Home Film: Schoongepoetste Windsors

Film: Schoongepoetste Windsors

  • Gepubliceerd op: 21 februari 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jos van der Burg

Lastig, een stotterende koning, want het volk houdt van meeslepende retoriek. Een met zijn stem worstelende koning roept ongemakkelijke gevoelens op. Ziehier het probleem van koningszoon Albert, die nooit de ambitie had om de Engelse troon te bestijgen. Hij moest er in 1936 als George VI toch aan geloven, omdat zijn broer Edward (Edward VIII ) na een jaar koningschap opstapte.

Het verbod van de Britse regering aan Edward om te trouwen met de Amerikaanse Wallis Simpson, die al twee keer gescheiden was, was voor hem onacceptabel. Het maakte aftreden onvermijdelijk.
Achteraf was dat voor de Britten een blessing in disguise, want Edward en zijn geliefde waren zacht uitgedrukt nogal Hitlerfreundlich. Ze bewonderden de dictator om de wijze waarop hij Duitsland in de vaart der volkeren opstootte. In 1937 bracht het stel een gezellig bezoek aan Hitler en nog in 1940 vond Edward dat landen een voorbeeld moesten nemen aan Duitsland. Het zou tragisch zijn voor de wereld als Hitler wordt verslagen, zei hij tegen een journalist.

De liefde was wederzijds. Edwards aftreden was een klap voor Hitler, schreef Albert Speer in zijn memoires. Volgens hem dacht Hitler dat het met Edward op de troon niet tot een oorlog had hoeven komen met Engeland. De landen zouden in ‘permanent vriendelijke betrekkingen’ hebben kunnen samenleven.

Aan Edward zou het niet hebben gelegen. Hij was het type vooroorlogse arrogante, onstuimige jonge aristocraat dat het avontuur zocht. Als de prins Bernhard van Engeland hield hij van vrouwen, auto’s en vliegtuigen. Zijn broer Albert was het tegendeel: introvert, tobberig en behept met stotteren.

Vooral dat laatste was een probleem toen hij eind 1936 onverwacht de troon op werd geduwd. Een stotterende koning paste niet bij het beeld van Engeland als ’s werelds grootste koloniale macht. Een spraaktherapeut moest uitkomst brengen. De relatie tussen koning Albert en deze logopedist, de Australiër Lionel Rogue, is de originele invalshoek van The King’s Speech.

Die verhouding begint in de film in 1934, nadat we eerder hebben gezien dat Albert in 1925 nauwelijks een woord kon uitbrengen toen hij in een vol Wembley-stadion de British Empire Exhibition met een toespraakje moest sluiten. Na onsuccesvolle stembehandelingen belandt Albert dankzij zijn vrouw Elizabeth bij de eigenzinnige spraaktherapeut Rogue, die bepaald geen last heeft van onderdanigheid tegenover zijn koninklijke patiënt.

Albert noemt hij al snel ‘Bertie’. Diens gestotter heeft volgens Rogue een psychische oorzaak en hij wroet als een freudiaan in zijn verleden. Albert verzet zich, maar langzaam komen de jeugdtrauma’s naar boven: de dood van een van zijn vier broers op dertienjarige leeftijd, het hardhandig afleren van zijn linkshandigheid, de pijnlijke correcties met beenbeugels van zijn x-benen, het gebrek aan affectie van zijn ouders, de jaloezie op zijn succesvolle broer Edward. Albert moet het verleden overwinnen om figuurlijk en letterlijk zijn stem te kunnen vinden, zodat hij in de Tweede Wereldoorlog de stem van het volk kan worden.

De relatie tussen Albert en Logue is het hart van The King’s Speech. Het levert sterk drama op, waarin komische momenten voor lucht zorgen. Colin Firth kan voor zijn imponerende optreden als Albert de Oscar voor beste acteur – een van de twaalf Oscarnominaties voor de film – onmogelijk ontgaan.

Tot zover het goede nieuws, want historisch stelt The King’s Speech teleur. Anders dan The Queen, dat accuraat de spanning weergeeft tussen het koningshuis en het volk na de dood van prinses Diana, geeft The King’s Speech een schoongepoetste versie van het optreden van de Windsors.

De film voert Edward op als het naïeve slachtoffer van de doortrapte femme fatale Simpson. Geen woord over zijn nazi-Angehauchtheit. En dat Albert al in 1936 principieel afstand nam van nazi-Duitsland is onzin. In 1938 verscheen hij na het Verdrag van München met premier Chamberlain op het balkon van Buckingham Palace. Commentatoren zagen er een onvervalste steunbetuiging in van de koning aan Chamberlains appeasementpolitiek.

Maar het sterkste staaltje geschiedvervalsing is het optreden van Churchill in de koningscrisis. In de film neemt hij fel stelling tegen Edwards huwelijk met Simpson, maar in werkelijkheid steunde hij de koning fanatiek. Komt het niet gelegen dat oorlogsheld Churchill een Hitler-vriend steunde?

Tom Hooper
The King’s Speech
Vanaf 17 februari in de bioscoop

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.