Home ‘De Finse Burgeroorlog was een grimmige episode, die veel morele vraagstukken opriep’

‘De Finse Burgeroorlog was een grimmige episode, die veel morele vraagstukken opriep’

  • Gepubliceerd op: 15 mei 2019
  • Laatste update 07 apr 2023
  • Auteur:
    Lola Bos
  • 4 minuten leestijd
‘De Finse Burgeroorlog was een grimmige episode, die veel morele vraagstukken opriep’

In zijn debuutroman Uiterste dagen brengt historicus en schrijver Ferdinand Lankamp een synthese van feit en fictie tot stand. Inspiratie voor het boek haalde hij uit de oorlogsverhalen die rondzongen in de Finse kant van zijn familie. ‘Mijn belangrijkste historische bronnen hadden niet zozeer te maken met de grote verhalen, maar meer met het dagelijks leven in die tijd.’

Welk familielid bood u de inspiratie voor het verhaal?

‘Mijn boek is gebaseerd op dingen die ik van mijn familie vernam over mijn eigen overgrootvader. Hij was Fins. In de loop van mijn jeugd hoorde ik verhalen over zijn ervaringen tijdens de Finse Burgeroorlog in 1918 en tijdens de Winteroorlog in 1939-1940. Op basis daarvan heb ik het boek geschreven.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Welke rol speelt de Finse Burgeroorlog in het verhaal?

‘De Finse Burgeroorlog werd kort na de Finse onafhankelijkheid van Rusland uitgevochten tussen de communistische “roden” en de anticommunistische “witten”. De hoofdpersoon in het boek is, net als mijn overgrootvader, een veteraan van die oorlog: hij vocht als vrijwilliger aan de kant van de zegevierende witten. Het was een bloederige oorlog met veel wreedheden over en weer. De ervaringen, daden en keuzes van de hoofdpersoon zijn hem altijd blijven achtervolgen en komen tijdens de Russische invasie van 1939-1940, wanneer het boek zich afspeelt, weer sterk naar boven.’

Begeeft u zich op de grens tussen feit en fictie?

‘In het boek ga ik in op de manier waarop het boek zelf tot stand is gekomen, dus er zit ook een grote laag metafictie in. Daarin bespiegel ik op de verwantschap tussen geschiedschrijving en het schrijven van literaire fictie. Het is daarbij moeilijk te zeggen of ik tussen feit en fictie in zit, of er juist boven sta. Het is een complexe wisselwerking, waarover ik zelf steeds opnieuw tot inzichten probeer te komen.’

Wat voor historische bronnen hebt u geraadpleegd?

‘Ik heb me sterk verdiept in overzichtsliteratuur over Finland in de negentiende en vroege twintigste eeuw en in literatuur over de Zweedstalige gemeenschap om een algemeen achtergrondbeeld te krijgen. Maar mijn belangrijkste historische bronnen hadden niet zozeer te maken met de grote verhalen, maar meer met het dagelijks leven in die tijd. Zo vond ik kadasterkaarten in het Fins Nationaal Archief en ben ik in Finland naar een openluchtmuseum geweest, waar heel veel bronnenmateriaal beschikbaar is over de manier waarop mensen in het Finland van de negentiende eeuw leefden.’

Welke gevolgen had de burgeroorlog voor de hoofdpersonen in uw  boek?

‘De hoofdpersoon komt uit de Zweedstalige gemeenschap in Finland. Die gemeenschap, vooral langs de westkust, was erg op de hand van de anticommunisten, dus de conservatieven. Tijdens de burgeroorlog zelf zijn er tegen de communisten in Finland heel harde represaillemaatregelen genomen, bijvoorbeeld in de vorm van standrechtelijke executies en concentratiekampen. Ook aan de overwinnende kant werden veteranen in zekere zin geplaagd door de herinnering daaraan. Ik heb ook met mensen gesproken die nu in die streek leven. Zij zeggen dat de burgeroorlog een taboe was, waarover veteranen liever niet praatten. Het was een heel grimmige episode, die veel morele vraagstukken opriep.’

In hoeverre is dat taboe nog steeds levend?

‘Zeker in het gebied waar mijn oma vandaan komt, dus de dochter van de hoofdpersoon, merk je dat er nog een sterke herinneringscultuur is, hoewel de veteranen zelf natuurlijk al overleden zijn. Ik was vorig jaar in Finland voor onderzoek en toevallig was er de week daarvoor een herdenking van de terugkomst van veel officieren die in de burgeroorlog zouden gaan vechten. Dat was een heel grote gebeurtenis, een enorme parade met een kranslegging bij het standbeeld voor de Onbekende Soldaat. De herinneringscultuur is nog heel levend,  vooral in die streek,  die sterk anticommunistisch is geweest. Als je mensen op straat erover aanspreekt, weten ze ook wel wat er is gebeurd, of kennen ze in ieder geval een heldhaftige versie van het verhaal.’

Afbeelding: Russische soldaten in Helsinki, 1917 (Nestori Jaakkola)