Een foto van een schreeuwende vrouw naast een doodgeschoten student schokte in 1970 de wereld. De National Guard had op 4 mei het vuur geopend op studenten van Kent State University in Ohio. De reacties op het bloedbad waren tekenend voor de verdeeldheid in Amerika: het leidde tot demonstraties en protestsongs, maar sommigen vonden dat de studenten hun verdiende loon kregen.
Doordat president Donald Trump zwaarbewapende militairen inzet in grote Amerikaanse steden, krijgen de gebeurtenissen uit 1970 hernieuwde aandacht. De gebeurtenissen op Kent State laten zien hoe gemakkelijk de aanwezigheid van militairen kan leiden tot protesten en confrontaties – zeker als de soldaten van de National Guard niet getraind zijn om met burgerprotesten om te gaan. Niemand zal raar opkijken als Kent 1970 een vervolg krijgt in Los Angeles 2025 of Chicago 2025.
De directe aanleiding voor de schietpartij in Ohio was een aankondiging op nationale televisie van president Richard Nixon: hij had de oorlog in Vietnam uitgebreid door grondtroepen naar Cambodja te sturen, na maanden van geheime en illegale bombardementen op dat land. In reactie daarop barstten er protesten los op Amerikaanse universiteitscampussen. Nixon noemde de protesterende studenten ‘bums’, ‘die de campussen opblazen’. Hij suggereerde dat ze altijd stennis maakten, of het nu over de oorlog ging of over iets anders.
Ook op Kent State University verzamelden zich op 1 mei honderden protesterende studenten. Ze kwamen bijeen op de Commons, een glooiende heuvel in het midden van de campus, het centrum van activiteiten op de universiteit. De eerste bijeenkomsten eindigden vredig, maar confrontaties met de politie werden al snel grimmiger.
Er was onrust in de stad. Een groep van zo’n honderd mensen, volgens de verhalen niet alleen studenten maar ook motorrijders en zwervers, gooiden stenen en stookten vuurtjes in de straat. Alle kroegen werden gesloten en de politie joeg de studenten terug naar de campus. Maar de rust was schijn.
Op 2 mei staken activisten het gebouw van de Reserve Officers’ Training Corps in brand: een studentenprogramma om officieren op te leiden voor het Amerikaanse leger en een bolwerk van conservatieve studenten. Er liepen meer en meer demonstranten rond over de campus. Of beter gezegd: ze zaten vooral in cirkels in het gras.

Studenten waren ‘on-Amerikaans’
De Republikeinse gouverneur James Rhodes noemde de studenten on-Amerikaanse revolutionairen die de universiteit kapot wilden maken. Hij gaf meer dan honderd leden van de National Guard opdracht om op Kent State te patrouilleren. Gouverneurs kunnen beschikken over hun eigen National Guard en kunnen ze zelfs naar andere staten sturen, zoals we recentelijk zagen met Texanen in Chicago. De militairen waren bewapend met M1 militaire geweren en volledig opgetuigd voor een confrontatie, inclusief gasmaskers. Een deel van de spanning op de campus werd simpelweg veroorzaakt door de aanwezigheid van de soldaten en hun militaire voertuigen.
Op 3 mei wilden studenten helpen met het opruimen van de rotzooi in de stad, wat niet goed viel bij de bewoners en ondernemers. De burgemeester stelde een straatverbod in, dat na elf uur ’s avonds ook uitgebreid werd tot de campus. De National Guard gebruikte traangas en bajonetten op hun geweren om de studenten terug te drijven naar hun flats.
De National Guard gebruikte traangas om de studenten terug te drijven naar hun flats
De dag daarna, op maandag 4 mei, negeerden de studenten het verbod op demonstraties. Een paar honderd van hen kwamen samen op het golvende terrein van de campus. De universiteit probeerde de bijeenkomst af te gelasten en deelde biljetten uit die dat aankondigden, maar er hadden zich toch zo’n tweeduizend mensen op de Commons verzameld. Niet iedereen nam deel aan het protest, er liepen ook passanten en nieuwsgierige toeschouwers rond.
Toen de demonstranten weigerden op te breken, trokken zo’n honderd militairen een heuvel op, met traangas strooiend en met hun geweren in de aanslag. De menigte riep beledigingen en gooide traangasgranaten terug, maar was verder niet gewelddadig of agressief. De demonstranten trokken zich terug aan de andere kant van de Commons en de soldaten volgden hen over de heuvel, zonder te weten wat ze vanaf daar moesten doen, waardoor ze klem kwamen te zitten op een neerwaarts traject. Ze leken zich terug te trekken, terwijl een aantal studenten terug de heuvel opliep.
Toen kreeg een deel van de guardsmen het bevel om te knielen en hun wapens op de groep aan de voet van de heuvel te richten. Zonder verdere aanleiding klonken er ineens schoten, 67 rondes in dertien seconden. Vier studenten waren meteen dood, negen gewond. De meesten van hen waren niet eens demonstranten, ze keken toe terwijl ze van collegezaal naar collegezaal liepen. Het proces van orders en schietbevelen is nooit helder geworden.

Walk-outs en protestsongs
Het bloedbad, bekend als de Kent State Shootings of de Kent State Massacre, leidde tot acties op universiteiten in het hele land. Miljoenen studenten en staf namen deel aan walk-outs en demonstraties. De foto’s van de dode en gewonde studenten, en van de dreigende silhouetten van zwaarbewapende militairen aan de horizon, schokten de wereld.
Neil Young, lid van de destijds populaire band Crosby, Stills, Nash and Young, zag de foto’s en schreef meteen een liedje: ‘Ohio’. ‘Tin soldiers and Nixon coming/We’re finally on our own/This summer I hear the drumming/Four dead in Ohio.’ In de fade-out van de opname van ‘Ohio’ is Crosby’s stem te horen met de woorden ‘Four!’, ‘How many more?’ en ‘Why?’
Ze namen ‘Ohio’ twee weken later op en brachten het uit, een soort lijflied van de protestbeweging lancerend. Wie ironie zoekt, kan die vinden in het feit dat Ohio de zoetsappige hit ‘Teach your children’ van dezelfde band uit de top honderd verdreef.
De Kent State Massacre en de reacties erop – Nixons aanhangers vonden dat de ‘bums’ hun verdiende loon kregen – waren indicatief voor de verdeeldheid in Amerika in die jaren. De president werd in november 1972 met een landslide herkozen. Kent was grotendeels vergeten.
