Home De keizer van Leuven

De keizer van Leuven

  • Gepubliceerd op: 15 augustus 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Margreet van Muijlwijk

Het voormalige Maarschalk Fochplein in het centrum van Leuven was het afgelopen jaar inzet van politiek getinte schermutselingen over de rug van de geschiedeniswetenschappen. De luidste stem in de polemieken was de diepe bas van de socialistische Leuvense burgemeester Louis Tobback.


Tobback fulmineerde een jaar lang nationwide luidkeels tegen de ‘Vlaamse idiotie’. Volgens hem is de Vlaamse overheid zo begaan met het Vlaamse erfgoed dat graafwerk van archeologen overal bouwprojecten lamlegt, zoals de heraanleg van het Leuvense plein. Tobback liet in het afgelopen jaar geen kans onbenut om het archeologengilde te beschimpen: ‘Ze graven een paar visgraten op en doen of ze leven op de maan hebben ontdekt.’ Als gevolg van die ‘waanzin’ leed de middenstand op het plein zware schade en moesten broodjeszaken personeel ontslaan. Het einde van de opgravingen werd op 9 juli door Tobback gevierd met nog een flinke trap na in het dagblad De Morgen: ‘650.000 euro en zes maanden ellende voor een zootje scherven.’

Intussen gebruikte Tobback ander geschiedkundig onderzoek om zijn voornemen kracht bij te zetten omhet veelbesproken plein een andere naam te geven. Volgens hem had het militaire genie van maarschalk Foch er vooral uit bestaan dat hij in de Eerste Wereldoorlog zijn troepen als kanonnenvlees had gebruikt. ‘Zo iemand verdient geen plein,’ meende Louis Tobback.

Pieter de Somer was volgens Tobback een betere naamgever. Somer was de eerste rector van de Leuvense universiteit nadat deze in 1968, als gevolg van een hevige opstand van Vlaamse studenten, uitsluitend Nederlandstalig was geworden. Daarom heet het plein nu officieel 'Rector De Somerplein'.

De Leuvense Groenen ontstaken in grote woede. Zij vonden dat het plein moest worden vernoemd naar Sophie Scholl, van het Duitse studentenverzet Die Weisse Rose.

Opmerkelijk genoeg spuide de ‘volksnationale’ Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) veel kritiek op de politiek gezien slimme keuze van Tobback. Maar die betrof vooral de besluitvorming.

De aandacht voor deze geschiedkundige kwestie heeft vermoedelijk te maken met de komende verkiezingstijd. Op 14 oktober zijn er in België gemeenteraadsverkiezingen. Louis Tobback is al zeventien jaar burgemeester van Leuven en de pijlen worden vooral op hem gericht, en in het bijzonder op zijn bestuurlijke stijl. Hij krijgt bijnamen toegemeten die getuigen van historisch besef: de keizer van Leuven, Lodewijk XIV. Tobback blijft er laconiek onder en verdedigt zijn bestuurlijke stijl en zijn afkeer van archeologie met de stelling dat als er in 1448 een Brabantse administratie van Onroerend Erfgoed had bestaan, het beroemde gotische stadhuis van Leuven er nooit was gekomen. Dan hadden de vier patricërshuizen die er eerst stonden nooit afgebroken mogen worden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.