Home Een aanvaarde vorm van conflictregulering

Een aanvaarde vorm van conflictregulering

  • Gepubliceerd op: 31 januari 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Rob Hartmans

Een steekpartij in de kroeg, een taxichauffeur die door de concurrentie in elkaar wordt geslagen, een trambestuurder die gemolesteerd wordt – er wordt geheid verslag van gedaan in de media. En als het faliekant verkeerd afloopt en het slachtoffer komt te overlijden, dan weet je meteen wat het onderwerp van de talkshows van die avond is. Bovendien trekt de bijkans onvermijdelijke ‘stille mars’ die erop volgt ook weer volop de aandacht.

Het grote publiek, de politici en veel wetenschappers zijn het erover eens: het leven in de stedelijke samenleving wordt steeds gewelddadiger. Ook over de oorzaak hiervan bestaat een stevige consensus: schaalvergroting, individualisering, privatisering en een sterk toegenomen mobiliteit hebben geleid tot een veel grotere anonimiteit. En iedereen snapt dat je eerder een onbekende in elkaar trapt of neersteekt dan iemand die je kent.

Deze kijk op geweld in de hedendaagse samenleving is gebaseerd op minimaal twee veronderstellingen: vroeger was er minder geweld doordat er meer sociale controle was, en geweld is puur impulsief en irrationeel, het is ongecontroleerde agressie. Vandaar dat geweld vaak wordt voorzien van adjectieven als ‘blind’ en ‘zinloos’.

Volgens de Belgische historicus Antoon Vrints, die onderzoek heeft gedaan naar geweld in de openbare ruimte in een aantal Antwerpse wijken in de eerste helft van de twintigste eeuw, ontberen bovenstaande ideeën elke empirische basis. Ze komen niet voort uit bestudering van de feiten, maar eerder uit een cultuurpessimisme dat treurt over de teloorgang van de Gemeinschaft, waarin mensen leefden in traditionele en overzichtelijke sociale verbanden, en de komst van de anonieme, kille, materialistische Gesellschaft.

Deze verwijzing naar het beroemde boek van Ferdinand Tönnies uit 1887, met die twee begrippen in de titel, maakt al duidelijk dat Vrints van mening is dat dit soort nostalgie nergens op slaat.
Op basis van zeer gedetailleerd onderzoek komt hij tot de conclusie dat veel van de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan het idee dat onze samenleving steeds gewelddadiger wordt simpelweg niet kloppen. Zo is het absoluut onjuist om te denken dat de desintegratie van informele sociale netwerken leidt tot een stijging van geweldsincidenten.

Juist in de oude volksbuurten, waar sprake was van enorme sociale controle en een hechte gemeenschap, had geweld een heel duidelijke functie en kwam het veel vaker voor dan tegenwoordig. Geweld was een algemeen aanvaarde vorm van conflictregulering, en de reputatie van een man hing af van de mate waarin hij in staat en bereid was geweld te gebruiken. In meer welvarende buurten was dit soort geweld – dat absoluut niet ‘zinloos’ was – veel geringer, en met de ‘verburgerlijking’ van de arbeidersklasse en het minder hecht worden van de buurtgemeenschappen nam ook daar het geweld af.

Vrints ruimt in zijn boek nog veel meer misverstanden op, zoals het idee dat vroeger geweld vooral ‘expressief’ was (een tamelijk primitieve uiting van superioriteit) en tegenwoordig vooral ‘instrumenteel’ (bedoeld om gemakkelijk aan geld of seks te komen). Ook laat hij zien dat voor de overgrote meerderheid van de bevolking de kans om als slachtoffer of als dader betrokken te raken bij een geweldsincident niet is toegenomen.

Richtte de moral panic, het idee dat de samenleving helemaal de verkeerde kant op holt, zich vroeger vaak op de vermeende zedenverwildering en losbandig gedrag, nu is het vooral het geweld dat gezien wordt als bewijs dat de maatschappij desintegreert. Geweld geldt nu als de ‘ultieme normovertreding’, als iets wat volkomen irrationeel is en niet zou moeten bestaan.
Volgens Vrints komt dit vooral doordat het geweld in toenemende mate uit het leven van mensen is gedrongen. Onze samenleving is simpelweg minder gewelddadig dan vroeger, zodat geweldsincidenten veel uitzonderlijker zijn en daardoor meer aandacht trekken, waardoor het gevoel van onveiligheid versterkt wordt.

Het is een merkwaardige paradox, die in herinnering roept wat de criminoloog Willem Nagel in de jaren zestig zei tegen studenten die hem vroegen wat men kon doen tegen het toegenomen geweld: een ander ochtendblad lezen.

Het theater van de straat. Publiek geweld in Antwerpen tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw
Anton Vrints
367 p. Amsterdam University Press, € 39,50

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.