Home Column Martin Sommer

Column Martin Sommer

  • Gepubliceerd op: 23 april 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martin Sommer

Net als velen van u heb ik dankzij de goede gaven van de boekenclub Erflaters van onze beschaving van Jan en Annie Romein in de kast staan. Een kloek deel, en een grote prestatie van het historici-echtpaar om zoveel illustere Nederlanders te portretteren, vooral omdat de hoofdstukken bij elkaar zes eeuwen omspannen. Onlangs heb ik er weer flink in zitten lezen, en wat opvalt is – afgezien van een zekere wijdlopigheid en hier en daar wat marxistische klimop – vooral de betrekkelijk probleemloze toon.

Het was 1938 toen de eerste band verscheen; het nationalisme tierde welig. Maar geschiedenis was kennelijk nog geen oorlog met andere middelen en er staat gewoon een portret van Jan Pietersz Coen in. Hij krijgt van Annie – die zijn hoofdstuk voor haar rekening had genomen – ongenadig op zijn falie. Hij is een rot-Coen, ‘geen nationale held’, maar hij hoort er wel bij. Ik las het en vroeg me af of Coen, mocht iemand de euvele moed hebben om nog eens zo’n project te beginnen, nu opnieuw in liefde zou worden aangenomen.

Die vraag kwam terug toen ik onlangs op een voetnoot stuitte met een lijstje van erflaters die Jan en Annie nog hadden willen portretteren. Het is er niet van gekomen, maar Daendels stond erop, van de Postweg door Java met zoveel duizend doden, en Van Heutsz, die vanwege de slachting in Atjeh al decennia echt niet meer kan. En koning Willem III, die in de negentiende eeuw niet voor niets koning Gorilla heette. Uitgesloten, als je het mij vraagt, dat deze heren tegenwoordig als grote mannen zouden worden gebiografeerd.

De laatste tijd scheur ik voor deze rubriek geschiedenisonderwerpen uit de krant. Vaak is de toonzetting over de vaderlandse geschiedenis somber – ja, uitgesproken negatief. Koningin Wilhelmina had zich in Londen te weinig gelegen laten liggen aan het lot van de Joden. Nederland had veel meer excuses moeten maken voor de oorlogsmisdaden in Indonesië. Schande dat er op het slavernijverleden wordt bezuinigd, temeer omdat er nog altijd over wordt gezwegen. En J.P. Coen is inmiddels, als ik goed ben ingelicht, in het Westfries Museum wegens genocide bij verstek veroordeeld.

Er moet kennelijk een heleboel ellende worden ingehaald. Voorheen kwam er bij nationale geschiedenis nogal wat strategisch ‘vergeten’ te pas. Onderhoud van de nationale gezamenlijkheid gaat lastig samen met herinnering aan tweespalt in de vorm van uitbuiting overzee, katholieke achterstelling of vorstelijk wangedrag. Nu zijn we beland in het andere uiterste en is overal het ‘nooit vergeten’ luid hoorbaar. Vooral niet vergeten, plus de vaststelling ‘dat er altijd gezwegen is’. En dan volgt onvermijdelijk de banvloek: weg met dat standbeeld, en die Wilhelmina was een laffe vrouw.

De jongste loot aan deze stam is de zwarte canon van Chris van der Heijden. Er moest maar eens een lijst van wantoestanden uit de Nederlandse geschiedenis komen, aangezien de dingen veel te florissant worden voorgesteld. Het is – excusez le mot – aantoonbare kletskoek.

Laat ik me beperken tot J.P. Coen. Altijd over gezwegen, vonden ook de activisten in Hoorn die meenden dat zijn standbeeld weg moest. Daarom komt er nu een perspex bordje bij om de bezoekers in twee talen – toeristen mochten eens denken! – diets te maken dat hier weliswaar een beeld staat, maar wel het beeld van een schurk.

Altijd over gezwegen? Helemaal niet. Al tijdens zijn leven was er bij de Heren XVII hooglopend debat over de omstreden kolonisatiemethoden van Coen. Busken Huet schold al op hem, er was eind negentiende eeuw herrie bij de oprichting van dat Hoornse beeld, en vorige eeuw zag bijna elk decennium wel iets van ophef over de moordenaar Jan Pietersz Coen.
Maar hij maakte wel deel uit van het vaderlandse gezin, ook bij Jan en Annie Romein, zoals de zoon die niet wilde deugen, maar er nu eenmaal ook bij hoort. Mij lijkt dat een aanzienlijk gezondere omgang met de nationale geschiedenis dan het gezwaai met banvloeken, dat vooral dienstig is om de eigen woede op peil te houden.

Martin Sommer is politiek redacteur van de Volkskrant

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.