Home Fictie over de zeventiende eeuw

Fictie over de zeventiende eeuw

  • Gepubliceerd op: 1 november 2021
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 3 minuten leestijd
Fictie over de zeventiende eeuw

Luuc Kooijmans schreef een intrigerend boek over een Italiaanse wetenschapper. Deze figuur is verzonnen. Kooijmans gebruikt hem om cruciale ontwikkelingen en religieuze dilemma’s in de Republiek ten tijde van de Gouden Eeuw te demonstreren.

Soms doet zich na het lezen van een boek een probleem voor: waar berg ik het op? Nu lijkt dat bij een nieuw boek van Luuc Kooijmans eenvoudig, aangezien vrijwel al zijn boeken in de kast wetenschapsgeschiedenis staan. En omdat Cosimo aan de Keizersgracht ook gaat over natuuronderzoekers in de zeventiende eeuw, ligt het voor de hand om het boek naast Kooijmans studies over Frederik Ruysch, Jan Swammerdam en Herman Boerhave te zetten.

Maar in tegenstelling tot die boeken ontbreekt hier elke bronvermelding. Bovendien bestaat het boek uit reisverslagen, brieven en herinneringen van een persoon van wie al snel duidelijk wordt dat Kooijmans hem verzonnen heeft. Toch staat nergens vermeld dat we hier te maken hebben met een roman, zodat het de vraag is of het boek in de kast ‘literatuur’ thuishoort.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Kooijmans is een serieus en veelgeprezen historicus, aan wiens geloofwaardigheid we niet hoeven te twijfelen, dus hij moet een bedoeling hebben gehad met de opzet van dit boek, al vertelt hij niet wat die is. Hoewel het verhaal van deze hoveling van Cosimo de’ Medici, die van 1670 tot 1723 groothertog van Toscane was, verzonnen is, biedt dit boek wel een bijzonder levendig inkijkje in de Republiek van de Gouden Eeuw en vooral in het wetenschappelijke wereldje rond 1670.

De verteller is de zoon van een Nederlandse vader en Italiaanse moeder en groeide op in Florence. Nadat zijn vader al snel uit zijn leven was verdwenen, werd hij als 14-jarige het hulpje van de oude, blinde Galileo Galilei. Later werd hij amanuensis van de Accademia del Cimento, opgericht door een oom van Cosimo de’ Medici om natuurwetenschappelijke experimenten uit te voeren. In 1667 reist hij in het gevolg van Cosimo naar de Republiek, waar hij onder meer ontmoetingen heeft met Frederik Ruysch, Michiel de Ruyter en Jan Swammerdam, van wie hij een manuscript steelt, en ook nog een manuscript van de veroordeelde vrijdenker Adriaan Koerbagh ontdekt. Hiertussendoor spelen de moeizame relatie met zijn vader en een onbereikbare liefde een rol.

Interessant is dat Kooijmans met de methodes van de romanschrijver inzicht biedt in een cruciale fase in de wetenschappelijke revolutie. En we zien hoe wetenschappers als Nicolaas Stensen en Swammerdam op zeker moment terugdeinzen voor de religieuze consequenties van hun onderzoek. Dit was ook het onderwerp van zijn bekroonde boek Gevaarlijke kennis (2007), maar dat wordt hier gepresenteerd op een wijze die voor een breder publiek aantrekkelijk kan zijn.

–                Rob Hartmans.

Cosimo aan de Keizersgracht

Luuc Kooijmans

368 p. Prometheus, € 24,99

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 11 - 2021