreven worden. Oosting, geboren in 1898, keerde zich bewust af van een bestaan van huisje, boompje, beestje. Dat was de enige manier om een grootser leven vorm te geven. ‘Je kunt geen twee heren dienen,’ luidde haar levensmotto. Daarmee sloeg ze ook haar biografe om de oren, toen die in 1990 twee aquarellen van haar kocht. Oosting was met haar talent getrouwd.
Dat haar seksuele oriëntatie in die keuze wellicht ook een rol heeft gespeeld, is een thema dat Withuis met de nodige schroom behandelt. Openlijk beleden lesbische relaties kwamen in het eerste kwart van de twintigste eeuw nauwelijks voor, zo betoogt ze, maar dat zegt natuurlijk weinig over de heimelijk gekoesterde hartstochten. Oosting viel ongetwijfeld op mannen en vrouwen. Ik zie niet in waarom het een ‘anachronistische conclusie’ zou zijn om haar biseksueel te noemen.
Het grote keerpunt in haar leven was haar verhuizing naar Parijs in 1929. Daar bevrijdde ze zich definitief van het benepen milieu waarin ze was opgegroeid en was ze getuige van het publiekelijk uitgedragen ‘sapphisme’ van kunstenaressen als Mariette Lydis en Tamara Lempicka. Ook leerde ze de zelfkant van Parijs kennen, die ze in haar grafisch werk heeft vastgelegd.
Vandaag de dag wordt ze vooral om haar grafiek geroemd. Toch is deze ‘grande dame’ van de Nederlandse beeldende kunst na haar dood in 1994 enigszins in vergetelheid geraakt. Dit liefdevolle portret van Jeanne Bieruma Oosting door Jolande Withuis en de komende tentoonstellingen in onder andere Museum Belvédère in Heerenveen brengen daarin wellicht verandering.
– Eric Palmen is historicus.
Geen tijd verliezen
Jolande Withuis
448 p. De Bezige Bij, € 39,99