Home Fantasten van velerlei pluimage

Fantasten van velerlei pluimage

  • Gepubliceerd op: 26 november 2003
  • Laatste update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Dick Engelen
  • 4 minuten leestijd

411 p. Boom, euro 19,50

‘Het is een bijzonder kind, en dat is-ie.’  Deze uitspraak legt C. Johan Kieviet, de geestelijke vader van Dik Trom, diens natuurlijke vader in de mond telkens wanneer de kleine held weer eens een dekselse streek heeft uitgehaald. Mutatis mutandis zou vader Trom zich in dezelfde bewoordingen over ‘Leonie’  hebben kunnen uitlaten, zo hij haar zou hebben gekend.


Maar daar houdt de overeenkomst tussen Dik Trom en Leonie Brandt-Pütz, de heldin van Aalders’  biografie, op. Waar de snaaksheden van eerstgenoemde uiteindelijk blijken ingegeven door een goede inborst, laat Leonie, zoals we haar kortheidshalve maar zullen blijven noemen, zich leiden door ­-  ja, waardoor eigenlijk? Dat is de vraag waarmee de lezer (in elk geval deze lezer) blijft zitten na het doorworstelen van de honderden bladzijden waarin een manmoedige poging wordt gedaan het leven van deze dame te reconstrueren. 

Aalders volgt de levensweg van Leonie op de voet, van haar geboorte in 1901 tot haar dood in 1978. En elke fase van dat leven is, in de woorden van de auteur, ‘omgeven met een waas van geheimzinnigheid en vol mysteries’ . Zo zou zij, om maar bij het begin te beginnen, niet zijn verwekt door haar vader, de mijnwerker Johann Paul Pütz, maar door een passerende ‘heer van adel’ . 

Deze fantasie omtrent haar eigenlijke afkomst zet de toon voor het hele boek. Dat boek, zo belooft ons de ondertitel, zal de lezer een blik gunnen in ‘het intrigerende leven van een Nederlandse dubbelspionne’ , vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Die belofte wordt helaas niet ingelost. Wat de lezer krijgt voorgezet is een soort keuzemenu, waarbij het de kok blijkbaar onverschillig laat welke versie van Leonies levensverhaal de consument tot zich wenst te nemen: de versie-Leonie, de versie van een tegenstand(st)er of die van weer een andere getuige. Elk van deze versies, zo wordt Aalders niet moe te betogen, heeft zijn voors en zijn tegens, hoewel ook het tegendeel niet uitgesloten lijkt. 

Niets is wat het lijkt, en niets lijkt wat het is, de lezer moet het zelf maar uitzoeken. Dat geldt voor Leonies vooroorlogse zogenaamde inlichtingenactiviteiten voor de Amsterdamse officier van justitie Van Thiel (of was het voor de militaire inlichtingendienst GS III, of misschien toch voor de Abwehr?) en voor haar langdurig verblijf in het concentratiekamp voor vrouwen Ravensbrück (als spionne voor de kampleiding, onbaatzuchtig helpster van zieken en zwakken, of beide?). En het geldt ook voor haar naoorlogse leven, waarin zij naar eigen zeggen rechercheurs van het Bureau voor Nationale Veiligheid (BNV) om haar vinger wond en valse processen-verbaal liet opmaken in opdracht van het hoofd van dat bureau, Einthoven (of toch niet, en zo niet, in wiens opdracht dan wel?).
 

Deze voortdurende onzekerheden en ambiguïteiten domineren ook het hoofdstuk over de zogenoemde ‘stadhoudersbrief’ , een voorstel dat prins Bernhard tijdens de Tweede Wereldoorlog aan Hitler zou hebben gedaan. De prins zou zich daarin bereid hebben verklaard in het verslagen Nederland als een soort stadhouder het Groot-Duitse rijk te dienen. Bestaat een dergelijke brief, of alleen een kopie daarvan? Is die kopie echt, en waar bevindt die deze zich dan wel? Waarom komt de anonieme getuige, die de brief (of de kopie) gezien zou hebben, er niet mee voor de draad? Vrees voor de lange arm van de prins, of – nu begin ik zelf te fantaseren – voor de beruchte verhoorkelders van de AIVD? Allemaal vragen die onbeantwoord blijven. 

Als het Aalders’  bedoeling is geweest te laten zien hoe verwarrend de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog waren, en hoe fantasten van velerlei pluimage hun kans niet alleen schoon zagen, maar ook daadwerkelijk grepen, dan is hij daarin geslaagd. De lezer blijft inderdaad in verwarring achter en is over het leven van Leonie niet veel wijzer geworden. Dat zou, om Aalders te parafraseren, Leonie deugd hebben gedaan. 

Dick Engelen is auteur van het boek ‘Geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheidsdienst’ , over de rol van de BVD in de Koude Oorlog.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.