Veel mensen denken bij de negentiende eeuw nog altijd aan de even knusse als slome tafereeltjes die Anton Pieck schilderde, of aan statische foto’s – gevolg van de lange sluitertijden – van stille binnensteden of het slaperige platteland, waar alles heel traag ging. In werkelijkheid was het een ongekend dynamische eeuw, waarin de wereld volledig op zijn kop werd gezet.
Stoomschepen en treinen maakten een veel sneller vervoer van personen en goederen mogelijk, de komst van de telegrafie zorgde ervoor dat berichten razendsnel over de aardbol vlogen, en de uitvinding van de rotatiepers resulteerde in de verspreiding van goedkoop massadrukwerk. Deze en andere technologische innovaties leidden tot enorme economische expansie, waardoor grote groepen in de samenleving – de arbeiders moesten nog even geduld hebben – veel welvarender werden.
Door de toegenomen welvaart steeg de vraag naar kunst en cultuur. Als in de eerste levensbehoefte is voorzien, willen de mensen hun leven graag verfraaien en veraangenamen. Tegelijkertijd maakte de technologische vernieuwing het mogelijk in die vraag te voorzien. De gegoede burgers begonnen veel meer te reizen en zagen delen van Europa die tot dan toe vrijwel onbereikbaar waren geweest. Musici trokken van land naar land en brachten werk van grote componisten ten gehore. En boeken en ideeën bereikten veel meer dan daarvoor een lezerspubliek in andere landen. De elite las doorgaans moeiteloos Frans, maar er ontstond tevens een grote markt voor vertalingen.
In Europeanen vertelt Orlando Figes – die met Natasja’s dans al eerder een cultuurgeschiedenis van Rusland schreef – hoe Europa in deze tumultueuze negentiende eeuw steeds meer een culturele eenheid werd. Men las overal dezelfde literaire en filosofische boeken, bezocht dezelfde opera’s en speelde thuis op de piano dezelfde muziekstukken. Uiteraard gold dit vrijwel uitsluitend voor de aristocratie en de hogere burgerij. Maar ook in de boeken en bladen die voor de lagere burgerij toegankelijk waren, kon men kennismaken met de kunst, cultuur en gebruiken van andere landen – zaken die op het platteland uiteraard slechts mondjesmaat en met grote vertraging doordrongen.
Figes hangt zijn verhaal op aan de levensloop van de Russische schrijver Ivan Toergenjev, de Franse operazangeres Pauline Viardot en haar man Louis, die een curieuze driehoeksrelatie hadden. Zij stonden in contact met vrijwel de gehele Europese culturele elite en belichaamden zo het kosmopolitisme van de hogere kringen. De Eerste Wereldoorlog maakte daar goeddeels een eind aan, en tegenwoordig staat het weer in een kwade reuk. Figes’ boek is dan ook een aanklacht tegen populisme en bekrompen nationalisme.
Rob Hartmans is historicus, journalist en vertaler.
Europeanen. Het ontstaan van een gemeenschappelijke cultuur
Orlando Figes, 624 p. Nieuw Amsterdam, € 42,99
Bestel in onze webshop.
Dit artikel is exclusief voor abonnees