Home De Nederlandse idylle

De Nederlandse idylle

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet
  • 3 minuten leestijd

Op een stormachtige vrijdag in november maakten we de oversteek naar Schiermonnikoog om een weekend uit te waaien. Op Schier bestaat nauwelijks gemotoriseerd verkeer. Een enkele eilandbewoner heeft ontheffing voor een auto, maar verder gaat alles per fiets of te voet. Dat trekt rustzoekers, vogelaars en hondenbezitters aan. De boot was volgepakt met kalme, warm aangeklede mensen en ongeduldig aan hun riem rukkende honden. De noordwesterstorm, die net van windkracht 9 was afgezwakt tot een stevige 7 à 8, zwiepte het Waddenwater op tot een kolkende grijze massa. Het isolement van het eiland werd daardoor benadrukt. Lage, jagende luchten, striemend zand. Herfsttij.

De vuurtoren en de watertoren zijn de hoogste gebouwen op het eiland. De huizen liggen op ooghoogte netjes aaneengerijd langs stille, ruime straten of verscholen in het duin. In de loop van het weekend kom je steeds de gasten tegen die met dezelfde boot zijn gekomen en die misschien met dezelfde boot weer terug zullen gaan. En je ontmoet stilte. De zondagochtend is zo mogelijk nog stiller dan de zaterdag. Nergens het gedreun van autowegen op de achtergrond, nergens het diepe zoemen van de stad. Alleen de zee en de wind en de meeuwen en het kleppen van de kerkklok.

Op de boot terug zag ik een eenzame figuur door de passagiersruimte scharrelen. Een donkere man, gekleed in een ski-jack, ijsmuts op het hoofd, die ik terecht of ten onrechte kwalificeerde als een asielzoeker. Hij zag er verloren en verdwaald uit. Centra voor asielzoekers worden veelal gevestigd op de meest winderige en afgelegen plaatsen van Nederland, als het ware met de onuitgesproken boodschap: Willen jullie hier nou echt blijven? Weten jullie dat zeker?

Toen ik die man zag, besefte ik opeens waarheen de reis naar Schiermonnikoog ons had gevoerd. We hadden niet alleen door de ruimte gereisd, maar ook door de tijd. Ik zeg dit niet met een nostalgisch verlangen naar het verleden, maar met een zekere verbazing dat dat verleden enerzijds nog zo naadloos aansluit op de herinnering dat je nauwelijks beseft in het verleden te zijn beland, maar anderzijds onbereikbaar ver weg is.

Er is een verschil tussen de werkelijkheid, de ervaring van de werkelijkheid, en de interpretatie van de werkelijkheid. Er zijn in Nederland meer dorpen en buurtschappen als Schiermonnikoog, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan, en waar uitsluitend besmuikt geplaatste schotelantennes duidelijk maken dat de grote wereld via de televisie heus wel doordringt in de huiskamers. Het is heel goed mogelijk dat de inwoners van die afgeschermde buurtschappen een groter gevoel van verandering en ontworteling ervaren dan de enkele Amsterdammer van Nederlandse afkomst die nog in Slotervaart te vinden is.

De aanhangers van Fortuyn bewoonden veelal nog vrij ongerepte provincieplaatsen en lieten de angst voor verandering, die elders al voet aan de grond had gekregen, meespreken in hun politieke keuze. De bewoners van grote steden zijn gewend geraakt aan de veelkleurigheid van hun omgeving en nemen de verandering nauwelijks meer bewust waar, totdat ze bij een bezoek aan een monochroom dorp merken hoe snel en scherp de overgang van verleden naar heden werd gemaakt.

Het publiek op de boot naar Schier was als een foto van mijn vertrouwde verleden, het Nederland van mijn jeugd, waarin alles bijna goed was of bijna alles goed. Na de oorlog werd haastig teruggegrepen op wat nooit was geweest: de Nederlandse idylle. Terwijl de Rus door de Amerikaan werd tegengehouden, genoten wij van de groeiende welvaart in de beschutte Hollandse tuin.

Maar de heg zat vol gaten. Hij bestond eigenlijk niet. Mijn herinnering bedriegt me, want het is de herinnering van een kind dat nooit verder kwam dan de eigen straat in een Rotterdamse ‘krachtwijk’.
Ik heb me in de auto van Lauwersoog naar Amsterdam voortdurend af zitten vragen wat ik daar nou mee moest, met die constatering dat ik op de boot naar Schier met al die beleefde, brave, kalme mensen mij even qua tempo en atmosfeer had bevonden in mijn eigen verleden en het verleden van Nederland, en dat ik dat prettig vond. Ik weet het niet. Ik weet het nog steeds niet.
Nelleke Noordervliet

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.