De Nederlandse landbouw verandert in de twintigste eeuw van een kwijnende bedrijfstak in een geavanceerde industrie. Inmiddels is ons land de tweede voedselexporteur ter wereld.

Dorsen
Boeren in het gehucht Panser, tussen Zoutkamp en Vierhuizen, krijgen rond 1900 hulp van een stoommachine.
Oogsten
Een tractor op rupsbanden trekt een machine voort die het graan maait en tot schoven bindt. Witmarsum, 23 augustus 1939.
Ploegen
Twee machines trekken voren in de grond. De mannen en paarden kunnen hun krachten sparen. Houtsnede uit 1890.
27.000 gulden kost in 1880 een mobiele stoommachine. Een bedrag dat alleen grote landbouwbedrijven kunnen opbrengen. Mede door de hoge kosten komt de mechanisatie in Nederland laat op gang

Vernieuwingen
Op landbouwbeurzen delen boeren hun kennis.
Ongediertebestrijding
Na de Tweede Wereldoorlog gaan boeren synthetische bestrijdings middelen gebruiken zoals DDT – dan is nog niet bekend dat dit giftig is.
Reclame voor kunstmest
Zowel de overheid als boerenbonden pleiten voor het gebruik van kunstmatige meststoffen. Die raken rond 1900 steeds meer ingeburgerd. Daar naast strooien boeren ook natuurlijke mest van dieren en planten uit over hun land.
Gevarieerd aanbod
Deze mensen eten druiven uit de kas, 1932.
Door de mechanisatie krimpt de werkgelegenheid. In 1930 werken 370.000 mensen op een boerenbedrijf. In 1960 zijn dat er nog maar 72.500.

Kunstmatige inseminatie
Ook de bevruchting van dieren raakt gemechaniseerd.