Veel historische kinderboeken gaan over de oorlog. Die oorlog is geen spannend avontuur, met een goede afloop en duidelijke goeien en slechten. Oorlog is een gekkenhuis, is de boodschap, met alleen maar slachtoffers.
‘Iedereen is naar Alkmaar gevlucht. Maar wij wilden de oorlog zien, hè Jakob?’ zei Siempie. ‘Wij wel,’ zei Jakob. ‘Maar de oorlog was niet leuk, hè Jakob?’ ‘Nee,’ zei Jakob, ‘de oorlog was niet leuk.’
Drie van de zes boeken die dit jaar genomineerd waren voor de Thea Beckmanprijs hebben oorlog als hoofdthema. Ook in ruim eenderde van de boeken op de longlist speelt een oorlog, al dan niet op de achtergrond, een rol. Dat is niet verrassend: tijden van oorlog leenden zich altijd al om een historisch verhaal te combineren met spannende avonturen van de hoofdpersoon. In de huidige historische jeugdromans is oorlog echter niet opwindend meer en zijn nauwelijks helden en schurken te ontdekken.
Er is nog wel een vijand, maar die vijand is niet per definitie slecht. Soms zijn de goeden en de slechten zelfs inwisselbaar. De Romeinse Rufus in Het Hercynische Woud keert zich tegen de veroveringszucht van Julius Caesar en kiest uiteindelijk voor de Germanen: ‘Ik ben het volkomen met u eens dat mijn volk hier niets te zoeken heeft.’ Maar in Aanval op het fort zijn de Germanen juist blij met de ‘Pax Romana’, die oorlog tussen de verschillende stammen moeten voorkomen. De hoofdpersonen zijn dolgelukkig als ze Romeins burger mogen worden.
Ingewikkelder is het in de boeken over de Tweede Wereldoorlog. Hier worstelen de hoofdpersonen met het vijandbeeld. De Duitse soldaat Heinz die in Voorbij Niemandsland is ingekwartierd in de achterkamer van Marieke is aardig; hij geeft haar lekkers en houdt ook niet van de oorlog. ‘Maar toch, ze horen hier niet,’ zegt haar moeder.
De Belgische Marja, die in Marja tijdens de oorlog in Maagdenburg werkt, is omringd door ‘de vijand’. Ze ontmoet fanatieke aanhangers van Hitler, maar ook veel aardige Duitsers, die de oorlog net als zij zo goed mogelijk door proberen te komen. De vijand van de Duitsers is ook die van Marja als ze wordt belaagd door de geallieerde bombardementen. En na alle doorstane ellende wacht haar thuis geen warm welkom, omdat ze vrijwillig naar Duitsland is gegaan.
Ook in Geen stap terug is het lastig om te ontdekken wie een held is en wie de vijand. De Russische journaliste Lena ziet dat de politiek commissarissen soms wreder zijn dan de Duitsers, en dat de Russen hun eigen soldaten meedogenloos neerschieten. Als ze met de Duitse soldaat Friedrich wodka ruilt voor eten, is er even toenadering: ‘Hoeveel moeite ze ook deed om hem als een doortrapte fascist te beschouwen, het lukte haar niet om hem te haten, niet als individu.’
‘Ze behoorde niet tot die Russen waar ze hoerenzonen en bolsjewistische moordenaars naar riepen,’ denkt Friedrich op zijn beurt. ‘Ze was geen Russische soldaat die gevangenen ontmande en naakt liet doodvriezen.’ Als Lena echter ontdekt dat haar beschermelingetje Dmitri is omgekomen, haat ze de Duitsers als nooit tevoren. ‘Jullie hebben hem vermoord. Het kwam niet in orde. De oorlog was niet voorbij. Hij zou nooit voorbij zijn. Ze bleven voor altijd dood. Ze haatte de Duitsers. Haatte hen allemaal.’
Lugubere wegwijzers
Dit sombere einde staat niet op zichzelf. In veel kinderboeken worden de gruwelen van de oorlog expliciet beschreven. Soldaten sneuvelen bij duizenden, vrouwen worden verkracht, kinderen blijven alleen achter. De Fransen staan in De voorspelling, met water overgoten in de vrieskou, ‘als lugubere wegwijzers’ tijdens de terugtocht van Napoleons gedecimeerde leger. Marja ziet een vrouw en haar baby verdwijnen in het kokende asfalt tijdens de vuurzee die is veroorzaakt door de geallieerde bommen. De kleine Dmitri moet de handen van dode soldaten openwrikken om aan eten te komen voor zichzelf en zijn kleine broertje – dat ook sterft.
Soms zijn juist de niet-gewelddadige details aangrijpend: zoals de moeder van de Kroatische Luca die vlak voor de vlucht uit Servië nog het portret van zijn oma in een overvolle ‘Turkentas’ probeert te stoppen. Luca’s moeder en zusje worden onderweg aangehouden en vermoord. Drie foto’s hebben Luca en zijn vader nog waar zij op staan.
Als kinderen de oorlog niet aan den lijve meemaken, is hij wel voelbaar in de afwezigheid van een vader of broer – thema van een aantal boeken. Bing, hoofdpersoon in het prachtige Dani Bennoni, ligt af en toe in het bed van zijn broer, die aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog is gemobiliseerd. ‘Van het liggen in Moon word ik blij. Als ik in de kuil in de matras heb gelegen, ben ik bestand tegen de dag.’ De vader van Donderkop is vermist: ‘Hij is niet dood en niet levend. Hij is de foto op de kast. Hij is de verdwenen soldaat! Ik haat hem! Ik haat hem! Dat ze hem maar gauw vinden! Dat ze hem fatsoenlijk begraven. Dat we hem kwijt zijn, voorgoed!’
In de fantasie van de kinderen in Donderkop wordt Donderkops vader ‘de verdwenen soldaat’, symbool voor alle vermiste mannen in het dorp. In veel boeken wordt aangrijpend beschreven hoe de oorlog een plaats krijgt in de belevingswereld van kinderen. Een gewonde soldaat in de Wolga is voor Dmitri een riviermonster. Als Marieke in Voorbij Niemandsland na spertijd buiten is, is ze doodsbang dat de Duitsers haar opsluiten. ‘Eigen schoeld! Had je maar niet buiten moeten lopen. Ze geven haar brood met zeep en brood met spelden. En wie weet schieten ze haar daarna dood.’
Luca speelt met zijn Servische buurjongetje Vanja ‘verradertje zoeken’. ‘Overal vonden ze laffe en bange Kroaten. Hun vrouwen werden opgesloten in het dichtstbijzijnde kasteel en hun kinderen, het addergebroed, gooiden ze in de kloof van het gebergte, als voedsel voor de draak. Het was heerlijk.’ Tot Vanja wordt binnengeroepen door een boze moeder en het gat in de heg tussen hun tuinen wordt dichtgemaakt.
Pief, paf, poef
‘Dit was het dus, hier werden al hun jongensdromen waar,’ denken de hoofdpersonen in Het hart en het mes als ze in Bergen de eerste confrontatie meemaken tussen de Fransen en het leger van Engelsen en Russen. ‘Dit hadden ze met zoveel plezier gespeeld, ik was de ridder en jij was de schurk, pief, paf, poef. Binnen luttele tellen werden hun dromen van heldendom en eeuwige roem op het slagveld neergesabeld. Bloed stroomde door de straten van Bergen. Bloed, kolkend van angst en blinde drift.’
Oorlog is geen kinderspel, is de boodschap in deze boeken. Oorlog is een ‘helse mallemolen van vernieling en dood’, die alleen maar slachtoffers maakt. De Nederlandse historische jeugdboeken hebben wat dat betreft hun onschuld verloren.
ACTUEEL
Op zaterdag 17 september reikte Historisch Nieuwsblad in themapark Archeon in Alphen aan den Rijn voor de derde keer de Thea Beckmanprijs uit. De jury, die bestond uit hoogleraar geschiedenis Maarten van Rossem, Kidsweek-recensente Annemarie Terhell en Historisch Nieuwsblad-redacteur Marchien den Hertog las 36 boeken. Ze nomineerde zes boeken, die erin slagen om een waarachtig en boeiend verhaal te vertellen, waarin de historische feiten soepel zijn verwerkt. Winnaar van de Thea Beckmanprijs 2005/2006 is een Belgisch boek: Jonkvrouw door Jean-Claude van Rijckeghem en Pat van Beirs.
De shortlist voor de Thea Beckmanprijs 2005/2006
De winnaar: Jean-Claude van Rijckeghem en Pat van Beirs, Jonkvrouw. 279 p. Facet, euro 17,95
Jonkvrouw Marguerite van Male heeft een haat-liefdeverhouding met haar vader, de graaf van Vlaanderen, die liever een zoon had gehad. Door haar huwelijk met een Engelse kandidaat te saboteren, verbindt Marguerite het lot van Vlaanderen tijdens de Honderdjarige Oorlog aan dat van Frankrijk. Jonkvrouw is met veel vaart en merkbaar plezier geschreven, vol spectaculaire vechtscènes en gevatte woordenwisselingen. De auteurs geven een mooi beeld van middeleeuws (bij)geloof en gebruiken, en hun hoofdpersoon is een overtuigende Middeleeuwse, ondanks haar pogingen haar leven naar haar hand te zetten.
Kristien Dieltiens, De stille pijn van Luca. 207 p. Clavis, euro 17,95
De stille pijn van Luca is een aangrijpende jeugdroman over de recente oorlog in Joegoslavië. Langzaam sluipen etnische spanningen het dorp van Luca binnen. Uiteindelijk moet hij vluchten; onderweg worden zijn moeder en zusje vermoord. Luca brengt angstige maanden door bij een groep zigeuners, tot hij gered wordt. Met de mythische verhalen over de boosaardige heks Baba Yaga, die al het wit met rood en zwart besmeurt, houdt Luca de angstaanjagende werkelijkheid op afstand.
Aline Sax, Geen stap terug. 255 p. Clavis, euro 19,95
Een Russische journaliste, een Duitse soldaat en een kind zwerven door de puinhopen tijdens de Slag om Stalingrad. De Russische Lena moet op zoek naar heldenverhalen, maar haar stukken over gewone Russen worden niet geaccepteerd. De kwetsbare Friedrich blijkt zo’n slechte commandant dat hij zijn mannen moet omkopen met wodka om te voorkomen dat ze hem vermoorden. Het jongetje Dmitri probeert met zijn babybroertje te overleven. De knappe wisseling van perspectieven maakt de zinloosheid van de oorlog goed duidelijk.
Sylvia Vanden Heede, Donderkop. 96 p. Terra/Lannoo, euro 11,50
Een verhaal over kinderen in een Belgisch dorp in de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog. Vrouwen treuren er om de doden; duizenden soldaten en andere restanten van de oorlog liggen in de grond om het dorp. De kinderen gaan op zoek naar de verborgen schat van de verdwenen soldaat, en dat wordt Donderkop fataal. Mooi wordt beschreven wat de kinderfantasie doet met de herinneringen aan de oorlog in het dorp.
Simone van der Vlugt, De bastaard van Brussel. 221 p. Lemniscaat, euro 14,95
Een spannend boek over een Brusselse brouwer, een onecht kind van graaf Lamoraal van Egmond. Crispijn Matsijs is getuige van de gebeurtenissen in de Zuidelijke Nederlanden die de opmaat vormden voor de Nederlandse Opstand en wordt daar zelf in meegesleept. Door deze tijd te beschrijven door de ogen van gewone burgers geeft de schrijfster een goed beeld van de aantrekkingskracht en verspreiding van het nieuwe geloof. Hoe komt het bijvoorbeeld dat mensen zich verliezen in de Beeldenstorm?
Floortje Zwigtman, Schijnbewegingen. 509 p. De Fontein, euro 19,95
Hoofdpersoon Adrian Mayfield ontdekt en verkent in Victoriaans Londen zijn homoseksualiteit. Hij belandt in morsige achterbuurten en chique landhuizen en komt in aanraking met het artistieke milieu rond de Ierse dichter Oscar Wilde. Het boek is een prachtige schets van het negentiende-eeuwse Engeland: van stadsbeeld en dagelijks leven, maar ook van de standenmaatschappij, de dubbele moraal – prostitutie! -, literatuur en kunst.
Oorlog in de historische kinderboeken van 2005/2006
Lies Bate, Marja. 194 p. Davidsfonds/Infodok, euro 14,95
Marianne Grootenbroer, Voorbij Niemandsland. 129 p. Van Goor, euro 12,95
Paul Kustermans, De voorspelling. 178 p. Davidsfonds, euro 15,95
Sjoerd Kuyper, Het hart & het mes. 192 p. Leopold, 14,95
Martine Letterie, Aanval op het fort. 93 p. Leopold, euro 13,95
Bart Moeyaert, Dani Bennoni. 86 p. Querido, euro 11,50