Home Een onverschrokken verzamelaar

Een onverschrokken verzamelaar

  • Gepubliceerd op: 24 september 2020
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
Een onverschrokken verzamelaar

De Duitse arts Philipp Franz von Siebold vertrok in Nederlandse dienst naar het Japanse Dejima. Van daaruit verzamelde hij kistenvol informatie over de flora, de fauna en de gebruiken van zijn gastland. Hij overtrad ondertussen regelmatig de Japanse regels. En dat was levensgevaarlijk.

Huizen stortten in, daken vlogen de lucht in en mensen zochten tussen het puin een schuilplek. Het was september 1828 en het stormde in Nagasaki. Het noodweer was een ramp voor de inwoners en voor Philipp Franz von Siebold betekende het dubbel pech. De Duitse arts in Nederlandse dienst zag delen van zijn huis wegwaaien, maar dat was niet zijn grootste probleem. Want kort ervoor had hij kistenvol Japanse schatten aan boord gebracht van het schip de Cornelis Houtman, dat in de Baai van Nagasaki klaarlag om weg te varen. Door de storm raakte het schip los van zijn anker en belandde het met zijn neus op een strandje waar het niet thuishoorde. Daarmee trok het de aandacht van Japanse controleurs, die een kijkje namen aan boord.

Dat moet schrikken zijn geweest voor Von Siebold, want zijn vracht was niet pluis. De controleurs vonden kaarten van steden, havens en waterwegen, wapens, religieuze beelden en heel veel meer dat Japan helemaal niet mocht verlaten. Von Siebold was zwaar in overtreding. Zo zwaar dat hij moest vrezen voor de doodstraf.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Belladonna

Philipp Franz Siebold werd in 1796 geboren in het Beierse Würzburg als neefje, zoon, kleinzoon en achterkleinzoon van artsen en chirurgijns. Zijn vader en broers studeerden allemaal aan de geneeskundefaculteit van Würzburg, waar zijn grootvader doceerde. Die grootvader werd in 1801 vanwege zijn medische verdiensten in de adelstand verheven en vanaf dat moment mocht de familie zich Von Siebold noemen.

Het eiland Dejima.

Voor Philipp lag het voor de hand om geneeskunde te studeren in Würzburg, en dat deed hij ook. Maar kort na zijn opleiding week hij af van het gebaande pad. Hij regelde toestemming van de Beierse koning om in dienst te treden van het Nederlands-Indische leger en op zijn 26ste vertrok hij als medisch officier naar Java. Eenmaal daar kreeg hij al snel de opdracht door te reizen naar Japan.

Dat land hield zichzelf toen al een kleine twee eeuwen afgesloten voor Europeanen. Behalve voor Nederlanders, want die mochten wonen en handeldrijven op het kunstmatige eilandje Dejima, bij Nagasaki. Onder strenge controle mochten ze af en toe de rest van het land in.

Op Dejima zou Von Siebold de bewoners verzorgen. En daarnaast zou hij informatie verzamelen over Japan, want geografische, economische en culturele kennis over het grotendeels afgesloten land was waardevol voor handelaren en politici.

In zijn jaren in Japan zou Von Siebold zich een scherpe informatieverzamelaar betonen. Hij raakte oprecht geboeid door het land en bouwde een netwerk van interessante personen, die hem hielpen aan kennis, planten, dieren en spullen. Daarvoor maakte hij dankbaar gebruik van rangakusha, Japanners die Nederlands spraken en veel van het land wisten. Zij vormden de schakel tussen Dejima en de rest van Japan en zouden Von Siebold vaak helpen, al vormden ze bij zijn aankomst een probleem. Als uitstekende tolken vielen ze namelijk over zijn zware Duitse accent. Was hij wel een Nederlander, of kwam hij van elders en had hij dus niets te zoeken op Dejima? Dat probleem werd opgelost met het kletspraatje dat de Duitser een ‘Hoog-Nederlander’ of ‘Berg-Nederlander’ was – de term werd ter plekke verzonnen – en zo zijn curieuze spraak te verklaren. Von Siebold mocht het land in.

Von Siebold wordt betrapt met plattegronden, wapens en religieuze beelden

In de jaren daarna zouden rangakusha Von Siebold veel vertellen over hun land en hem helpen aan connecties met andere Japanners. Mede dankzij hen kreeg hij toestemming om buiten Dejima Japanse patiënten te behandelen en zelfs een kliniek en een kostschool voor medisch onderwijs te beginnen in Nagasaki.

Japanse artsen kenden indertijd vooral traditionele geneeswijzen met Chinese roots en waren nieuwsgierig naar medische inzichten uit het Westen. Von Siebold bouwde in hun kringen een goede reputatie op, onder meer door zijn aanpak van troebele ooglenzen, een veelvoorkomend probleem. Om die te behandelen verwijdde hij de pupillen van zijn patiënten met belladonna, een in Japan onbekend stofje. In Europa werd het al eeuwen gebruikt, ook door vrouwen die vonden dat ze er aantrekkelijker uitzagen met grote pupillen. Vandaar de naam, die ‘mooie vrouw’ betekent.

Von Siebolds reputatie trok studenten naar zijn kostschool. Daar onderwees hij hen in westerse wetenschappelijke kennis en technieken, en daarom wordt hij in Japan nog steeds geëerd als de man die de geneeskunde grote stappen vooruithielp.

Tegen de regels

Intussen leerde Von Siebold over Japan. Hij liet iedere student aan zijn kostschool een scriptie inleveren over een niet-medisch Japans onderwerp, van geschiedenis, religie en geografie tot flora en fauna. Dankzij die informatie, en dankzij inlichtingen van andere Japanners, zou hij later boeken volpennen. Er kwam een zevendelig Archief voor de beschrijving van Japan, ‘volgens Japansche en Europische geschriften en eigene waarneming bewerkt’, met historische, geografische en culturele verhalen, landkaarten en illustraties. En Von Siebold publiceerde, met hulp van twee medeauteurs, het boek Bibliotheca Japonica, met een overzicht van de Japanse literatuur en Japanse, Chinese en Koreaanse woordenboeken.

Minstens zo belangrijk waren de ladingen planten, dieren, stenen en spullen die Von Siebold dankzij zijn netwerk bij elkaar sprokkelde en die de basis vormden van een Fauna en een Flora Japonica – de laatste is deels door hem geschreven.

Von Siebold was niet de eerste Europese natuurverzamelaar in Japan, maar zijn verzamel- en onderzoeksdrift, zijn systematische aanpak en zijn netwerktalent waren van groot belang voor de ontsluiting van Japan voor Nederlandse geesten. In zijn verzamelwoede hield hij maar matig rekening met de Japanse wetten. Zo smokkelde hij zaden van gewilde theeplanten naar Java, ondanks een duidelijk verbod. Ze ontkiemden en binnen een paar jaar draaiden er theeplantages op het eiland. Zo werd Java in de theehandel een belangrijke concurrent van China en Japan.

Philipp Franz Balthasar von Siebold (17 februari, 1796 – 18 oktober, 1866).

Zelfs toen hij het hof van de shogun bezocht, bleef Von Siebold sjoemelen. Eens in de vier jaar reisden vertegenwoordigers van Dejima naar Edo, het tegenwoordige Tokyo, om de shogun eer te betonen. In 1826 mocht Von Siebold mee en tijdens de 1400 kilometer lange reis en aan het hof zelf verzamelde hij gegevens, op dezelfde manier als hij in Nagasaki had gedaan: door interessante mensen te spreken en bij hen onder meer landkaarten en kunst te ritselen. Een van zijn gesprekspartners was de keizerlijke arts Habu Genseki, die nieuwsgierig was naar Von Siebolds pupilverwijdende middel. Von Siebold gaf het recept en kreeg een kimono-achtig kledingstuk in ruil, een kosode, die Genseki van de shogun had ontvangen en die niet bedoeld was om weg te geven aan buitenstaanders.

Door dit soort giften aan te nemen en door tegen de regels in met Japanners te corresponderen, overspeelde Von Siebold zijn hand. Een van zijn indirecte connecties was Mamiya Rinzō, die Noordoost-Azië had verkend en die zich wel aan de regels voor internationale contacten hield. Hij meldde dat Von Siebold kennis en ideeën uitwisselde met hovelingen en daarom begon het hof de vreemdeling te controleren.

Verbannen

En toen brak, in 1828, de storm los boven Nagasaki, en liep de Cornelis Houtman vast op een strand. Dat was een mooie aanleiding om het schip te controleren en Von Siebold te betrappen. Inspecteurs vonden de kosode die hij had gekregen, samen met verboden kaarten en andere smokkelwaar.

Een deel van de lading werd in beslag genomen en Von Siebold en zijn vrienden werden ondervraagd en maandenlang in de gaten gehouden, maar ze hielden hun mond en beschermden elkaar.

Alleen hofastronoom Takahashi Sakuzaemon-Kageyasu, die Von Siebold aan kaarten had geholpen, gaf eerlijke antwoorden. Hij werd vastgezet en stierf in maart 1829 in de gevangenis. Von Siebold zelf ontsprong dankzij goede connecties de doodstraf, maar werd wel levenslang uit Japan verbannen. In Nagasaki liet hij een geliefde achter, Kusumoto Taki, met wie hij jaren had samengewoond. Ook hun tweejarige dochter, Shiimoto Ine, bleef in Japan. Zij zou later de eerste vrouwelijke arts worden met een westerse opleiding en specialiseerde zich in verloskunde en gynaecologie.

Von Siebold vertrok in 1829 met een aanzienlijk deel van zijn verzameling en ging terug naar Europa. Enige tijd woonde hij in Leiden en in zijn buitenhuis Nippon in Leiderdorp, waar hij Japanse planten kweekte. Daarnaast maakte hij zijn kennis te gelde, onder meer als Japan-adviseur van de Nederlandse regering. Ook de Duitse en Russische regeringen gaf hij raad over de omgang met Japan, het land waar hij zelf niet meer heen mocht.

Na bijna 30 jaar mag Von Siebold terug naar Japan

Maar na een kwarteeuw nam de Japanse geschiedenis een nieuwe wending. In 1854 dwongen de Verenigde Staten het land zich voor hen open te stellen en in de jaren daarna sloot Japan verdragen met ander westerse landen, waardoor buitenlanders welkom werden. In dat nieuwe, opener klimaat werd Von Siebold van zijn straf ontheven en in 1859 kon hij, eindelijk, terug naar Japan. Hij nam een twaalfjarig zoontje mee, want hij was intussen een nieuw gezin begonnen en had met zijn echtgenote Helene von Gagern vijf kinderen gekregen.

Von Siebold ging weer naar Nagasaki, waar hij adviseur werd van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Twee jaar woonde hij in Japan en opnieuw overtrad hij de regels, zij het dit keer die van de Nederlanders: hoewel het hem verboden was, probeerde hij adviseur te worden aan het hof in Edo. Daarom moest hij in 1861 voor een tweede keer vertrekken. De rest van zijn leven probeerde hij terug te komen, maar dat kreeg hij niet meer voor elkaar. In 1866 stierf hij, in München.

Geertje Dekkers is historicus en journalist.

Een rijke verzameling

Van opgezette vogels tot hortensia’s

Planten, dieren, zaden, lakwerk, kleding, boeken, kunst: Von Siebold verzamelde het allemaal en liet het naar Europa verschepen. Een deel van zijn collectie werd na de storm in de Baai van Nagasaki in beslag genomen, maar nog veel meer kwam hier aan.

Eenmaal terug in Europa liet hij in een huis aan het Rapenburg een deel van zijn verzameling zien aan liefhebbers. In dat pand is tegenwoordig het Japanmuseum SieboldHuis gevestigd, dat bijzondere spullen uit zijn verzameling laat zien. Die voorwerpen zijn deels in leen van Naturalis, dat duizenden gedroogde planten, zaden, houtmonsters, opgezette vogels, reptielen en ook nog eens ladingen ongewervelden aan Von Siebold te danken heeft. De rest van de tentoongestelde voorwerpen komt van het Museum Volkenkunde, dat boeken, kleding, potjes, beelden, kaarten en meer van Von Siebold bezit.

Daarnaast heeft de Leidse hortus botanicus een ‘Von Siebold-gedenktuin’ met planten die hij hier introduceerde. Von Siebold bracht behalve gedroogde exemplaren namelijk ook levende planten mee terug, zoals hortensia’s en hosta’s, die toen een nieuwigheid waren en inmiddels standaardtuinplanten zijn geworden. Helaas introduceerde hij hier ook de Japanse duizendknoop, die andere planten in razend tempo overwoekert, gebouwen laat verzakken en dijken verzwakt. Dankzij Von Siebold werd deze plant hier een plaag.

Info: www.sieboldhuis.org

Stadsgezichten van Katsushika Hokusai

Onopgemerkt wereldberoemd

‘Zes gezichten op de stad Edo, in kleuren op papier, in onze stijl geschilderd door de schilder Hokusai,’ zo beschreef Von Siebold een reeks aquarellen in zijn collectie. Die omschrijving is opmerkelijk, want de prenten, tekeningen en schilderijen van Katsushika Hokusai (1760-1849) zijn wereldberoemd. Zijn gezichten op Fuji zijn geliefd en zijn Grote golf bij Kanagawa is misschien wel het bekendste Japanse kunstwerk ooit gemaakt.

Van deze topkunstenaar had Von Siebold dus werken in bezit. Sterker nog: hij kende de man. De twee ontmoetten elkaar in 1826, toen Von Siebold van Dejima naar Edo reisde. Vermoedelijk kreeg hij toen ook de schilderingen, die sterk afwijken van andere Hokusais. De kunstenaar had zich voor deze werken namelijk laten inspireren door westerse kunstwerken, onder meer in het gebruik van perspectief. Bovendien had Hokusai de werken niet gesigneerd, want dat had hem ongetwijfeld problemen opgeleverd als hij ze aan Von Siebold gaf. Om voor buitenlanders te werken moesten Japanse kunstenaars namelijk speciale toestemming hebben, en die had Hokusai niet.

Daardoor konden de aquarellen jarenlang relatief onopgemerkt in het Museum Volkenkunde hangen, tot Matthi Forrer, Japankenner van het museum, in een Duits archief bovenstaande omschrijving vond en begreep om welke werken het ging. In 2016 maakte hij zijn ontdekking bekend en ineens had de wereld er zes Hokusais bij.

Meer weten

Von Siebold’s reis naar het hof van de shogun in het jaar 1826 (2005) door Philipp Franz Von Siebold en J.M.J. van Oijen.

Siebold en Japan. Zijn leven en werk (2000) door A. Kouwenhoven en M. Forrer.

Manners and Customs of the Japanese: Japan and the Japanese in the Nineteenth Century (2018) door Philipp Franz Von Siebold en M.M. Busk.

 

 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 10-2020