Is het mogelijk het verleden tastbaar te maken, een soort tijdmachine te construeren, zonder in sciencefiction te vervallen? Denk daarbij aan Huizinga’s ‘historische sensatie’, waarbij de tussenliggende tijd wegvalt en heden en verleden heel even samenvallen. Kun je, als je over het Forum Romanum wandelt, in een flits dat Forum in zijn hoogtij-jaren zien? Heb je in het Pantheon daadwerkelijk het gevoel dat je in een Romeinse tempel staat?
Ik heb in de Verenigde Staten Mount Vernon bezocht, het huis van George Washington, en ook Monticello, de woning van Jefferson. In Dixon, Illinois heb ik het keurige burgermanshuisje gezien waar Ronald Reagan een deel van zijn jeugd heeft doorgebracht, en in Chicago heb ik de Obama-tour gedaan.
In Arlington ben ik bij de graven van Jack en Robert Kennedy geweest. Ik heb ook weleens in de bankjes van de Senaat en het Huis van Afgevaardigden gezeten. Vorig jaar heb ik een paar minuten gestaan op de plek waar Oswald stond toen hij Kennedy doodschoot. Heb ik daardoor meer benul van de Amerikaanse geschiedenis gekregen?
Nog niet zo lang geleden heb ik heel even in een nogal wrak bed gelegen waarin naar men zegt ooit Lodewijk XIV een nachtje heeft geslapen. In Potsdam ben ik zeer kortstondig gaan zitten op de stoel waar Stalin tijdens de Conferentie van Potsdam op zat, hoewel dat streng verboden was. Op de Maliebaan in Utrecht denk ik ter hoogte van nummer 35 altijd even aan Heinrich Himmler, die daar op de stoep in 1943 Anton Mussert begroette. Als Nederlander moet je ooit ook even hebben stilgestaan bij de kogelgaten in het Prinsenhof in Delft.
Al die plekken hebben hun charmes en je steekt zeker ook wel wat op van zo’n historische locatie. Mount Vernon en Monticello zijn prachtig gelegen en peperen de bezoeker nog eens in dat de frase life, liberty and the pursuit of happiness is verzonnen door slavenhouders. Van Oswalds standplaats naar beneden kijkend besefte ik hoe gemakkelijk het was om Kennedy te raken, over 70 meter schuin naar beneden schietend.
Was het verleden echter tastbaar op al die locaties? Overviel mij een ‘historische sensatie’? Nee, dat kan ik met de beste wil van de wereld niet beweren. Wat er al over was van het verleden bevond zich in de ijzeren greep van het heden.
Dat komt in de allereerste plaats doordat al die plekken in meerdere of mindere mate toeristische attracties zijn. Je bent er omringd door je tijdgenoten, die soms, hoe vreemd dat ook moge klinken, interessanter zijn dan de schimmen die er ooit hebben gehuisd of gestaan.
De historische attracties zijn bovendien museaal gesaneerd. De vertrekken waar je – meestentijds door een gids – doorheen wordt geleid, zijn keurig opgeruimd en volgens de regels van de kunst ingericht. Vaak blijkt dat het oorspronkelijke meubilair allang niet meer bestaat. Daar weet ik maar twee uitzonderingen op: de rommelige en enigszins duistere woonkamer van Franklin Roosevelts huis in Hyde Park en de ronduit spookachtige studeerkamer van het woonhuis van Woodrow Wilson in Washington.
De rommel van het leven zelf zou veel van die plekken historisch al wat toonbaarder maken. Misschien zou het helpen als ik al die plaatsen nog eens helemaal alleen en onder aantrekkelijke, romantische omstandigheden zou kunnen bezoeken. Het Pantheon, bijvoorbeeld, op een avond als het maanlicht door het gat in het dak valt.
Op het bureau van keizer Wilhelm II in Huis Doorn ligt nog zijn laatste sigaar. Die zou je moeten kunnen opsteken. Maar nee, dan zou je merken dat hij niet meer smaakt – ook een slachtoffer van de tijd. Het verleden is er niet meer, het is onherroepelijk verloren. Alle pogingen om het weer tot leven te wekken zijn tevergeefs.