Zestig jaar geleden viel Fidel Castro met een rebellenleger Cuba binnen. In 1959 werd hij er dictator. Voor Cubanen belichaamt Fidel de revolutie.
Tien minuten slechts duurde de toespraak van Fidel Castro in april van dit jaar op het congres van de Cubaanse Communistische Partij. Vroeger sprak hij zonder inspanning uren achtereen; nu kostte het hem zichtbaar moeite. Het onderstreepte zijn boodschap: ook hij, Fidel Castro, was een mens. Aangezien hij binnenkort negentig werd, naderde het moment dat hij ‘aan de beurt kwam’.
Meer lezen over de Koude Oorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Gezondheidsproblemen dwongen de Cubaanse leider Fidel Castro tien jaar geleden zijn bevoegdheden als president ‘tijdelijk’ over te dragen aan zijn jongere broer Raúl (op dat moment 75 jaar). In 2008 nam die het roer definitief van hem over, al bleef Fidel op papier nog tot 2011 eerste secretaris van de partij. Maar zolang hij leeft zal El Lider Máximo zijn schaduw over Cuba blijven werpen. Fidel is de belichaming van de Cubaanse revolutie.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Sinds de verkruimeling van het Sovjet-imperium hopen Castro’s tegenstanders dat ook aan het socialistische experiment op Cuba spoedig een einde zal komen. Die hoop bleek tot nu toe ijdel.
Cuba was geen Sovjetsatelliet
In de jaren tachtig kreeg Cuba zo’n 4 miljard dollar per jaar aan Russische hulp, goed voor ruim 15 procent van het bruto nationaal product. Daarbij kwamen nog de omvangrijke wapenleveranties. Toch maakte dat van Cuba nog geen Sovjetsatelliet. Er waren geen Russische tanks om het bewind in het gareel te houden en bovendien was Fidel Castro een te eigenzinnige persoonlijkheid om zich door Moskou de wet te laten voorschrijven.
Toen na het aantreden van Michael Gorbatsjov de Russische steun eerst werd verminderd en daarna helemaal stopgezet, plaatste dat het Cubaanse bewind voor aanzienlijke economische problemen. Cuba wist deze tot op zekere hoogte te boven te komen door een nieuwe inkomstenbron aan te boren: het toerisme. In 1995 overstegen de inkomsten uit het toerisme voor het eerst de opbrengsten van de suikerexport.
Maar dat is niet de reden dat Castro kon blijven zitten. Cuba is een dictatuur, maar anders dan Noord-Korea geen totalitaire staat waar het regime slechts kan overleven dankzij een genadeloze repressie. Fidels overlevingskansen zouden aanzienlijk kleiner zijn geweest als zijn bewind niet op een zekere steun van de bevolking kon rekenen. Met de Communistische Partij hebben de meeste Cubanen weinig op. Dat ligt anders voor de persoon van Fidel Castro.
Fulgencio Batista
Hij speelde vanaf het begin een vooraanstaande rol in het verzet tegen het door-en-door corrupte bewind van Batista. Cuba was in 1902 formeel onafhankelijk geworden, maar in de praktijk was het eiland van een Spaanse kolonie in een Amerikaans protectoraat veranderd, bestuurd door presidenten die weinig meer waren dan zetbazen van Washington. Een van die zetbazen was Fulgencio Batista, die in 1940 voor het eerst president werd.
In 1952 deed Batista een nieuwe gooi naar de macht. Zodra in de aanloop naar de verkiezingen duidelijk werd dat hij geen kans maakte, pleegde Batista een staatsgreep. Hij sneed daarmee ook de jonge advocaat Fidel Castro de pas af, die zich kandidaat had gesteld voor het parlement, waarvoor tegelijkertijd verkiezingen zouden plaatsvinden. Voor Castro was dat meteen de laatste keer dat hij langs democratische weg invloed probeerde uit te oefenen. Hij ging in het verzet.
Na een mislukte overval van een door hem geleide groep rebellen op een kazerne in Santiago de Cuba in 1953 belandde Castro in de gevangenis. Hij had nog geluk: enkele tientallen medestrijders werden zonder vorm van proces geëxecuteerd. In een poging zijn populariteit op te krikken, liet Batista in mei 1955 Fidel Castro weer vrij. Die nam hierop de wijk naar Mexico, vastbesloten terug te keren om Batista te verdrijven.
De revolutie van Fidel Castro begint
Ruim een jaar later voegde Castro de daad bij het woord. Met 81 medestrijders, onder wie zijn broer Raúl en de Argentijnse arts Ernesto ‘Che’ Guevara, landde hij in december 1956 per boot op de zuidkust van Cuba. De groep liep vrijwel meteen in een hinderlaag. Met nog geen twintig overlevenden leek Castro voor een hopeloze missie te staan. Voor hem was het echter geen reden de aftocht te blazen: hij verwachtte steun van de bevolking. En die kreeg hij ook.
In het begin stuitten de rebellen nog op veel wantrouwen, maar na een paar succesvolle guerrilla-acties groeide hun aanhang. Steeds meer soldaten uit het regeringsleger liepen over, en drie jaar later beheersten de rebellen een groot deel van het eiland. In de vroege ochtend van 1 januari 1959 nam Batista, in de steek gelaten door zijn Amerikaanse beschermheren, de benen.
Castro’s verleden als guerrillastrijder, zijn persoonlijke moed, charisma en redenaarstalent maakten van Fidel Castro een leider hors concours
Deze voorgeschiedenis verklaart voor een belangrijk deel waarom Castro nog altijd populair is onder veel, vooral oudere Cubanen. Zijn verleden als guerrillastrijder, zijn persoonlijke moed, charisma en redenaarstalent maakten van Fidel Castro een leider hors concours. Castro ontpopte zich al snel als een dictator, maar leek tegelijkertijd in niets op zijn voorganger Batista of op de generaals die elders in Latijns-Amerika met regelmaat de macht grepen.
Welk verwijt men de Cubaanse leider ook kon maken, hij verdedigde niet alleen maar de belangen van de rijken en was evenmin uit op persoonlijk gewin. De beloofde sociale hervormingen en de verbetering van het onderwijs en de gezondheidszorg bleken geen loze kreten, al weegt dat voor nieuwe generaties inmiddels niet meer op tegen het gebrek aan vrijheid.
Het marxisme van Fidel Castro
Castro zou pas na zijn machtsovername openlijk het marxisme omarmen. Dat was niet alleen tactiek. De strijd tegen Batista was voor Castro in eerste instantie een voortzetting van de strijd tegen het kolonialisme. Ook na de revolutie bleef Cuba’s nationale held José Martí – de opstandelingenleider die in 1895 sneuvelde in gevechten met Spaanse troepen – een even belangrijke inspiratiebron als Karl Marx.
In Castro’s ogen waren Cuba’s problemen niet alleen de producten van een corrupt bewind, maar inherent aan het kapitalisme. Cuba moest daarom in socialistische zin worden hervormd. Zijn omarming van het marxisme-leninisme, gevoegd bij zijn ervaringen als guerrillastrijder, zouden de revolutie al snel in autoritair vaarwater brengen.
Fidel Castro regeert als een dictator
Het ‘tijdelijke’ verbod op politieke partijen werd nooit ingetrokken; de beloofde vrije verkiezingen zijn nooit gehouden. Aanvankelijk sprak de Cubaanse revolutie sterk tot de verbeelding van linkse intellectuelen in vooral Latijns-Amerika en Europa. Maar daarin kwam de klad na de arrestatie begin 1971 van de vooraanstaande dichter-schrijver-journalist Heberto Padilla, die zich na een verblijf in de Sovjet-Unie steeds kritischer over het regime van Fidel Castro uitliet. Na protesten van schrijvers uit de hele wereld werd Padilla weer vrijgelaten, maar hij mocht Cuba pas in 1980 verlaten. Padilla zou niet de laatste dissident zijn die achter de tralies verdween.
De tragiek van Cuba is dat het Castro door zijn grootste vijand – de Verenigde Staten – wel heel makkelijk werd gemaakt
Castro gebruikte regelmatig bedreigingen van buitenaf als excuus voor repressieve maatregelen. De tragiek van Cuba is dat het Castro door zijn grootste vijand – de Verenigde Staten – in dat opzicht wel heel makkelijk werd gemaakt. De gedachte dat zich voor de kust van Florida een communistisch bewind had genesteld, was voor de VS onverdraaglijk. Hoewel president John F. Kennedy toegaf dat Amerika door zijn kritiekloze steun aan Batista zelf de voedingsbodem voor Castro’s revolutie had geschapen, werd geen middel onbeproefd gelaten om de Cubaanse leider ten val te brengen.
Mislukte invasie
Weinig acties van de VS speelden Fidel Castro zo in de kaart als de invasie in de Varkensbaai in april 1961. Met steun van de CIA landden rechtse Cubaanse ballingen op het eiland, met de bedoeling het linkse regime omver te werpen. Het plan daarvoor was nog van president Dwight D. Eisenhower, maar werd uitgevoerd door zijn in januari 1961 aangetreden opvolger John F. Kennedy. Die wilde de reputatie van de VS niet op het spel zetten door openlijke betrokkenheid bij pogingen Castro’s bewind omver te werpen; daarom kleedde hij de oorspronkelijke plannen zo ver uit dat de operatie gedoemd was te mislukken. Dit gold met name voor zijn weigering luchtsteun te verlenen. Bijna het hele 1500 man sterke ballingenleger werd krijgsgevangen gemaakt. De afloop was een propagandistische triomf voor Fidel Castro en dreef hem verder in de armen van de Sovjet-Unie.
Als eerste kondigden de Amerikanen een economische boycot af. In 1961 volgde een mislukte invasie van door de CIA getrainde Cubaanse ballingen in de Varkensbaai. Deze operatie eindigde voor Castro in een propagandistische triomf. Talloos waren de onsuccesvolle pogingen van de CIA Castro uit de weg te ruimen. Het Amerikaanse beleid verschafte de Cubaanse leider niet alleen argumenten om de touwtjes aan te halen, maar – vanwege de boycot – ook een excuus voor de tekorten op tal van terreinen.
Na de Koude Oorlog
Dat Fidel Castro niet werd meegezogen in de maalstroom van gebeurtenissen na 1989 had ook nog een andere reden. Terwijl de Oost-Europese leiders in navolging van Gorbatsjov kozen voor hervormingen en daarmee hun eigen graf groeven, zag Castro daar bewust van af. In plaats daarvan werd in de propaganda de nadruk gelegd op de economische en politieke chaos die het gevolg was van het uiteenvallen van het Sovjet-imperium. De boodschap voor mogelijke hervormers in eigen gelederen was dat wie die weg op ging politiek geen lang leven was beschoren.
Dat de pleidooien van Gorbatsjov niet aan Castro waren besteed, bleek ook uit de berechting en executie – officieel wegens ‘corruptie’ – in 1989 van enkele hoge officieren in wie hij vermoedelijk potentiële coupplegers zag. Om de economische pijn die het wegvallen van de Sovjetsteun veroorzaakte te verzachten, werd voorzichtig geëxperimenteerd met vrij ondernemerschap. Maar zodra dit de roep om politieke hervormingen versterkte, trapte Fidel Castro weer op de rem.
Zestig jaar Fidel Castro
- 1952: Verkiezingen afgelast na staatsgreep generaal Batista. Fidel Castro leidt het gewapende verzet.
- 1953: Aanval rebellen op Moncada-kazerne in Santiago de Cuba. Castro wordt gevangengenomen.
- 1955: Batista laat Castro vrij; die neemt de wijk naar Mexico.
- 1956: Fidel Castro landt met rebellenlegertje op Cuba. Begin guerrillaoorlog.
- 1959: Batista ontvlucht Cuba. Castro aan bewind.
- 1960: Castro zoekt toenadering tot Sovjet-Unie. Nationalisatie Amerikaanse bedrijven. VS kondigen handelsembargo af.
- 1961: Washington verbreekt diplomatieke betrekkingen met Cuba. Mislukte invasie van Cubaans ballingenleger in Varkensbaai.
- 1962: Sovjet-Unie plaatst in het geheim langeafstandsraketten op Cuba. De ontdekking door VS leidt tot de Cuba-crisis.
- 1980: Castro laat 125.000 Cubanen naar de VS vertrekken.
- 1991: Na het wegvallen van de Sovjetsteun voorzichtige experimenten met marktwerking in de economie.
- 1992: VS verscherpen boycot. Ook buitenlandse dochterondernemingen van Amerikaanse bedrijven mogen geen zaken doen met Cuba.
- 1994: Nieuwe stroom Cubaanse vluchtelingen naar de VS.
- 2000: Castro sluit bondgenootschap met de nieuwe Venezolaanse leider Hugo Chavez. Cuba stuurt artsen in ruil voor goedkope olie.
- 2006: Fidel Castro draagt zijn bevoegdheden tijdelijk over aan zijn broer Raúl.
- 2008: Raúl Castro neemt definitief het roer over.
- 2015: Herstel diplomatieke betrekkingen tussen Cuba en de Verenigde Staten.
In de afhandeling van de affaire-Padilla liet Castro al zien aan te voelen wanneer hij de spanningen niet te hoog moest laten oplopen. Toen tijdens de economische crisis in de jaren tachtig duizenden Cubanen de Peruaanse ambassade bestormden om politiek asiel te vragen, liet Castro weten dat iedereen die dat wilde Cuba mocht verlaten. Het resultaat was dat 125.000 mensen per boot naar Florida vertrokken, waarbij Castro de Amerikanen een flinke hak zette door ook duizenden criminelen mee te sturen.
Sinds Fidel Castro is teruggetreden en Barack Obama is aangetreden, zijn de betrekkingen tussen beide landen verbeterd. Het plaatst Raúl Castro voor een lastige afweging. Intensievere contacten met de VS zullen de roep om hervormingen vergroten. Dat kan de redding van zijn bewind zijn, maar ook het ‘Oost-Europese’ scenario in gang zetten waar zijn broer zo bang voor was.
Meer weten:
- Fidel Castro Reader (2007) bundeling van toespraken door van Fidel Castro en David Deutschmann.
- Bay of Pigs Declassified: The Secret CIA Report on the Invasion of Cuba (1998) van Peter Kornbluh (red.), over de invasie in de Varkensbaai.