Over het leven in de DDR bestaan veel grimmige films, maar Zwei zu eins bewijst dat je er ook een schelmenkomedie over kunt maken.
De film speelt zich af in de zomer van 1990 in het Oost-Duitse Halberstadt. De aanstaande Duitse eenwording gaat in het stadje gepaard met massaontslagen en failliete fabrieken. Drie gedesillusioneerde werkloze veertigers, een vrouw en twee mannen, ruiken een kans om rijk te worden als ze ontdekken dat Oost-Duits geld wordt opgeslagen in een oud bunkercomplex in de buurt. Het zal worden vervangen door West-Duitse marken. Hun plan om geld uit de bunker te stelen moeten ze snel uitvoeren, want ostmarken kunnen nog maar drie dagen tegen westmarken worden ingewisseld.
Geld stelen is één ding, maar grote bedragen inwisselen zonder argwaan te wekken is een tweede. De drie lossen het op door alle buurtbewoners iets van het gestolen geld te laten omwisselen. Uiteraard doemen barrières op, want geld maakt hebzuchtig. Ook zorgt de ongemakkelijke romantische driehoeksverhouding tussen de drie personages voor complicaties. Zwei zu eins is een deels op ware gebeurtenissen gebaseerde absurdistische komedie. Omdat de DDR geen goede verbrandingsovens had, werd in 1990 al het papieren geld inderdaad in het bunkercomplex bij Halberstadt opgeslagen. Dat er geld gestolen werd, staat ook vast. Met hun diefstal niets mis, menen de drie personages in Zwei zu eins: ‘We zijn geen criminelen, maar willen een beetje gerechtigheid.’

