De Stichting Computer Erfgoed Nederland (SCEN) vraagt aandacht voor de geschiedenis van de computer. ‘Er is geen schaarste aan objecten, maar aan vastgelegde herinneringen.’
door Aniek Smit
De SCEN wil historici, musea en verzamelaars bij elkaar brengen om een verzamelbeleid voor dit hedendaagse erfgoed door te voeren. Maar de stichting is niet alleen geïnteresseerd in de technische geschiedenis van de soms kamervullende apparaten die musea en verzamelaars in hun bezit hebben. ‘Wij willen aandacht vragen voor het cultuurhistorische perspectief,’ vertelt wetenschapshistoricus Gerard Alberts, ‘en de verhalen over het gebruik van de computer toevoegen aan de bestaande collecties.’
‘Bij de geschiedenis van de computer denkt iedereen aan Amerika. Toch was men in Europa in de jaren vijftig en zestig met precies hetzelfde bezig. Weliswaar kleinschaliger en minder commercieel, maar er gebeurde ongelooflijk veel in de samenwerking tussen industrie en de universiteiten.’
Zo werd op 21 juni 1952 de eerste Nederlandse computer gepresenteerd: de ARRA, Automatische Relais Rekenmachine Amsterdam. Een van de latere computers was de PASCAL. ‘Dat stond voor Philips Akelig Snelle CALculator. Dat soort grapjes kom je vaak tegen in de computerwereld. Van veel woorden weet men niet eens meer dat het om een afkorting gaat.’
De term voor een internetgemeenschap, ‘DDS’, wordt internationaal gebruikt. ‘Dat was de afkorting van “De Digitale Stad”, een project dat in de jaren negentig in Amsterdam ontstond. Daar werd voor het eerst samengewerkt tussen het alternatieve circuit en elektronicahobbyisten die met internet begonnen te spelen.’
In 1981 maakte het grote publiek kennis met de personal computer. ‘Het bedrijf IBM wist een nieuwe markt te creëren. Sindsdien kon iedereen zo’n ingewikkelde typemachine op zijn bureau hebben.’ Ook aan deze ontwikkeling ligt een samenwerking tussen de alternatieve en technische cultuur ten grondslag, vertelt Alberts.
‘In Californië vonden die twee elkaar al in de jaren zeventig. Onder alternatieven bestond het idee dat grootschalig, centralistisch computergebruik de democratie zou bedreigen. Computers moesten leuk worden, met spelletjes, en voor iedereen. Daaruit komt de ontwikkeling van de muis en het beeldscherm voort, die de domesticatie van de machine mogelijk maakten.’
De SCEN organiseert in 2008 met het ICN (Instituut Collectie Nederland) een congres over ‘hedendaags verzamelen’.
Dit artikel is exclusief voor abonnees