Home Frans Killingers staatsgreep in Suriname

Frans Killingers staatsgreep in Suriname

  • Gepubliceerd op: 23 november 2017
  • Laatste update 11 apr 2023
  • Auteur:
    Twan van den Brand
  • 10 minuten leestijd
Frans Killingers staatsgreep in Suriname

De ambtenaren zijn corrupt, de militairen dronken en midden in Paramaribo staat een gesticht voor lepralijders. Tijd voor een staatsgreep, vindt politieman Frans Killinger. In de nacht van 25 op 26 mei 1910 rukt hij met een groep handlangers op naar Fort Zeelandia.

Te midden van het publiek in de rechtszaal bespeurt de verslaggever van nieuwsblad De West ‘enige schreiende vrouwen’. Ze huilen om beklaagde Frans Killinger, die plannen voor een staatsgreep beraamde en voor wie nu de doodstraf dreigt. De voormalige inspecteur van politie is de veelbesproken hoofdverdachte in een affaire die Suriname op stelten zet. Met hem staan zes van zijn kornuiten terecht.

De West, die doorgaans alleen op dinsdag- en vrijdagavond uitkomt, kondigt op 7 maart 1911 aan dat het ‘met het oog op het proces-Killinger vanaf maandag a.s. voorlopig dagelijks zal verschijnen’. De zaak belooft geruchtmakend te worden. Ook de andere kranten pakken fors uit.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tijdens het voorarrest van tien maanden is een lange reeks aan details over de coupplannen gepubliceerd. Ze inspireren de middenstand van Paramaribo ertoe speelse advertenties te plaatsen: ‘De zaak-Killinger wordt behandeld, maar eerst naar de Soirée Amusante, goochel- en kinematograafvoorstellingen. Daarbij een goed buffet.’

‘Het moederland zou graag van de kolonie verlost zijn’

Al op de eerste procesdag, maandag 13 maart, scandeert buiten het gerechtsgebouw een groep mensen ‘Leve Killinger!’, zowel bij aanvang als na afloop van de zitting. Dat tafereel herhaalt zich de dagen daarna. Vooral de lagere klassen zien in hem een welkome en dwarse uitdager van de regenten. De 35-jarige hoofdverdachte, niet gehinderd door boeien, gekleed in het smetteloos witte kostuum van de dandy, begroet de aanmoediging steevast door zijn zwarte hoed te lichten en naar het volk te zwaaien. Het stoort de president van het Hof, Cornelis Heylidy, zozeer dat hij verdachte verzoekt ‘zich op weg naar de gevangenis minder aan te stellen’.  Het is een vergeefs appel. Voordat Killinger in de koets stapt die hem naar zijn cel in Fort Zeelandia brengt, laaft hij zich opnieuw aan de toejuichingen.

‘Geen evolutie, maar revolutie’

Killinger doet geen enkele moeite de coupplannen te ontkennen. ‘Als op geen andere manier iets goeds tot stand is te brengen, dan is het geoorloofd zelfs de wet te overschrijden,’ houdt hij de rechtbank voor. En goeds, ja, dat had deze geboren Hongaar zijn tweede vaderland willen brengen – naar eigen zeggen tenminste. Suriname is er volgens hem beroerd aan toe, en daarmee een blok aan het been van Nederland. ‘Het moederland zou blijde zijn op een fatsoenlijke manier van de kolonie, die lastpost, af te zijn.’

Tekst loopt door onder afbeelding.

Killinger vindt dat de overheid meer aandacht aan het onderwijs moet besteden. De Hernhutter Bewaarschool in Paramaribo in 1910.

Killinger somt een lange rij van kwalen op: de ambtenaren zijn corrupt, onder militairen heersen wanorde en dronkenschap, in Paramaribo is er behoorlijk drinkwater noch goede afwatering. In het midden van de stad wordt nota bene een gesticht van lepralijders geduld. En gouverneur Dirk Fock is louter een instrument van de gegoede klasse. ‘Niet door evolutie, alleen door revolutie’ acht Killinger de kolonie te redden.

Rechter Heylidy doet op maandag 3 april uitspraak. Nieuwsblad De West leidt die met een sfeertekening in: ‘In tegenstelling met den slagregen van den eersten dag, is het weder prachtig. Onder een stralende zon rijden de rijtuigen met de beschuldigden voor. De natuur is kalm. Het schijnt dat zij een vredig slot heeft gewild.’

Maar schijn bedriegt. Heylidy acht alle zeven verdachten schuldig aan ‘samenspanning die de verandering der regeering ten doel heeft’. Hij kan moeilijk anders. Ook de kompanen van Killinger hebben hun rol grotendeels opgebiecht. Aangezien de wet voor hoogverraad geen verzachtende omstandigheden kent, kan de rechter slechts de doodstraf uitspreken.

De rechter kan niet anders dan de doodstraf uitspreken

Het blijft onverwacht stil in de zaal, zoals het later ook buiten rustig zal blijven als de veroordeelden weer met koetsen worden weggevoerd naar Fort Zeelandia. Heylidy zit ermee in zijn maag dat hij kort voor zijn pensioen zo’n zware straf heeft moeten opleggen. Behulpzaam wijst hij de verdachten op de mogelijkheid een beroep te doen op ‘het hart van Hare Majesteit’. ‘Uwe verdedigers zullen zeker bereid zijn u den weg te wijzen. Dient dan spoedig uw rekest in.’

Riskante operatie

Killingers coup had plaats moeten hebben in de nacht van 25 op 26 mei 1910. Hij zou dan zelf de hoogste in rang zijn op het politiebureau en makkelijk bij de wapens kunnen, voornamelijk revolvers. Die wil hij uitdelen aan de mannen met wie hij enkele keren bijeen is geweest om zijn plannen door te spreken en aan enkele andere getrouwen. Killinger is ervan overtuigd dat verschillende agenten op het bureau zich spontaan bij de revolte zullen aansluiten.

Zijn handlangers moeten ervoor zorgen dat enkele tientallen geronselde burgers op straat klaarstaan. Die krijgen knotsen, 150 stuks in voorraad, vervaardigd door Marius Breedveld, de timmerman uit de Keizerstraat.

Aldus gewapend moeten Killingers troepen uitzwermen naar Fort Zeelandia, de gouverneurswoning, het telegraafkantoor en nog enkele strategische plaatsen. Bij het fort wacht de riskantste operatie. Daar zullen de wachtposten met dekens worden overmeesterd. Vervolgens dienen de slapende troepen in de kazerne, een kleine 150 man, op de bovenverdieping te worden ingesloten. Dat kan door de houten trappen – ladders eigenlijk – weg te halen. De gijzeling hoeft maar even te duren. Killinger wil de soldaten onmiddellijk toespreken; dan zullen ook zij zich vast en zeker bij zijn machtsgreep aansluiten. De ontevredenheid binnen de lagere rangen is wijd en zijd bekend.

Het plan voor de coup is gerijpt tijdens een lang verlof in Europa. In 1907 vertrekt Killinger eerst naar Nederland en bezoekt later Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en andere landen. In Oostenrijk maakt hij kennis met de ideeën van Bertha von Suttner, de pacifiste die enkele jaren eerder als eerste vrouw de Nobelprijs voor de vrede heeft gekregen.

Het zijn haar inzichten die Killinger in de nieuwe republiek Suriname in praktijk wil brengen. Het leger van drinkebroers zal hij afschaffen, de politie uitbreiden. Jeugd en onderwijs verdienen grote zorg van de regering. Voor godsdienst is er geen plaats, hooguit voor het boeddhisme. Er moet een elektriciteitscentrale komen. En een parlement van twee kamers. Als vanzelfsprekend zal hij zelf niet weglopen voor de allerhoogste verantwoordelijkheid.

Tekst loopt door onder afbeelding.

Tiptop gekleed als een dandy woont Frans Killinger het proces bij.

Tijdens zijn verblijf in met name Duitsland heeft Killinger bij particulieren financiële steun proberen te vergaren voor een geweldloze omwenteling. Hij schermt met de naam van Von Suttner, die hij na de coup wil uitnodigen als adviseur. Maar zijn mooie verhalen leveren hem niet meer dan 10.000 mark op.

Al snel na zijn terugkeer in Suriname, in december 1909, treft hij de eerste voorbereidingen. Killinger deelt leningen uit en strooit met kleine giften om mensen aan zich te verplichten. Het aantal ingewijden houdt hij klein. Die kring mag pas groeien als de 25ste mei in zicht komt. Als er tegen die tijd inderdaad ruimer wordt gerekruteerd, brengt dat ook het verraad binnen.

Biechtvader

De aan lagerwal geraakte ex-politieman Jacob Schoonhoven, die voorzichtig wordt geïnformeerd over de naderende revolte, stapt naar een biechtvader. Pastoor Joannes Walle van de Sint-Bonifaciuskerk adviseert hem als de wiedeweerga de procureur-generaal in te lichten. Gelukkig maar, zal Schoonhoven tijdens de rechtszaak zeggen, anders had ook ik in de gevangenis gezeten. Waarop rechter Heylidy hem voorhoudt: ‘Misschien ware het beter in de gevangenis, dan den rol van verrader te spelen. Ik bedoel uit een zedelijk oogpunt.’

Snel op vrije voeten

Killinger en de zijnen volgen de wijze raad van rechter Heylidy op. Alle zeven vragen en krijgen ze gratie. Het gaat om een forse aanpassing. Voor Killinger wordt de straf teruggebracht tot vijf jaar dwangarbeid, uit te dienen in Nederland.

Tekst loopt door onder afbeelding.

Tijdens het proces zit Frans Killinger gevangen in Fort Zeelandia.

Op 20 april 1911 verscheept de SS Prins Maurits hem naar Amsterdam, waar inderdaad een cel, maar geen dwangarbeid wacht. Drie jaar later, in februari 1914, geeft Killinger een interview aan het Algemeen Handelsblad. Hij steekt de loftrompet over zijn behandeling door het zo nobele Holland. De couppleger is dan al enkele maanden op vrije voeten. Uiteindelijk heeft hij inclusief voorarrest 3,5 jaar gebromd.

‘Is u als priester opgeleid?’ vraagt de verslaggever. ‘Ja,’ antwoordt Killinger. ‘Maar in mij zat niet de roeping voor ’t priesterschap. In mij zat het verlangen naar daden, naar strijd.’ Hij voelt zich behalve krijger ook nog eens uitvinder. In de jaren voor de coup, tijdens zijn lange verlof in Europa, probeert hij verschillende van zijn bedenksels te slijten. In één geval lijkt het te lukken. In Essen treft hij een ingenieur van staal- en wapenbedrijf Krupp die toekomst ziet in het waterkanon dat Killinger heeft ontworpen. Ze richten samen een firma op, die evenwel nooit tot enige productie komt.

‘In mij zit het verlangen naar daden, naar strijd’

Frans Pavel Vaclav Killinger heeft al vroeg voor het avontuur gekozen. Nadat hij vanwege een schietincident het Oostenrijks-Hongaarse leger uit is gebonjourd, reist hij naar Hamburg om zich te laten verschepen naar de Boerenoorlog in zuidelijk Afrika. Als dat mislukt, meldt hij zich in 1899 bij het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk voor het KNIL. Hij wil vechten in Atjeh, maar wordt afgekeurd: te slechte ogen. Ze zijn kennelijk wel goed genoeg voor een betrekking bij het politiekorps in Paramaribo.

De mislukte coup daar remt hem geenszins af. Na zijn vrijlating zoekt Killinger op verschillende plaatsen nieuw avontuur en komt uiteindelijk terecht in het Turkse leger. Hij vecht mee in de Eerste Wereldoorlog, bij de Slag om Gallipoli en in de Kaukasus. Na de oorlog blijft hij, inmiddels bekeerd tot de islam, in Turkije wonen en overlijdt daar in 1936 als Mohammed Tewfiq Killinger.

De Surinaamse kranten zijn hem vanuit de verte incidenteel blijven volgen. Was hij idealist of fantast, avonturier of bedrieger, overlevingskunstenaar of geesteszieke? Zijn coupplannen waren in elk geval van een kinderlijke naïviteit, oordeelden legerleiding en gegoede burgerij. Binnen die laatste klasse genoot hij beduidend minder sympathie dan bij het gewone volk.

De herinnering aan de durfal leeft lang voort en weerklinkt in een deuntje (‘Killinger meki kabaal’). En op maandag 19 mei 1952 staat de volgende advertentie in dagblad Het Nieuws:

Toneelgebouw Thalia

            op 26 mei a.s. des avonds

            opvoering van het toneelstuk

            Het mislukte Killinger Complot

Twan van den Brand is journalist en auteur van De Strafkolonie, een Nederlands concentratiekamp in Suriname 1942-1946.

Meer weten

Through Revolution (1911) door Rudolph L. Worst

Het politiek complot van Killinger (1982) door D.G.A. Findlay (red.).

Bertha von Suttner. Kämpferin für den Friede (2015) door Brigitte Hamann.

www.delpher.nl – Veel oude Surinaamse en Nederlandse kranten zijn via deze website te lezen.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2017