Home Gereformeerde stalinisten

Gereformeerde stalinisten

  • Gepubliceerd op: 23 augustus 2011
  • Laatste update 13 apr 2023
  • Auteur:
    Wim Berkelaar
  • 4 minuten leestijd

Godsdienst leidt dikwijls tot ruzie en kerkscheuring. Neem de gereformeerde kerken vrijgemaakt, een nog altijd bestaand en redelijk bloeiend kerkgenootschap dat rond de 130.000 zielen telt. Dat kerkgenootschap ontstond door een al langer bestaand verschil over de zogenoemde ‘veronderstelde wedergeboorte’: hadden alle gedoopte kinderen deel aan het verbond met God of alleen die kinderen die door God tot ‘redding’ waren uitverkoren, zoals de grote gereformeerde voorman Abraham Kuyper veronderstelde? De Kamper theoloog Klaas Schilder meende dat in beginsel ieder kind van dit verbond deel uitmaakte en zelf door zijn ongeloof het verbond kon breken.

Dit theologisch geschil is tegenwoordig vrijwel niemand meer uit te leggen, maar was midden in de Tweede Wereldoorlog reden voor tienduizenden gereformeerden zich ‘vrij te maken’ van de gereformeerde kerk. De kerkscheuring leidde tot het ontstaan van een heuse zuil, met alles wat daarbij hoorde: eigen jeugdbewegingen, een eigen krant (het Gereformeerd Gezinsblad, tegenwoordig Nederlands Dagblad geheten) en zelfs een eigen politieke partij: het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV).

De geschiedenis van die partij is nu beschreven door Ewout Klei, een historicus die zelf afkomstig is uit de vrijgemaakt-gereformeerde kerk, maar inmiddels sympathiseert met het links-liberale D66, eens de erfvijand van het GPV.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dat hij op dit proefschrift kon promoveren aan de vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen pleit voor die anders altijd wat bangelijke en gesloten instelling. Want Klei is niet mals in zijn oordelen, vooral niet over het ontstaan en de eerste jaren van de partij.

Het GPV werd in 1948 opgericht door mensen die voor die tijd massaal op de Antirevolutionaire Partij (ARP) stemden. Die partij had overwegend aanhangers die trouw waren gebleven aan de gereformeerde kerk, waarvan de ‘vrijgemaakten’ zich losmaakten. Met zo’n partij wilden de scherp slijpende vrijgemaakten niets meer te maken hebben.

Het is nu, slechts ruime een halve eeuw na datum, nauwelijks nog voorstelbaar, maar vrijgemaakt-gereformeerden beschouwden zichzelf lange tijd als ‘de ware kerk’. Zij zagen een rechtstreekse lijn tussen het optreden van Jezus in Palestina, de Reformatie van Maarten Luther en ‘de ware gereformeerde kerk van de Heere’ die in 1944 was ontstaan.

Een ‘ware’ kerk had een ‘ware’ partij nodig. Om die reden werd het Gereformeerd Politiek Verbond opgericht, waarvan alleen vrijgemaakten lid mochten worden. Rekkelijke vrijgemaakten werden systematisch op de huid gezeten door preciezen, die als gereformeerde stalinisten regelmatig voor een crisissfeer zorgden omdat de partij niet zuiver op de graat zou zijn.

Die ziekelijke twistdrift zat niet alleen in het gereformeerde DNA, maar had ook te maken met het feit dat het GPV tussen 1948 en 1963 buiten het parlement bleef. Pas dat jaar kreeg het GPV in kinderboekenschrijver en journalist Pieter Jongeling een volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer. Jongeling zou tussen 1963 en 1977 het gezicht van het GPV vormen.

In diverse films, van onder meer cineast Roelof Kiers en schrijver Godfried Bomans, werd Jongeling neergezet als een vriendelijke, zij het enigszins wereldvreemde verpersoonlijking van calvinistische folklore. Dat was maar een deel van de waarheid: Jongeling was ook een hardliner, die de stalinistische praktijken in zijn kerk stilzwijgend goedkeurde. In de Tweede Kamer deed hij het echter goed. Zijn bijdragen waren scherp en dikwijls geestig, al kon hij in de jaren zestig en zeventig nauwelijks invloed uitoefenen op het door hem verafschuwde progressieve politieke klimaat.

Die invloed begon pas, en dan nog beperkt, toen G.J. Schutte in de Kamer kwam. Tussen 1981 en 2001 voerde hij een zakelijke oppositie, die ten tijde van Paars (1994-2002) zijn hoogtepunt vond. Deze zakelijkheid was nodig, want nu de confessionelen voor het eerst in zeventig jaar uit de macht verdreven waren, hielpen de boetepreken van weleer niet meer.

De gereformeerde stalinisten ondergingen eenzelfde lot als de Communistische Partij van Nederland: de beginselen verwaterden, de stalinisten stierven uit of pasten zich aan. Zoals de CPN opging in GroenLinks, zo ging het GPV op in de ChristenUnie.

Wim Berkelaar

Ewout Klei

‘Klein maar krachtig, dat maakt ons uniek.’ Een geschiedenis van het Gereformeerd Politiek Verbond, 1948-2003

456 p. Bert Bakker, Є 29,95

bestellen