Op 1 juni jongstleden nam Willem Frijhoff, hoogleraar geschiedenis van de nieuwe tijd, afscheid van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Frijhoff is echter nog geenszins van plan de academische wereld te verlaten.
Bij zijn afscheid werd Willem Frijhoff (65) de feestbundel Heiligen of Helden overhandigd. Met deze 32 opstellen van zijn promovendi is hij net zo gelukkig als met het officierschap in de Orde van Oranje Nassau dat hem op dezelfde dag werd toegekend. En ook al is hij nu emeritus hoogleraar, ‘de geraniums lonken niet. Tenslotte is het métier van de historicus meer een habitus dan een beroep, en boeken en artikelen schrijven blijf ik doen,’ vertelt de door Historisch Nieuwsblad in 1994 tot meest productieve historicus gebombardeerde hoogleraar.
Bovendien blijft Frijhoff verbonden aan de Koninklijke Academie van Wetenschappen, en voorzitter van het project ‘Culturele dynamiek’ bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). ‘En dan heb ik het nog niet eens over de op stapel staande promoties.’
Frijhoff, in een ver verleden rooms-katholiek priester, studeerde van 1960 tot 1966 filosofie en theologie, en vertrok daarna naar Parijs om aan de Sorbonne geschiedenis en sociale wetenschappen te studeren. Hij was vervolgens jarenlang onderzoeker aan de École des Hautes Études en Sciences Sociales en het Institut National de Recherche Pédagogique. Terug in Nederland promoveerde hij in 1981 op het proefschrift La Société néerlandaise et ses gradués, 1575-1814. Une recherche sérielle sur le statut des intellectuels.
Met zijn carrière ging het daarna bergopwaarts. Hij verruilde zijn baan als wetenschappelijk medewerker in Tilburg in 1983 voor de aanstelling als hoogleraar maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Frijhoff werd de grondlegger van de Nederlandse mentaliteitsgeschiedenis. In 1997 werd hij benoemd aan de Vrije Universiteit.
Een voormalig priester aan een gereformeerde universiteit? ‘Dat verbaasde mij ook,’ stemt Frijhoff in. ‘Maar VU-studenten zijn van alle gezindten en hoeven echt geen geloofsbelijdenis op de protestantse kerk van Nederland af te leggen, of Calvijn te hebben gelezen.’
Sombere geruchten over de teloorgang van zijn faculteit nu daar flink bezuinigd wordt en James Kennedy is overgestapt naar de Universiteit van Amsterdam, doet Frijhoff af als ‘indianenverhalen’. ‘Na een ingrijpende (financiële) reorganisatie staat de weliswaar kleine, maar actieve historische faculteit er rooskleurig voor,’ vindt hij.
Dit artikel is exclusief voor abonnees