Home COLUMN Martin Sommer

COLUMN Martin Sommer

  • Gepubliceerd op: 24 juni 2014
  • Laatste update 25 mei 2023
  • Auteur:
    Martin Sommer
  • 4 minuten leestijd

Voor de krant mocht ik onlangs naar Warschau. Ik had een stad verwacht met grauwe Stalin-flats. Dat viel reuze mee. De zon scheen, Warschau lag er welvarender, opgewekter en mooier bij dan ik dacht. Achter een snelweg die je alleen met doodsverachting kon oversteken, stroomde de Wisla. Aan de overkant wuifden bleekgroene wilgen.

Ik wilde de rivier zien vanwege ‘het Wonder van de Wisla’. Daarover schreef de bekende Poolse historicus Adam Zamoyski in 2009 een klein boek onder de titel De slag om Warschau. Het is het soort boek waarop ik jaloers ben, veel meer dan op de vuistdikke overzichten van de Grote Oorlog, die me te intimiderend zijn en te zwaar op de maag liggen.

Zamoyski kennen we van zijn schitterende 1812 – Napoleons fatale veldtocht naar Moskou. Hij is een Poolse graaf uit de diaspora van de Koude Oorlog, met een knotsgrote zegelring en een Oxford-accent. Dit wederom meesterlijke verhaal beschrijft hoe de Europese geschiedenis na de Eerste Wereldoorlog heel anders had kunnen lopen, zonder Wisla-wonder.

De Grote Oorlog werd in 1919 afgesloten in het Paleis van Versailles, waar Duitsland zijn wurgende herstelbetalingen kreeg opgelegd en de kaart van Europa opnieuw werd getekend. Oostenrijk werd in stukken gehakt; Tsjecho-Slowakije kwam tevoorschijn; Polen beleefde zijn wederopstanding sinds het land eind achttiende eeuw was verdeeld tussen Duitsers, Russen en Oostenrijkers.

Pal voor Warschau sloeg Pilsudski de rode legers terug

Dat is allemaal bekend. Wat wij nauwelijks weten, is dat de nieuwe grenzen alleen aan de westkant helder waren getrokken. De grenzen in het oosten waren niet meer dan stippellijnen op de kaart. Zamoyski schrijft dat duidelijk was ‘dat het lot van Polen zou worden bepaald op het veld in plaats van in de conferentiezaal’. In Oost-Europa heerste chaos en was de Russische Revolutie uitgelopen op een burgeroorlog tussen de ‘roden’ en de ‘witten’.

Achteraf is het ontstaan van de Sovjet-Unie makkelijk te beschrijven. Maar in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog was het een dubbeltje op zijn kant. Niemand had een idee wat het communistische bewind precies zou inhouden. Witte legers rukten op naar Moskou. Trotski trok met zijn pantsertrein door het land, even inventief als wreed voor zijn tegenstanders.

Stalin dacht de revolutie te stabiliseren door op te trekken naar Duitsland, waar de oorlog immers ook was uitgedraaid op een omwenteling. Het slagveld werd Polen. Rusland had Stalin en Trotski; Polen had Jozef Pilsudski, held van de Poolse onafhankelijkheid en met een geschiedenis als ‘polemist, uitgever van illegale kranten, politiek agitator, bankrover, terrorist en leider van de stadsguerrilla, afgewisseld met perioden in Russische en Duitse gevangenissen’. Pilsudski arriveerde in Warschau op 11 november 1918, de dag van de wapenstilstand, en nam meteen de leiding op zich.

Stalin dacht eenvoudig naar Duitsland door te stoten. Daar leek het lange tijd ook op, maar wat hem na de Tweede Wereldoorlog wel lukte, lukte na de Eerste niet. Intussen was het 1920 en onder aanvoering van Pilsudski vocht Polen voor zijn zojuist in Versailles herwonnen leven. Het boek van Zamoyski staat vol kaarten van het slagveld, met de Prypjat-moerassen, waar hele legers in verdwenen, en de bekende pijlen voor manoeuvres en botsingen.

Pal voor Warschau wist Pilsudski de rode legers terug te slaan, zoals de Fransen onder maarschalk Joffre aan het begin van de Grote Oorlog de Duitse legers tot staan hadden gebracht bij de Marne. Anders dan het Wonder van de Marne is het Wonder van de Wisla vergeten, ook al denkt Zamoyski dat de slag om Warschau even belangrijk was als die van Marathon of Waterloo.

Zoveel jaar na dato stond ik aan de zonovergoten oever van de rivier. Ik was erheen gewandeld door een winkelstraat met aan weerszijden mooie barokke gebouwen. Allemaal steen voor steen weer opgebouwd, vertelde mijn Warschause gastheer, nadat de Duitsers de Poolse hoofdstad tot op enkelhoogte volkomen hadden vernietigd. Dat was een misdaad van weer een wereldoorlog later. De geschiedenis is hier wreed geweest, en toegegeven: daarbij verbleekt ook het Wonder van de Wisla.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.