Wie in de oude stad van Jeruzalem besluit om eens een dagje te besteden aan het bezichtigen van architectuur uit de tijd van de Mammelukken (1250-1517), kan op verraste reacties van de lokale bewoners rekenen. Hij staat in de verkeerde straten stil voor veronachtzaamde gebouwen. Toeristen kennen hun plaats. Ze volgen gebaande wegen en de meest gevolgde route in het oude Jeruzalem is wel die van de Via Dolorosa, de geconstrueerde lijdensweg van Jezus.
Toch staan er nog opvallend veel fraaie laatmiddeleeuwse Mammelukse panden in Jeruzalem, herkenbaar aan de fraaie afwisseling van donker- en lichtgekleurd natuursteen. En dat is helemaal verrassend als je bedenkt dat Jeruzalem rond 1400 slechts zesduizend inwoners telde, onder wie honderd christelijke en tweehonderd Joodse families. In Amsterdam zouden zulke oude panden aller aandacht trekken. In Jeruzalem sjokt iedereen er achteloos aan voorbij.
Mensen komen daar voor heel andere dingen: voor de rommelige Heilige Grafkerk, de onooglijke Klaagmuur – de Israëli’s braken een door de zoon van Saladin gestichte wijk af om een plein te creëren; daarvoor was het een straatje van niks –, voor de plaats waar ooit de tempel van Salomo stond en nu de Rotskoepel. Mensen komen vooral voor dingen die ze niet meer kunnen zien. Jeruzalem was altijd meer idee dan werkelijkheid.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De laatste eeuwen was Jeruzalem vooral een onopvallend Aziatisch provinciestadje. Het huidige aanzien kreeg de oude stad vooral onder de Ottomaanse sultan Suleiman de Prachtlievende, die begin zestiende eeuw de huidige muren liet bouwen en allerlei gebouwen liet opknappen. De bevolking verdrievoudigde toen tot 16.000 inwoners.
Zoals vroegmoderne steden in Europa bestuurd werden door een patricisch familienetwerk, heersten in Jeruzalem eeuwenlang enkele families, met namen die we tot op de dag van vandaag herkennen als Hoesseini en Noesseibeh. En net als in Amsterdam werden er pas rond het midden van de negentiende eeuw nieuwe wijken gebouwd buiten de oude stad. Toen Israël in 1967 de stad verenigde, telde die nog steeds slechts 267.800 burgers: een kwart Arabieren, driekwart Joden. Pas nu begint de stad met tegen de 800.000 inwoners iets voor te stellen.
Een traditionele stedengeschiedenis waarin alle aspecten behandeld worden, biedt Simon Sebag Montefiore in zijn boek over drieduizend jaar Jeruzalem zeker niet. Waar de bewoners al die millennia van leefden, kom je bijvoorbeeld nauwelijks te weten. En een biografie van de stad, zoals de ondertitel ons wil doen geloven, is het ook al niet. Niet de stad stelt Montefiore centraal, maar de levens van vele mensen die er iets mee te maken hadden. Daar vertelt hij een lange reeks korte verhalen over.
Vaak gaat het dan om vorsten en heersers, en Montefiore is vooral geïnteresseerd in hun persoonlijke eigenaardigheden, misdragingen en wreedheden. Wie zich vandaag de dag afvraagt waarom een terrorist tientallen doden maakt, komt hier vorsten tegen die bij hun volle verstand concurrerende zonen uit de weg ruimden. Of iemand als Herodes, die zijn verovering van Jeruzalem vierde door 45 van de 71 leden van het Joodse Sanhedrin (gerechtshof) te vermoorden.
Tegen het eind wordt het boek boeiender, omdat Montefiore dan veel meer verschillende soorten mensen behandelt. Napoleon slaagde er niet in om Jeruzalem in te nemen, maar vanaf de negentiende eeuw kwam er een lange reeks christelijke reizigers op gang, die zich er soms blijvend vestigden. Vele kleurrijke types passeren dan de revue, zoals de familie Spafford, die de Amerikaanse Kolonie stichtte, of de ud-speler Wasif Jawhariyyeh, die veertig jaar lang een boeiend dagboek bijhield. Zowel de Duitse keizer Wilhelm II als de Russische prediker Grigori Raspoetin deed de heilige stad aan.
Het eigenlijke verhaalvan de stad vertelt Montefiore vaak tussendoor, en de boeiendste details zet hij in verhalende noten, die gelukkig echt aan de voet van de bladzijde staan. Je vraagt je of de auteur al die wetenswaardigheden niet beter in afzonderlijke kaders had kunnen plaatsen.
Jan Dirk Snel
Simon Sebag Montefiore
Jeruzalem. De biografie
732 p. Nieuw Amsterdam, € 39,95