Continuïteit en vastigheid waren voor de Egyptenaren erg belangrijk. Dit zorgde ervoor dat de Egyptische beschaving zo lang heeft kunnen bestaan, aldus prof. dr. Maarten Raven. Hij is conservator collectie Egypte bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en hoogleraar Museologie van het Oude Egypte aan de Universiteit Leiden . Op het Geschiedenis Festival verzorgt hij een lezing over de wereld van de Egyptische goden.
In uw lezing gaat u het hebben over het wereldbeeld van de oude Egyptenaren, dat werd bepaald door goden en godinnen. Hoe was de kosmos ontstaan volgens de oude Egyptenaren?
‘Hierover zijn verschillende verhalen in omloop omdat Egypte pas in 3000 voor Christus een eenheid werd. Daarvoor waren het onafhankelijke koninkrijkjes met eigen verhalen, tradities en goden. Toen Egypte een eenheid werd, bleven die verhalen naast elkaar bestaan. De oude Egyptenaren hadden geen bekeringsijver en tolereerden elkaar. Er is een aantal verhalen over de schepping van de aarde en die verschillen per stad.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De oude Egyptenaren vertrouwden erop dat na de dood alles goed zou komen
Het meest gebruikelijke verhaal is afkomstig uit de stad Heliopolis, tegenwoordig een buitenwijk van Cairo. Men geloofde hier in de god Atoem. In Heliopolis werd verteld dat er voor de schepping een watervlakte was waarin zich een goddelijke geest had gemanifesteerd, de geest Atoem. Atoem zou volgens de verhalen een heuveltje hebben gemaakt dat uit het water oprees. Zo scheidde hij tegendelen van elkaar, zoals droog van nat en licht van donker. Op deze manier schiep hij kosmische orde. De oude Egyptenaren streefden altijd naar orde.’
Wat gebeurde er volgens de oude Egyptenaren na de dood?
‘Ook hier zijn meerdere verhalen over, maar het meest gangbare verhaal is dat als je oprecht had geleefd en niet zondig was geweest, je kon voortleven na de dood. Je moest er wel voor zorgen dat je ziel in leven bleef. De ziel kwam met de dood los van het lichaam en om deze reden moest het lichaam gemummificeerd worden zodat de ziel altijd kon terugkeren. Op deze manier bleef de ziel in leven. Het lichaam bleef hierna in het graf en de ziel ging naar de onderwereld waar je kon voortleven. Voordat je in de onderwereld kwam, onderzocht Osiris, de god van de onderwereld, of je geen zonden had begaan. Hiervoor woog Osiris je hart met een weegschaal om te bepalen of het door zonden te zwaar was geworden. Als dit zo was, werd geloofd dat een monster je zou opeten.’
Wat zouden we in onze huidige tijd kunnen leren van de oude Egyptenaren?
‘De Egyptische beschaving heeft meer dan drieduizend jaar bestaan. Alles draaide om de godsdienst, want die bepaalde de staatsvorm, de wetten, de economie, enzovoort. Kennelijk gaf dat vastigheid en continuïteit en de oude Egyptenaren vonden dat fijn. Tegenwoordig verandert de wereld heel erg snel en veel mensen voelen zich hier niet prettig bij. Dan kun je nog wat leren van de Egyptische cultuur waar alles anders werd beleefd.
Tegelijkertijd was het een hele andere tijd die we niet met de onze kunnen vergelijken, zo was men nog niet bekend met het concept democratie. Men accepteerde dat de farao alles besliste en de goden gaven hen een ultiem vertrouwen. Daarnaast vertrouwden de oude Egyptenaren erop dat na de dood alles goed zou komen. De farao was de legitieme koning, was mens en god tegelijkertijd. Men geloofde dat de farao orde kon scheppen. Dat is een mooie gedachte.’