Home Film: ‘De president is vermoord en iemand moet ervoor boeten’

Film: ‘De president is vermoord en iemand moet ervoor boeten’

  • Gepubliceerd op: 23 augustus 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jos van der Burg

‘Sic semper tyrannis’ (zo vergaat het tirannen) zou acteur John Wilkes Booth op 14 april 1865 hebben geroepen, toen hij president Abraham Lincoln in een theater in Washington een kogel door het hoofd joeg. Als het waar is, kende Booth zijn klassiekers, want ook Brutus zou dit hebben gezegd toen hij Julius Ceasar neerstak. Volgens andere bronnen riep Booth overigens: ‘Het Zuiden is gewroken.’

In Robert Redfords historische rechtbankdrama The Conspirator roept hij beide, waarna hij in de chaos het theater uit vlucht. Als Booth twaalf dagen later na een klopjacht in een schuur wordt ontdekt, wordt deze in brand gestoken en hij doodgeschoten. De moord op Lincoln en het doodschieten van Booth zorgen voor een spannend begin van de film, maar ze vormen slechts de opmaat voor waar het Robert Redford om te doen is.

Redford is niet geïnteresseerd in de moord, maar in de reactie erop. Hij wil laten zien hoe snel het recht slachtoffer wordt van hysterie. In The Conspirator neemt minister van Oorlog Edwin Stanton meteen na de moord het heft in handen. Hij concludeert dat de aanslag een complot moet zijn geweest en eist arrestaties. Er worden tientallen mensen opgepakt, van wie er uiteindelijk acht voor een rechtbank komen. Omdat Stanton strenge straffen wil, komen de verdachten – in strijd met de Grondwet – niet voor een burgerrechtbank, maar voor een militair tribunaal.

De film concentreert zich op pensionhoudster Mary Surratt, de enige vrouw onder de verdachten. Booth had in haar pension gelogeerd en met haar zoon plannen gesmeed om een harde klap uit te delen aan de unionisten, die in de Burgeroorlog aan de winnende hand waren. Of Surratts zoon bij de moord op Lincoln betrokken was, is onduidelijk – hij verdween spoorloos na de aanslag –, maar zij werd ervan beschuldigd op de hoogte te zijn geweest van het moordplan. Als goed burger had ze de autoriteiten moeten inlichten. Omdat ze dat had nagelaten, eiste de aanklager tegen haar de doodstraf. Net als drie mannen die met Booth hadden samengezworen is Surratt uiteindelijk opgehangen.

The Conspirator
gaat niet over de vraag of Surratt schuldig was, maar over politieke invloed op de rechtspraak. De film oogt als een casestudy naar de politieke neiging om het na een schokkende gebeurtenis in de samenleving niet zo nauw te nemen met juridische zuiverheid. Politici voelen zich daarin gesteund door de om wraak schreeuwende publieke opinie. In de woorden van Stanton: ‘De president is vermoord en iemand moet ervoor boeten. Het volk wil dat.’ Later geeft hij nog een reden: ‘Ik doe alles om het overleven van de staat veilig te stellen.’ En: ‘In oorlogstijd zwijgen wetten.’

Deze opvatting leidt ertoe dat de gevangenen in strikte isolatie worden opgesloten, een kap moeten dragen, slecht te eten krijgen en dat hun medische verzorging wordt onthouden. Om er zeker van te zijn dat de rechtszaak de door hem gewenste uitkomst (doodvonnissen) krijgt, zorgt Stanton ervoor dat getuigen worden gemanipuleerd en Surratts advocaat wordt geïntimideerd. Later voorkomt hij dat de president het beroep inwilligt om Surratts doodvonnis om te zetten in een minder zware straf.

Alleen wie de laatste tien jaar op een andere planeet heeft gewoond kan de parallel ontgaan met de reactie van de regering-Bush op 9/11. Soms is de overeenkomst letterlijk. Zo werden (en worden) op Guantánamo Bay van terrorisme verdachte gevangenen behandeld op basis van het militaire recht. Voor het oprapen ligt ook de gelijkenis tussen oorlogsminister Stanton en Donald Rumsfeld, minister van Defensie in de regering-Bush. Beiden tornden aan de in de Grondwet vastgelegde rechten van burgers. Dat Surratts advocaat opmerkt dat de Grondwet niet alleen voor makkelijke tijden is opgesteld, maar ‘juist voor tijden als deze’, is een wijsheid die ook aan Rumsfeld niet was besteed.

Redfords poging om een relevante geschiedenisles te maken, verdient veel lof. Ook fijn: The Conspirator is niet opgepept met melodrama en andere kunstgrepen. Het stemt niet vrolijk dat het Amerikaanse publiek de sobere aanpak maar matig waardeerde. De 25 miljoen dollar kostende film verdiende aan de kassa nauwelijks 11 miljoen dollar terug. Hoe zit dat ook alweer met een volk dat zijn verleden niet wil kennen?

Jos van der Burg is filmrecensent bij Het Parool en de Filmkrant.

Robert Redford
The Conspirator
Volgend jaar op dvd

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.