Home Column: Annejet van der Zijl – Katten en communisten

Column: Annejet van der Zijl – Katten en communisten

  • Gepubliceerd op: 25 februari 2016
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Annejet van der Zijl
  • 4 minuten leestijd
Column: Annejet van der Zijl – Katten en communisten

Er bestaan heldhaftige katten. Nou ja, in elk geval één. Annejet van der Zijl ontdekte dat deze Simon een belangrijke rol speelde in de strijd tegen de communisten.

‘Mensen zijn niet goed snik,’ schreef de onvolprezen Sylvia Witteman onlangs in de Volkskrant. Dit naar aanleiding van een Twitter-account dat ze uit meligheid voor haar kat Siepie was begonnen. Tot haar verbijstering werd ze nog weken nadat ze met haar kattentweets was gestopt belaagd door teleurgestelde volgers die zich beroofd zagen van hun dagelijkse portie Siep.

De virtuele populariteit van Wittemans poes was overigens nog niets vergeleken bij die van de Franse politiehond Diesel, die op 18 november jongstleden bij een inval in Saint-Denis door een zelfmoordterrorist werd opgeblazen. Het dier kreeg een eigen hashtag, werd trending topic op Twitter en kreeg onder het credo #jesuischien solidariteitsbetuigingen uit de hele wereld. De foto van de in duizend stukjes opgeblazen Mechelse herder in zijn laatste momenten, blijmoedig kwispelstaartend naast zijn baas op weg naar zijn noodlot, werd massaal geliket. Zelfs het Kremlin liet zich niet onbetuigd: Poetin gaf de Franse politie als troost voor het verlies een schattige pup met de naam Dobrynya, naar een held uit de Russische folklore.

En aangezien Engeland zoals bekend als het om huisdieren gaat nog net wat gekker is dan de rest van de wereld, werd daar een campagne gelanceerd om de gesneuvelde hond postuum te vereren met de PSDA Dickin Medal, een soort Victoria Cross, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het leven werd geroepen voor uitzonderlijke dierenmoed. Inmiddels prijkt Diesel, als allereerste eerste Franse blaffer ooit, op de erelijst, samen met dertig andere honden, 32 postduiven, drie paarden en één kat.

Een kat? Bij een plichtsgetrouwe hond kan ik me van alles voorstellen, en bij paarden en postduiven ook nog wel. Maar katten kun je, zo weet ik na decennialang samenwonen met minitijgers, allerlei fraaie eigenschappen toedichten behalve conspicuous gallantry or devotion to duty, zoals de vereisten voor de PSDA Dickin Medal luiden. Een kat is heus niet zo mal om zich ruim twintig keer in oorlogsgebied te laten parachuteren, zoals collie Rob in 1944 deed met een Engels SAS-regiment. Of om, zoals labradors Salty en Roselle deden op 9 september 2001, hun blinde baasjes ruim zeventig verdiepingen naar beneden te escorteren in een net door een vliegtuig doorboorde WTC-toren.
 

Scheepskat Simon

Welnee. Een kat zou die trappen gewoon als een haas af zijn gerend en zijn heil hebben gezocht in de dichtstbijzijnde McDonald’s-vestiging. En gelijk heeft hij, vanuit de kat bezien. En toch staat daar op nummer 51 van de PSDA Dickin-erelijst heel duidelijk: ‘Simon, cat.’ Het betrof, zo blijkt, een zwerfpoes uit Hongkong die in 1947 werd geadopteerd door een bemanningslid van het Britse fregat de HMS Amethyst. Het beestje werd al snel onmisbaar wegens zijn kwaliteiten als rattenvanger en aaibare mascotte. Hij mocht zelfs slapen in de pet van de kapitein.

Die laatste gewoonte werd Simon bijna fataal toen de Amethyst op de Yangtze-rivier onder vuur genomen werd door Chinese communisten. De kapiteinshut kreeg de volle laag, de kapitein overleed ter plekke en de arme Simon had zware brandwonden en vier stukken metaal in zijn lijfje. Echter – en nu komt de heldenmoed – nog maar nauwelijks opgelapt door de scheepsarts, hervatte hij zijn taken – de rattenjacht en het opvrolijken van de danig aangeslagen bemanning – met zijn gebruikelijke toewijding, waardoor hij uitgroeide tot internationaal symbool van Britse onverstoorbaarheid. De scheepskat kreeg zelfs een speciale officier om zijn post te beantwoorden.

In november 1949 arriveerde de Amethyst in thuishaven Plymouth en kreeg Simon zijn medaille. Helaas wist het beruchte Britse quarantainesysteem voor elkaar te krijgen wat de Chinese communisten niet was gelukt: het beestje liep een virus op en was binnen een paar dagen dood. Zijn begrafenis werd bijgewoond door de complete bemanning van de Amethyst, alsmede honderden belangstellenden. Als er toen al hashtags waren geweest, dan had de hele wereld zich vast #IAMCAT verklaard.
 

Simon had een officier om zijn post te beantwoorden

Over Simon zegt dit hele verhaal natuurlijk niets. Maar het zegt des te meer over de groeiende communistenangst in deze jaren en Engeland, dat na de oorlog zoveel desillusies te verstouwen kreeg. En het zegt vooral veel over mensen, die in zware tijden hunkeren naar symbolen van zuiverheid en onschuld. Oftewel, naar Diesel.

Ik begrijp Wittemans mismoedigheid wel. Werkt zij zich uit de naad om de mooiste columns te maken, valt het publiek massaal voor haar suffe kattentweets. Van de gebundelde tweets zijn al voor verschijnen meer exemplaren besteld dan van haar hele oeuvre bij elkaar. En ze heeft absoluut gelijk: mensen zijn niet goed snik. Maar gun ons deze gekte – het leven is immers al treurig genoeg.
     

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 3 - 2016