Home De Vooruitgang

De Vooruitgang

  • Gepubliceerd op: 2 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Aniek Smit
  • 3 minuten leestijd

Nederland speelt al eeuwen een vooraanstaande rol op het gebied van watermanagement. Toch wisten we ons geen raad met onze rivieren en kwamen veel oplossingen uit het buitenland. ‘We moesten leren van onze eigen fouten,’ aldus Wilfried ten Brinke in zijn boek Land in zee. De watergeschiedenis van Nederland.

Onze eerste waterwerken danken wij aan een Germaanse stam, de Cananefaten. Zij leefden op hoge terpen langs de kust en maakten met uitgeholde boomstammen de eerste ‘duikertjes’: holle buizen door een dam om de afwatering van het daarachter liggende land te regelen. EN waarschijnlijk leverde het graafwerk van de Romeinse bevelhebber Drusus ons de verbinding van de Rijn met de IJssel op.
Onze grootschalige waterwerken waren er niet gekomen zonder de hulp van weer andere buitenlanders: de Engelsen. De stoommachine maakte het baggeren van het Noordzeekanaal en de Nieuwe Waterweg mogelijk. De Duitsers waren weer veel beter in het ‘beteugelen’ van de rivieren. ‘Maar je proeft in de literatuur over die tijd dat wij hun kennis over de Rijn niet zomaar wilden overnemen,’ vertelt Wilfried ten Brinke, fysisch geograaf bij Rijkswaterstaat. ‘Duitse oplossingen pasten niet bij Nederlandse problemen, terwijl het gewoon over dezelfde rivier ging.’
Natuurlijk kwamen de Nederlanders zelf ook met oplossingen, al waren die meestal bedoeld voor zelfgecreëerde problemen. ‘De veenwinning droeg bij aan de Gouden Eeuw, maar zorgde ook voor gedaald land dat om bescherming vroeg,’ aldus Ten Brinke. ‘De dijken die we vervolgens bouwden werden na iedere overstroming opgehoogd. Dat betekende minder overstromingen, maar als de dijk een keer doorbrak was de ramp des te groter. Men zocht telkens oplossingen voor de problemen van het moment. Onze watergeschiedenis is duizend jaar kortetermijndenken.’
Momenteel wordt in het Nederlandse beleid rekening gehouden met de verwachte zeespiegelstijging binnen tweehonderd jaar. ‘We hebben de strengste veiligheidsnormen ter wereld. Maar dat is niet altijd vanzelfsprekend geweest. Het is de vraag of er tot de oprichting van Rijkswaterstaat in 1798 überhaupt gesproken kan worden van waterschappen zoals wij ze nu kennen.’
Tijdens de Middeleeuwen werd de bescherming tegen het water op dorpsniveau geregeld. Dijken werden ‘verhoefslaagd’: iedere boer verzorgde het stukje dijk achter zijn land. Ten Brinke: ‘Dat onderhoud was best zwaar, de dijken waren hoog en al het materiaal moest met de kruiwagen worden aangevoerd. Omdat de boeren het er een beetje bij deden, reed eens per jaar de schouw in. De notabelen uit het dorp controleerden dan de dijk. Weigerde een boer de weggeslagen grasstukjes snel te vervangen, dan logeerde de hele groep controleurs op zijn kosten in de plaatselijke herberg tot hij dat wel gedaan had. Moest het waterschap de dijk zelf herstellen, dan gold het gezegde “wie niet wil dijken, moet wijken”. De boer moest zijn land verlaten.’
Het kleinschalige bestuur leverde vooral problemen op met de rivieren. Volgens Ten Brinke was het rivieronderhoud een zootje. ‘Omdat de rivieren “vrij” waren, kon iedereen grond aanwinnen waar hij wilde. De buurman zat vervolgens met de wateroverlast. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten was men zelfs zo druk met vechten en werden de verantwoordelijkheden zo betwist dat bij de stormvloed van 1421 veel dorpen verdronken. De Grote Waard veranderde toen in de Biesbosch. Wie weet, was het gebied zonder die burgeroorlog nooit verdronken en hadden wij nu nog een grote stad bij Dordrecht gehad.’ Pas in de achttiende eeuw werd onder leiding van de Duitser Christiaan Brunings, de eerste directeur van Rijkswaterstaat, een begin gemaakt met de beteugeling van de rivieren.
Toch waren er in de Nederlandse watergeschiedenis ook veel successen, bijvoorbeeld de Zuiderzeewerken van Cornelis Lely en de Deltawerken, gebaseerd op de plannen van Johan van Veen. Ten Brinke meent dat de Nederlanders als geen ander van het verleden geleerd hebben. ‘Nederland behoort tot de top van de baggernaties. Goed georganiseerde bescherming tegen het water is nu ons exportproduct. Alleen in 1953 ging het nog een keer fout. Door de versnippering van de waterschappen waren de dijken toen slecht onderhouden. Veel houten palen, die paraat moeten liggen om bij stormvloeden de doorgangen van wegen door de dijken af te sluiten, waren in de Tweede Wereldoorlog opgestookt als brandhout. We moeten nooit vergeten dat de dreiging van het water blijft bestaan.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Beatrice de Graaf portret
Beatrice de Graaf portret
Column

Trump begrijpt niet echt wat oorlog is

Nadat de HSS Iowa duizenden kilometers had gevaren, duizenden tonnen munitie had afgeschoten, en misschien wel nucleaire kernkoppen had meegetorst, mocht het schip in 2012 eindelijk voorgoed aanmeren. Het ligt nu in de haven van Los Angeles, voor iedereen te bezoeken als museum. En dat kan ik u van harte aanraden. Een tochtje door dit...

Lees meer
Studenten demonstreren tegen Trumps aanval op Harvard en andere Amerikaanse universiteiten.
Studenten demonstreren tegen Trumps aanval op Harvard en andere Amerikaanse universiteiten.
Interview

Historici in Amerika voelen angst: ‘Slavernij, gender en klimaat zijn nu verboden woorden’

President Donald Trump richt zijn vizier op universiteiten die hij ‘te woke’ vindt. Wie niet stopt met zijn diversiteitsbeleid, verliest subsidie. Zijn de Verenigde Staten nog wel het beloofde land voor wetenschappers? ‘Ik denk absoluut na over een terugkeer naar Nederland.’ Ze had in april een beurs aan moeten vragen voor haar onderzoek, maar Andrea...

Lees meer
CERN voltooit de eeuwenoude zoektocht van alchemisten: lood verandert in goud
CERN voltooit de eeuwenoude zoektocht van alchemisten: lood verandert in goud
Artikel

CERN voltooit de eeuwenoude zoektocht van alchemisten: lood verandert in goud

Langs mystieke én langs praktische weg onderzocht alchemist Jan Baptista van Helmont de mens en de wereld. Hij droomde van magische zalven en spirituele zaden en liet scheikundigen een belangrijke erfenis na. Maar zijn ideeën brachten hemzelf in grote problemen. Naar verluidt had Jan Baptista van Helmont rare, ketterse dingen beweerd. Dat het zweet van...

Lees meer
Portret Jean-Marc van Tol
Portret Jean-Marc van Tol
Interview

Jean-Marc van Tol: ‘Laat Johan de Witt op zijn sokkel staan’ 

Jean-Marc van Tol laveert al jaren tussen wetenschap en literatuur. Hij werkt aan een romantrilogie over raadpensionaris Johan de Witt. Inmiddels zijn er twee delen verschenen, Musch en Buat. Daarnaast is hij coauteur van een nieuw historisch boek over zijn held: De wereld van De Witt. ‘Historici moeten zich op feiten baseren, maar ook hun...

Lees meer