Home Dossiers Rusland Verschillende visies op de Russische Revolutie

Verschillende visies op de Russische Revolutie

  • Gepubliceerd op: 19 december 2016
  • Laatste update 24 jun 2023
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 10 minuten leestijd
Verschillende visies op de Russische Revolutie
Cover van
Dossier Rusland Bekijk dossier

Meer dan honderd jaar geleden, in 1917, vond in Rusland een grote omwenteling plaats. De revolutie leidde tot een communistische dictatuur. Maar hoe onvermijdelijk was deze uitkomst eigenlijk? Had Rusland ook een liberale democratie kunnen worden?

Toen de Sovjet-Unie nog bestond, luidde de officiële opvatting dat de Russische Revolutie het onvermijdelijke gevolg was van de historische ontwikkelingen. Het tsaristische Rusland was zo achterlijk, vermolmd en repressief dat er wel een revolutie moest komen. Nadat het autocratische bewind in februari 1917 min of meer vanzelf was ingestort, had de Communistische Partij onder leiding van de geniale Vladimir Lenin de eerste socialistische staat ter wereld gesticht.

Andere visies op de Revolutie

Serieuze historici in het Westen schetsen een heel wat genuanceerder beeld. Velen benadrukken dat de authentieke, democratische volksrevolutie in februari 1917 onvermijdelijk was geweest, maar dat de bolsjewieken van Lenin deze middels een staatsgreep de nek om hadden gedraaid. Weer andere historici menen dat als de revolutie niet was uitgebroken, Rusland na verloop van tijd een constitutionele, liberale monarchie was geworden.

Het land was immers sinds het eind van de negentiende eeuw in hoog tempo aan het moderniseren, op zowel politiek, economisch, cultureel als sociaal gebied. Er zijn dus nogal wat manieren om tegen de Russische Revolutie aan te kijken, maar welke is historisch nu het meest verantwoord?

In vergelijking met landen in Noordwest-Europa liep het Russische Rijk aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog in veel opzichten ‘achter’. Meer dan 80 procent van de bevolking woonde op het platteland, de industrialisatie begon net op gang te komen en er waren nog weinig moderne transport- en communicatiemiddelen. Rusland was een politiestaat, met een zeer wijdvertakte en actieve geheime politie, en de tsaar heerste nog als een autocratisch vorst.

De tsaar heerste als een autocratisch vorst

Na de mislukte revolutie van 1905 – die uitbrak toen Rusland op vernederende wijze was verslagen door Japan – was tsaar Nicolaas II akkoord gegaan met de instelling van een soort parlement. Maar deze Doema bezat nauwelijks macht en representeerde geenszins de bevolking.

Toch was er in de voorafgaande dertig jaar veel veranderd. Steeds meer boeren werkten een deel van het jaar in de industrie of het transportwezen. De industrialisatie voltrok zich in hoog tempo, en doordat deze zo laat begon, kon Rusland de moeizame beginstadia ervan overslaan.

De arbeidende bevolking was allerminst dociel: arbeiders staakten snel, en de boeren kenden een grote traditie van opstandigheid. Nieuwe politieke denkbeelden uit het Westen werden gretig overgenomen en vaak in een bijzonder radicaal jasje gestoken.

Vreedzame transformatie?

Nadat de opstandige beweging van 1905-1906 met veel geweld was neergeslagen, probeerde premier Petr Stolypin vooral de landbouw te hervormen, zodat er een gezonde klasse van actieve en innovatieve boeren zou ontstaan. In deze jaren profiteerde ook de industrie van enorme buitenlandse leningen en investeringen. Volgens sommige historici zou Stolypin het land hebben kunnen omvormen tot een moderne, constitutionele monarchie, als hij in 1911 niet was vermoord. Het is het echter hoogst onwaarschijnlijk dat zo’n vreedzame transformatie mogelijk was geweest.

Het immense Russische Rijk besloeg een zesde van het totale aardoppervlak en telde ruim 150 miljoen onderdanen. Van hen was slechts 44 procent Russisch; het merendeel behoorde tot een andere etnische groep. Vanaf de zestiende eeuw had Rusland een imperialistische politiek gevoerd, zodat grote delen van het rijk in feite koloniën waren, met alle spanningen en problemen van dien. De andere grote rijken die er rond 1900 waren – het Duitse keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk – zouden geen van alle de Eerste Wereldoorlog overleven. En ook de koloniale rijken van Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland zouden op termijn onhoudbaar blijken.

Het is daarom ondenkbaar dat het Russische Rijk ongeschonden had kunnen veranderen in een vreedzame, moderne en democratische grootmacht. Wat niet wil zeggen dat de revolutie in februari 1917 onvermijdelijk was. Een andere opstelling van het regime had de onvrede kunnen wegnemen.

Het effect van oorlog

Ook het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was niet onvermijdelijk, maar het was uiteindelijk wel deze oorlog die het tsaristische Rusland fataal werd. Het land was niet de hoofdverantwoordelijke; dat waren Oostenrijk-Hongarije en Duitsland, maar schone handen had het regime van Nicolaas II bepaald niet. Hij had veel voorzichtiger kunnen opereren, en het is de vraag of zijn steun aan ‘de Slavische broeders’ in Servië deelname aan een grote internationale oorlog rechtvaardigde.

Maar in de ogen van de tsaar en diens ministers stonden de nationale eer en het prestige als grote mogendheid op het spel. Eindelijk zou Rusland de nederlagen in de Krim-oorlog (1853-1856) en de Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905), en de slappe houding tijdens de recente Balkan-oorlogen kunnen wreken.

Veel eer en glorie viel er niet te behalen, want het Russische leger leed tal van nederlagen. Toch waren de militaire prestaties van de Russen lang niet zo dramatisch en hopeloos als vaak is gesuggereerd. De legerleiding leerde snel bij en het Russische leger was over het algemeen sterker dan het Oostenrijks-Hongaarse, terwijl het in de oorlog tegen Turkije beter presteerde dan de Britse troepen. De grootste militaire blunder zouden de Russen pas maken na het uitbreken van de revolutie: het rampzalige zomeroffensief van 1917.

Oorlogsmoe

In de winter van 1916-1917 begon de Russische bevolking oorlogsmoe te worden. Terwijl de soldaten ongekende ontberingen leden, bleef het moreel in het leger redelijk, maar ging het thuisfront steeds meer morren. De populariteit en het prestige van Nicolaas II daalden snel, wat niet alleen kwam door de militaire nederlagen, maar ook doordat hij voortdurend aan het front verkeerde.

Hij verbleef het grootste deel van de tijd in het militair hoofdkwartier, zo’n 650 kilometer van de hoofdstad Petrograd (Sint-Petersburg). Als gevolg hiervan nam de invloed van tsarina Alexandra en haar gebedsgenezer Raspoetin sterk toe (zie het artikel op p. 28). Zij benoemden volstrekt incompetente ministers. Na ruim twee jaar oorlog begon zelfs een deel van het establishment te verlangen naar het vertrek van de tsaar.

De binnenlandse onrust werd heviger toen in de grote steden voedselschaarste ontstond. In 1917 produceerde Rusland nog steeds voldoende eten voor de eigen bevolking, maar door het gebrekkige, overbelaste transportsysteem bereikte dit voedsel de grote steden onvoldoende. Zo was er eind februari in Petrograd al weken te weinig brood te koop. Dat leidde op 23 en 24 februari tot demonstraties, die al spoedig gewelddadig werden en waarbij het aftreden van de tsaar werd geëist.

De val van het regime

In het hoofdkwartier gaf Nicolaas het bevel de ongeregeldheden met geweld te onderdrukken, maar toen op 26 februari het vuur op de betogers werd geopend, sloot een groot deel van het Petrogradse garnizoen zich aan bij de opstandige bevolking. Toen hij het verzoek kreeg nieuwe ministers te benoemen, ontbond Nicolaas de Doema.

De belangrijkste politici legden zich hierbij niet neer en vormden op de 27ste een ‘Tijdelijk Comité’. Diezelfde dag werd in de hoofdstad – net als tijdens de revolutie van 1905 – een ‘sovjet’ gevormd, een raad van vertegenwoordigers van arbeiders, garnizoenssoldaten en matrozen van de vloot. Wat was begonnen als hongerrelletjes liep uit op een volslagen revolutie, waarbij de meerderheid van de troepen tegenover de politie stond, die nog overwegend loyaal was aan Nicolaas II.

Hoge militairen en conservatieve politici probeerden Nicolaas ervan te doordringen dat hij niet langer het vertrouwen van het leger en de bevolking genoot, en adviseerden hem afstand te doen van de troon, ten gunste van zijn 12-jarige zoon Alexei. Wegens diens leeftijd en zwakke gezondheid wilde de tsaar dit niet. Op 2 maart wees hij zijn broer Michael aan als zijn opvolger. Toen deze weigerde, kwam er na ruim 300 jaar een einde aan de heerschappij van de Romanovs.

De 12-jarige tsarevitsj Alexei was ziekelijk

Hiermee keerde de rust niet terug. Met de verdwijning van de tsaar stortte het hele bouwwerk van de Russische staat in elkaar. De instituties waarop de monarchie steunde – bureaucratie, politie, leger en kerk – verloren vrijwel van de ene dag op de andere hun machtspositie. Op het platteland keerden de boeren zich tegen de aristocratische grootgrondbezitters, die andere pijler van het regime, en in de industriecentra braken stakingen uit.

Het grootste probleem was dat er niet één machtscentrum was, maar twee: de Voorlopige Regering, die op 2 maart was aangetreden, en de sovjets die overal in het rijk werden gekozen. De regering, die voornamelijk bestond uit liberalen en gematigde socialisten, trok de verantwoordelijkheid naar zich toe, maar ontbeerde elke democratische legitimering. Ondertussen deinsden de min of meer democratisch gekozen sovjets terug voor hun verantwoordelijkheid. Terwijl de regering de oorlog wilde voortzetten, en in de zomer een rampzalig offensief begon, klonk in de sovjets steeds luider de stem van degenen die de oorlog wilden beëindigen.

Dit geluid was vooral afkomstig van de bolsjewieken, een partijtje dat begin 1917 landelijk nog geen 20.000 leden had geteld, maar dat vooral groeide nadat in april hun leider Lenin door het Duitse opperbevel van Zwitserland naar Rusland was getransporteerd (en miljoenen roebels kreeg om antioorlogspropaganda te bedrijven). Hoewel andere linkse partijen, zoals de socialisten-revolutionairen en mensjewieken, veel groter waren, wisten de goed georganiseerde, meedogenloze bolsjewieken uiteindelijk op 25 oktober de macht te grijpen.

De meedogenloze bolsjewieken grepen de macht

Al snel sloten ze een voor Rusland bijzonder ongunstige vrede met de Duitsers. Vervolgens wisten ze hun linkse tegenstanders onschadelijk te maken, en in de extreem bloedige burgeroorlog die spoedig uitbrak versloegen ze uiteindelijk ook alle andere ‘klassenvijanden’. Ze vestigden een totalitaire dictatuur, die het zou uithouden tot 1991.

Dat het ontstaan van de Sovjet-Unie niet onvermijdelijk was moge duidelijk zijn: niet alleen Nicolaas II had anders kunnen reageren op de binnenlandse en internationale spanningen, ook de Voorlopige Regering, de linkse partijen en de sovjets hadden een andere koers kunnen varen. Lenin maakte slechts gebruik van de mogelijkheden die de volstrekt chaotische situatie hem bood. Als zijn tegenstanders iets krachtdadiger waren opgetreden, had hij geen schijn van kans gemaakt en had de revolutie een andere uitkomst gehad.

Partijen in het tsaristische Rusland

Verreweg de grootste partij was die van de socialisten-revolutionairen, de opvolgers van de agrarisch-populistische narodniki uit de negentiende eeuw. Zij verheerlijkten de Russische boeren en pleegden terroristische aanslagen. Daarnaast waren er nog tal van anarchisten, die over het algemeen niet erg goed georganiseerd waren.

In 1898 was de Russische Sociaal-Democratische Arbeiderspartij opgericht. Hierin brak een conflict uit tussen de meer gematigde vleugel en de radicale aanhangers van Lenin, die de partij wilden omvormen tot een organisatie van beroepsrevolutionairen. Omdat Lenin en de zijnen op het congres van 1903 de meerderheid in het hoogste partijorgaan, het Centraal Comité, behaalden, noemden zij zich bolsjewieken, afgeleid van het woord bolsjinstvó (‘meerderheid’). Hoewel zijn tegenstanders in werkelijkheid veel talrijker waren, werden die sindsdien mensjewieken genoemd, afgeleid van het Russische woord voor ‘minderheid’.

Beide facties bestreden elkaar heftig, maar in 1906 werd de partij herenigd. Lenin werd toen niet in het Centraal Comité gekozen. In 1912 richtten hij en de zijnen een eigen Centraal Comité op, zodat er feitelijk twee afzonderlijke partijen bestonden. De bolsjewistische partij doopte zichzelf in 1918 om in Communistische Partij.

Andere kalender

In 1917 gold in Rusland nog de juliaanse kalender, die op dat moment dertien dagen achterliep op de in het Westen gehanteerde gregoriaanse kalender. Bij alle in dit artikel genoemde data dienen dus nog dertien dagen te worden opgeteld. Dus: 23 februari in Rusland viel in Nederland op 8 maart.

Meer weten:
Oorlog en revolutie. De ondergang van tsaristisch Rusland (2015) van Dominic Lieven.
De Russische Revolutie (2014) van Sheila Fitzpatrick.
Keerpunten van de Russische Revolutie (2017) van Tony Brenton (red.).

Rob Hartmans is historicus, journalist en vertaler.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 1 - 2017