Home Geschiedenis in de media

Geschiedenis in de media

  • Gepubliceerd op: 9 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Frans Smits

De affaires over de Tweede Oorlog volgen elkaar in hoog tempo op. Vorig jaar was er veel trammelant over dichter Jan Campert. Hij zou wegens verraad door communisten in kamp Neuengamme vermoord zijn. De archivaris van de gemeente Den Haag deed onderzoek en concludeerde dat dit ‘onwaarschijnlijk’ was. De directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), Hans Blom, had de beschuldiging eerder in de media ‘aannemelijk’ genoemd en moest zijn uitspraak corrigeren.

Daarna volgde de affaire-Meertens. De bekende volkskundige P.J. Meertens – meneer Beerta in Voskuils Het Bureau – zou nauw met de Duitsers hebben samengewerkt. De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen benoemde een onderzoekscommissie onder leiding van de Utrechtse historicus Hermann von der Dunk, die nog voor de zomer met een rapport komt dat behoorlijk kritisch schijnt te zijn over Meertens.

Het volgende slachtoffer was natuurkundige en Nobelprijswinnaar Peter Debye, waarover wetenschapshistoricus Sybe Izaak Rispens januari jongstleden beweerde dat hij in de jaren dertig meewerkte aan anti-joodse maatregelen van de nazi’s. Op verzoek van de Universiteit Utrecht, die een onderzoeksinstituut naar hem vernoemde, en de Universiteit van Maastricht, die de Peter Debyeprijs uitreikt, heeft het NIOD de bewering van Rispens onderzocht. De uitkomst van het onderzoek was bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet openbaar.

En toen was er in januari opeens ook nog de affaire-Mulisch. In zijn pamflet Harry Mulisch. ‘Fel anti-nazi’ – vanaf wanneer? stelde Dick Verkijk dat Harry Mulisch lid zou zijn geweest van de Jeugdstorm, de jeugdafdeling van de NSB. Het commentaar van Mulisch: ‘Quatsch.’ ‘Verkijk is een dementerende journalist.’ ‘Verkijk is een psychologisch geval, een creep.’

Namens het NIOD reageerde voorlichter David Barnouw, die zelf ooit onderzoek deed naar de Jeugdstorm. Hij noemde het bewijs ‘flinterdun’. Aspekt, de uitgever van Verkijk stuurde meteen een persbericht de wereld in met de boodschap dat Barnouw ‘desinformatie’ verspreidde.

Deed u dat?, vragen we aan Barnouw. ‘Tuurlijk niet. Ik baseerde mij op berichten in de krant. Maanden geleden had ik een versie van het pamflet gelezen, maar ik wist niet wat er in het gedrukte boek terecht was gekomen. Dat heb ik nu gelezen en ik blijf het bewijs zwak vinden. De getuigenissen van leeftijdgenoten van Mulisch, die hem in het uniform van de Jeugdstorm zagen rondlopen, overtuigen mij niet. Ik moet als voorlichter ook voortdurend de mythe weerspreken dat er in de Hongerwinter Zweeds wittebrood werd gedropt. Pas als ik een foto onder ogen krijg of schriftelijk bewijs, herzie ik mijn mening.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.