Home Gandhi – Ramachandra Guha

Gandhi – Ramachandra Guha

  • Gepubliceerd op: 16 april 2019
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Rob Hartmans
Gandhi – Ramachandra Guha

Gek werden ze van hem, de Britten. Ze bezaten het grootste koloniale rijk uit de geschiedenis en bestuurden dat, in hun eigen ogen, op uiterst humane en beschaafde wijze. Tot er een vreemd, mager, halfnaakt mannetje opdook dat weigerde geweld te gebruiken, maar wel in staat was enorme volksmenigten op de been te brengen die het Britse bestuur tartten.

In de ogen van Winston Churchill was Mohandas Gandhi (1869-1948) – die door zijn volgelingen Mahatma (‘grote ziel’) werd genoemd – ‘een kwaadaardige, subversieve fanaat’, en ‘een misselijkmakende fakir van het bekende oosterse soort’, die het gewoonweg verdomde te erkennen dat de Britten in alle opzichten superieur waren.

Vijf jaar geleden publiceerde de Indiase historicus Ramachandra Guha het eerste deel van zijn lijvige biografie van Gandhi, over diens leven tot 1915. In dat jaar keerde hij uit Zuid-Afrika, waar hij 22 jaar had gewoond, terug naar India. In die andere Britse kolonie had hij veel geleerd, onder andere dat religieus pluralisme de basis kan vormen voor een vreedzame samenleving, en dat geweldloos verzet succesvol kan zijn.

Dit tweede deel begint als Gandhi in Bombay weer voet op Indiase bodem zet en een rol begint te spelen in de in 1885 opgerichte Congrespartij, waarvan hij al spoedig de spiritueel leider wordt. Tegen het Britse bewind werpt hij het wapen van de burgerlijke ongehoorzaamheid in de strijd en ondertussen ontwikkelt hij zijn eigen filosofie: satyagraha, dat zoiets als ‘de kracht van de waarheid’ betekent. Kenmerken hiervan zijn onder meer respect voor alle religies, eerlijkheid, gelijkwaardigheid, kuisheid en een ascetisch leven. Dat laatste werd ook ingezet als politiek wapen: Gandhi organiseerde een boycot van Brits textiel en riep mensen op hun eigen garen te spinnen en hun eigen kleding te weven.

Hoewel Gandhi de Britten uiteraard niet in zijn eentje uit India heeft verdreven, is zijn rol moeilijk te overschatten. Guha schildert Gandhi niet af als een heilige – zijn relatie met zijn vijftig jaar jongere achternichtje roept nogal wat vragen op – en besteedt de nodige aandacht aan zijn toenmalige critici. Maar hij slaagt er wel in een overtuigend portret te schetsen van deze grote kleine man.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 5 - 2019