Home Een nieuwe taak voor historici

Een nieuwe taak voor historici

  • Gepubliceerd op: 19 november 2020
  • Laatste update 10 feb 2021
  • Auteur:
    Beatrice de Graaf
Een nieuwe taak voor historici

Als je door corona- en koningshuisnieuws murw bent geslagen, lijkt de geschiedenis bijna te vervlakken. Sinds de zomer is het een soort Groundhog Day, met de dagelijkse update van het aantal besmettingen en hoogstens af en toe een koninklijke faux pas ertussendoor om ons bij de les te houden. Je zou bijna denken dat dit het einde van de geschiedenis is, met iedereen voor eeuwig in een zoom-lus.

Totdat de monotonie werd opengebroken door de gruwelijke moord op de Franse leraar Samuel Paty, op vrijdag 16 oktober. Daarmee stond de geschiedenis van Verlichting, laïcité, dekolonisatie, burgeroorlog, immigratie en religieuze radicalisering ineens weer pontificaal op de agenda. Ik had me er van de zomer in verdiept als tijdverdrijf, maar had niet bedacht dat het allemaal weer zo actueel zou worden.

We waren namelijk in Frankrijk op vakantie vlak voordat alles weer rood werd. Vakantie is voor mij ook een stapel boeken mee die helpen het landschap waarin we verblijven door de bril van de historische virtuele realiteit te zien. Als kind vond ik vakanties in Frankrijk leuk, omdat ik me dan kon verbeelden dat vanuit de bosjes Bertrand du Guesclin, de held uit Het rad van fortuin (1978) van Thea Beckman, met zijn trawanten naar ons loerde. En nu waande ik me in Nîmes te midden van de hugenotenvervolgingen, dankzij het doorwrochte, maar wel behoorlijk zware boek Frankrijk en de hugenoten (2009) van Pierre van Enk.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Al zorgde vooral het stapeltje boeken van de vermaarde Frankrijk-kenner Henk Wesseling (1937-2018) voor echte vakantiepret. De citaten van De Gaulle die Wesseling aanhaalt in De man die nee zei (2012), zijn net zo meesterlijk als zijn eigen gave om in een paar pennenstreken ingewikkelde Franse kwesties uit de doeken te doen. Het is echt de moeite waard nog eens te lezen hoe Wesseling de strijd tussen Kerk en Staat in Frankrijk beschrijft en de Dreyfus-affaire ontrafelt. Of toont hoe De Gaulle in 1958 probeerde de Franse Republiek een nieuw grondwettelijk fundament te geven, terwijl de kogels van OAS-terroristen hem om de oren vlogen.

Maar had Wesseling ook iets zinnigs kunnen zeggen over de gruwelijke aanslag op leraar Paty? Had hij de toespraak van president Macron over tolerantie en vrijheid ook zo indrukwekkend gevonden? Had hij geweten hoe je die activistische Franse staatsreligie van universele waarden, verlicht onderwijs, gelijkheid en scheiding van Kerk en Staat kunt verenigen met een bevolking van 6 miljoen moslims? Waarvan de jongeren voor meer dan 70 procent voorrang geven aan hun religieuze identiteit, en zelfs de sharia, boven die republikeinse waarden? Ik denk het niet. Ik vrees dat dit opvlammen van religieus islamitisch separatisme en de interactie hiervan met jihadistisch terrorisme voor Wesseling een raadsel waren geweest. Voor hem als liberale historicus was het heel moeilijk religie als existentiële drijfveer echt een plaats te geven – lees zijn boeken er maar op na. Dat blijft bij Wesseling een black box. Een nieuwe generatie historici moet ermee aan de slag om het opnieuw te doorgronden.