In september lieten twee aspirant Tweede Kamerleden voor het CDA, Ayhan Tonca (Reformatorisch Dagblad 21 september) en Osman Elmaci (Trouw 25 september), weten dat zij de Armeense volkerenmoord als een leugen beschouwen. CDA-partijvoorzitster Marja van Bijsterveldt stond behoorlijk te kijk, omdat beiden hiermee tegen het officiële partijstandpunt ingingen. Twee dagen later werden de namen van de aspirant-Kamerleden van de kieslijst geschrapt. Ook bij de PvdA speelde de Armeense kwestie op: Nebahat Albayrak, nummer 2 op de kandidatenlijst, moest met de billen bloot toen zij verklaarde dat alle bronnen over de Armeense volkerenmoord vervuild waren (Trouw 26 september). Ze moest al snel toegeven dat ze eigenlijk bar weinig van de kwestie af wist (NRC Handelsblad 27 september).
Over wat precies heeft plaatsgevonden met de Armeniërs in de periode 1915-1917 bestaat weinig onduidelijkheid – ook al is het precieze aantal slachtoffers van de genocide niet bekend. In de Eerste Wereldoorlog vocht het Turkse leger aan de zijde van de Centralen – Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en tot 1915 Italië –, omdat dit bondgenootschap Turkije mogelijkheden bood om het verloren grondgebied op de Balkan terug te winnen. De Turkse premier Talat Pasja hoopte om het eens zo machtige rijk in volle glorie te herstellen. Hij had een zondebok nodig, en beschuldigde de Armeense minderheid van steun aan de Russen – de grote concurrent van Turkije op de Balkan.
Hierna vonden op grote schaal moordpartijen plaats op weerbare Armeense mannen, en premier Talat gaf opdracht om Armeniërs uit alle delen van het land te deporteren naar Syrië. Wat volgde was een barre hongertocht van vrouwen, baby’s, kinderen en bejaarden, die onderweg naar Syrië slachtoffer werden van verkrachting en andere gruwelijkheden. Er zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog wel meer minderheidsgroeperingen gedeporteerd, maar alleen de Armeniërs werden op systematische wijze en op grote schaal vermoord.
De discussie over deze genocide zal in Nederland nog wel even voortduren. In Frankrijk heeft de Nationale Assemblée ontkenning van de Armeense genocide inmiddels strafbaar gesteld (NRC Handelsblad 22 oktober), en binnen Europees verband is het debat over toetreding van Turkije tot de Europese Unie nog lang niet voorbij. Met de Tweede Kamerverkiezingen in zicht roepen nationalistische Turken op om D66 te stemmen, want kandidaat Koser Kaya weigert om rekenschap af te leggen over de genocide. Dat was juist het slechtste (stem)advies om te geven.
Dit artikel is exclusief voor abonnees