Home De vooruitgang: ‘De luchtmacht treft geen blaam bij de val van Srebrenica’

De vooruitgang: ‘De luchtmacht treft geen blaam bij de val van Srebrenica’

  • Gepubliceerd op: 10 september 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Michiel de Hoog

Proefschriften, lezingen of artikelen kunnen het beeld van het verleden veranderen. In hun boek Check the horizon concluderen Wim Lutgert en Rolf de Winter dat de Koninklijke Luchtmacht in Bosnië uitstekend werk hebben verricht.


Werk aan de winkel, dachten Wim Lutgert en Rolf de Winter toen ze de opdracht hoorden van toenmalig bevelhebber van de luchtstrijdkrachten Droste. Hij vroeg hun een boek te schrijven over de verwikkelingen van de Koninklijke Luchtmacht (KLu) in de Bosnië-crisis (1991-’95). `We begaven ons met dit onderzoek op onbekend terrein. Er is weinig ervaring met onderzoek naar recente militaire operaties. Voorheen schreven ook wij vooral over de Tweede Wereldoorlog en de jaren vijftig en zestig. Daarvoor konden we de archieven in. Nu waren we aangewezen op ongearchiveerde rapporten en beleidsstukken, en hebben vooral veel moeten interviewen.
        Ook de luchtmacht deed in Bosnië nieuw werk; het was de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog dat de KLu daadwerkelijk in actie kwam. Bovendien was het ander werk dan waarop het leger was ingesteld. West-Europa had zich immers decennialang voorbereid op een aanval vanuit het Oostblok. Met de val van de Berlijnse Muur werd dit beleid overbodig. De Golfoorlog van 1991 luidde een serie vredes- en crisisbeheersingsoperaties in. Zulke operaties vergen een andere voorbereiding en instelling. Voor de Nederlandse luchtmacht was Bosnië daarom het begin van een nieuw hoofdstuk in zijn geschiedenis.
        Onze conclusie is dat de KLu in de operaties in Bosnië uitstekend werk heeft geleverd. Nederland had drie taken: verkenningsvluchten, patrouilleren in het Bosnische luchtruim, en het bombarderen van gronddoelen. De NAVO was zeer tevreden over de manier waarop Nederland deze opdracht heeft uitgevoerd. En terwijl Nederland na de Verenigde Staten en Groot-Brittannië de meeste vluchten uitvoerde, hebben we geen enkel toestel verloren. De Turken, Britten, Amerikanen en Fransen hebben wel vliegtuigen moeten afschrijven.
        In de Kosovo-crisis, van maart tot juni 1999, bleken luchtaanvallen een beslissende factor. Dit rechtvaardigt de conclusie dat oorlogvoering door de lucht belangrijker en effectiever wordt. Nederland heeft aangetoond hieraan een belangrijke bijdrage te kunnen leveren.’

Srebrenica
`Srebrenica is natuurlijk een heikel punt in boeken als het onze. De val van de enclave op 11 juli 1995 krijgt veel aandacht in ons boek, maar vooral omdat het een keerpunt in de oorlog was. Na de val trad de NAVO in opdracht van de Verenigde Naties harder op. Dit leidde rechtstreeks tot de Dayton-akkoorden, die een einde maakten aan de oorlog in Bosnië.
        De luchtmacht treft geen blaam bij de val van Srebrenica. De KLu heeft slechts twee tanks kunnen bombarderen, er was geen toestemming van de Verenigde Naties voor verdere acties. Dit had te maken met de militaire besluitvorming in Bosnië; die liep via een lange en ingewikkelde commandoketen. Dutchbat-commandant Karremans heeft diverse malen luchtsteun aangevraagd, maar die verzoeken konden op veel punten in de keten geblokkeerd worden. En dat gebeurde dan ook. Het kwam vaker voor dat de Verenigde Naties geen toestemming gaven voor verdergaande acties, met het argument dat overmatig geweld represailles tegen de lichtbewapende grondtroepen tot gevolg kon hebben.
        Aangaande het onderwerp “Srebrenica” hebben we overigens alle medewerking van de luchtmacht gekregen, wellicht omdat de luchtmacht niets te verwijten is in deze kwestie. Maar we hebben eigenlijk nooit het idee gehad dat we werden tegengewerkt. Integendeel, de meeste geïnterviewden hadden de gebeurtenissen nog helder voor ogen en wilden er graag over vertellen. Militairen hebben soms wel tegenstrijdige verklaringen afgelegd, bijvoorbeeld over wie het initiatief had bij bepaalde acties. Sommige mensen wilden hun eigen inbreng belangrijker voordoen dan die was.
        Verder hadden we onbeperkte toegang tot documenten. Namen van vliegers hebben we wel eens weggelaten om hen in bescherming te nemen tegen eventuele represailles; familieleden van omgekomen Bosnische soldaten zouden wraak kunnen nemen. Daar was echte vrees voor bij de luchtmacht. Daarnaast moeten operationele details zorgvuldig worden behandeld, omdat die nog van belang kunnen zijn voor latere acties. Daarom heeft de KLu die passages van tevoren zorgvuldig gelezen. Maar dat had met censuur niets te maken.’

Check the horizon. De Koninklijke Luchtmacht en het conflict in voormalig Joegoslavië 1991-1995, door Wim Lutgert en Rolf de Winter. 634 p. Sdu Uitgevers, ƒ 69,90

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.