Home Driehonderd hosselende kinderen

Driehonderd hosselende kinderen

  • Gepubliceerd op: 30 maart 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Anne Huits

De tentoonstelling Kind aan de ketting, over kinderen in slavernij toen en nu, is verhuisd van Amsterdam naar Fort Nieuw Amsterdam in het Surinaamse district Commewijne. Kind aan de ketting is samengesteld door het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis (NiNsee) en is – heel prozaïsch – ondergebracht in de cellen van een voormalige gevangenis. Er is nog te zien waar de stapelbedden stonden, want de verleidelijke dames die de gevangenen hebben opgeplakt zijn niet allemaal verwijderd.

Tot de doelgroep behoren toekomstige leerkrachten en leerlingen van de vijfde en zesde klassen van het Surinaamse lager onderwijs. De boodschap die de tentoonstelling moet overbrengen is: er bestond kinderarbeid en er bestaat nog steeds kinderarbeid, ook in deze tijd. We zien kinderen aan het werk in India, in Afrika en Zuid-Amerika. We zien Milove in Haïti; zij veegt het straatje van haar meester schoon. Dit beeld trekt de aandacht op de affiche voor de tentoonstelling.

De tentoonstelling is interactief. Bezoekers mogen hun opmerkingen toevertrouwen aan kaarten die samen een lange ketting vormen. Het meisje Milove uit Haïti spreekt het meest tot de verbeelding. ‘Dat je vrij moge zijn op aard of in de hemel,’ wenst Dico haar toe. ‘Leer van de geschiedenis,’ adviseert Lucretia. Op een van de tafels ligt een witte lap katoen met uitnodigende viltstiften. Ook hiervan wordt gretig gebruikgemaakt: ‘Nooit meer slavernij’ lezen we, en: ‘Rot blanke.’
De vraag die deze tentoonstelling oproept, is of er in Suriname kinderarbeid voorkomt. Het antwoord is: ja. In de vorige eeuw waren hier de zogenoemde ‘kweekjes’: pleegkinderen uit de districten, die – in veel gevallen – door inwoners van Paramaribo in huis werden genomen als veredeld hulpje in de huishouding.

Recente cijfers zijn er niet. Voorzichtige schattingen komen in de buurt van de 2 à 3 procent van de Surinaamse kinderen die kinderarbeid verricht. Op een bevolking van rond de 500.000 zielen zijn dat zo’n 300 kinderen. Het gaat dan niet over formele arbeid in bijvoorbeeld tapijtfabrieken. Deze kinderen ‘hosselen’: ze nemen karweitjes aan, nu eens hier, dan eens daar. Ze werken op straat of op de markt, verkopen kranten of fruit, of wassen auto’s in een carwash. En armoede is ook hier de drijfveer.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.