Home De wraak van Diponegoro – Martin Bossenbroek

De wraak van Diponegoro – Martin Bossenbroek

  • Gepubliceerd op: 19 november 2020
  • Laatste update 23 jun 2021
  • Auteur:
    Eric Palmen
De wraak van Diponegoro – Martin Bossenbroek

In De wraak van Diponegoro concentreert Martin Bossenbroek zich op twee sleutelmomenten in de geschiedenis van Nederlands-Indië: het begin en het einde. De aanvang van Indië als koloniaal overzees rijk situeert hij in de eerste helft van de negentiende eeuw, toen de Britten zich met het Traktaat van Londen terugtrokken uit de Indische archipel. De nationale beweging van Soekarno luidde de zwanenzang in van het koloniale bewind, met de traumatische politionele acties van 1947-‘48 als dramatisch slotakkoord.

Hoe ging Nederland om met zijn kolonie? Dat is een belangrijk thema in dit boek. De ‘Oudgasten’ wilden in de eerste helft van de negentiende eeuw de tijden van de VOC met haar handelsmonopolie doen herleven, maar lieden als gouverneur-generaal Herman Willem Daendels stonden een liberale koers voor. Particulier initiatief zou bijdragen aan de welvaart voor allen, ook die van de inlandse bevolking.

Die tweespalt zien we een eeuw later terug in de reacties op de ethische politiek van Abraham Kuijper. Een conservatief-koloniale stroming moest niets weten van een bevoogdende rol van Nederland naar Indonesisch zelfbestuur. ‘Rijkseenheid’ was het parool. We waren er al driehonderd jaar, verkondigde de Utrechtse hoogleraar Carel Gerretson met de nodige bravoure, en we zouden erover driehonderd jaar nog steeds zijn.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De internationale gemeenschap dacht daar anders over. Tijdens de Tweede Wereldoorlog proclameerden de geallieerden met het Atlantisch Handvest een nieuwe wereldorde waarin kolonialisme plaats had gemaakt voor democratie en zelfbeschikking. De Verenigde Naties veroordeelden de politionele acties van Nederland dan ook scherp. Huib van Mook, de laatste luitenant gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, zag zijn droom van een Verenigde Staten van Indonesië uit elkaar spatten.

75 jaar na het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid maakte koning Willem-Alexander zijn excuses voor het excessieve geweld tijdens de politionele acties. ‘Een mooi en koninklijk gebaar,’ aldus oud-minister van Buitenlandse zaken Ben Bot, al zat Indonesië volgens hem helemaal niet te wachten op dat koninklijke pardon. In zijn epiloog heeft Bossenbroek weinig fiducie in de ‘onverzoenlijkste critici van het verafschuwde koloniale paternalisme’ en noemt hij hun schuldbewustzijn tegenover Indonesië ‘neokoloniaal’. Daarmee doet hij geen recht aan hun pleidooi voor een realistische inschatting van ons koloniale verleden, hoe pijnlijk die ook kan uitpakken voor ons nationale zelfbeeld. Wat onverlet laat dat Bossenbroek een begenadigd verteller is, die de lezer weet te boeien met De wraak van Diponegoro.

De wraak van Diponegoro. Begin en eind van Nederlands-Indië.

Martin Bossenbroek, 567 p. Athenaeum,  € 39,99