Home Dossiers Amerikaanse presidenten Oorlogspresident Lincoln

Oorlogspresident Lincoln

  • Gepubliceerd op: 1 maart 2013
  • Laatste update 31 mei 2023
  • Auteur:
    Jaap Verheul
  • 6 minuten leestijd
Oorlogspresident Lincoln
Cover van
Dossier Amerikaanse presidenten Bekijk dossier

Abraham Lincoln is de geschiedenis in gegaan als ‘the Great Emancipator’. Zijn presidentschap is onlosmakelijk verbonden geraakt met de emancipatie van de slaven die de uitkomst was van een burgeroorlog die zijn gehele ambtstermijn duurde. Standbeelden en prenten beeldden hem uit als een heilige die dankbaar knielende slaven met een magistraal gebaar van zijn hand ontdeed van hun ketenen.

Het imposante Lincoln Memorial, van waaruit de zittende president peinzend uitkijkt over de Mall in Washington, DC, is het magnetische middelpunt geworden van de zwarte burgerrechtenbeweging. Op de trappen van dit monument gaf de zwarte alt Marian Anderson in 1939 haar beroemde openluchtconcert nadat ze wegens haar huidskleur in de Constitution Hall was geweigerd. 

Hier ook hield Martin Luther King in 1963 zijn beroemde ‘I have a dream’-redevoering, en nog in 1995 was het het verzamelpunt van de Million Man March, georganiseerd door de gezamenlijke burgerrechtenverenigingen.

Toch was de houding van de zestiende president ten opzichte van slavernij uiterst complex, zoals we weten uit het werk van Lincoln-kenner David Herbert Donald. Dat dit nog meer gold voor zijn directe omgeving blijkt uit de levendige groepsbiografie die Doris Kearns Goodwin in 2005 publiceerde over Lincoln en zijn kabinet.

Goodwin heeft een unieke gave om presidentiële geschiedenis tot leven te brengen. Als persoonlijk assistent van Lyndon Johnson schreef ze op basis van hun vele gesprekken een biografie die meteen een bestseller werd. Met haar narratieve dubbelbiografie van Franklin en Eleanor Roosevelt tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog won ze in 1995 de Pulitzer Prize en werd ze een veelgevraagde televisiecommentator.

In Team of Rivals zet Goodwin dit talent in om de complexe politieke meningsverschillen en ego-botsingen te schetsen tussen de tegelijk melancholieke en daadkrachtige Lincoln en zijn kleurrijke ministersploeg. De totaal onervaren president nam het misschien geniale, maar tegelijk ook gewaagde besluit om zich te omringen met de meest ervaren politiek zwaargewichten die hij kon vinden.

Daarom benoemde hij zijn voornaamste rivaal tijdens de presidentiële campagne, partijleider William Henry Seward, tot minister van Buitenlandse Zaken, maakte hij de andere mededingers tot zijn ministers van Financiën en Justitie, en liet hij ook voormalige Democraten toe tot zijn kabinet.

Op basis van dagboeken, brieven en memoires schetst Goodwin een fascinerend en levendig beeld van de voortdurende interne twisten binnen dit oorlogskabinet, niet alleen over de oorlogvoering, maar vooral ook over het groeiende probleem van de slavernij.

In tegenstelling tot meer radicale ministers geloofde Lincoln lange tijd dat emancipatie slechts op lange termijn en met financiële compensatie van de slaveneigenaren mogelijk was. Ook toont Goodwin aan dat de president niet in staat was om blank en zwart als gelijken te zien en tot het laatst voorstellen steunde om vrijgelaten slaven terug naar Afrika te sturen.

Toch was het de daadkrachtige president die zijn kabinet in 1862 overviel met een Emancipation Proclamation, waarmee slaven in de rebellerende staten zouden worden bevrijd, en die daarna ondanks zwaar politiek verzet stond op een dertiende amendement waarmee slavernij in de gehele Unie zou worden afgeschaft.

Het is dit spannende deel van Goodwins boek dat door Steven Spielberg is gebruikt voor zijn film over Lincoln, en dat is ook de aanleiding voor een herdruk met de inmiddels canonieke afbeelding van Daniel Day-Lewis op de voorkant.

Lincoln was voor alles een oorlogspresident. Omdat de Burgeroorlog uitbrak naar aanleiding van zijn verkiezing en hij al zes dagen nadat generaal Robert E. Lee zich had overgegeven werd vermoord, stond zijn gehele presidentschap in het teken van de strijd om de Unie – en het democratische experiment dat daarmee in zijn ogen verbonden was – te redden.

Daarom zijn de 270 woorden die hij in 1863 sprak bij de inwijding van de oorlogsbegraafplaats van Gettysburg ook uitgegroeid tot de meest geciteerde redevoering uit de Amerikaanse geschiedenis. Verwijzend naar de Onafhankelijkheidsverklaring verklaarde Lincoln nadrukkelijk dat de inzet van de gehele Burgeroorlog was geweest ‘dat bestuur van het volk, door het volk, voor het volk, niet van de aarde zal verdwijnen’.

Lincoln verbond de oorlog daarmee met de diepste kern van het Amerikaanse staatsbestel. Hij kon dit mede doen omdat de grootste weeffout die de Founding Fathers in dat bestel hadden achtergelaten – de slavernij – nu eindelijk werd hersteld. Hierdoor kon de meest bloedige oorlog uit de Amerikaanse geschiedenis, waarbij meer slachtoffers vielen dan in alle andere oorlogen tezamen, toch worden opgevoerd als een gerechtvaardigde en moreel juiste oorlog.

Zoals de rechtshistoricus John Fabian Witt laat zien is de Burgeroorlog daarmee ook een historisch ijkpunt waartegen de ‘vuile’ en onofficiële oorlogen konden worden afgezet die de Verenigde Staten tot in het tijdperk van waterboarden en drones hebben gevoerd.

Het narratieve draaipunt in zijn boek vormen de richtlijnen die Lincoln in 1862 liet opstellen voor regulering van beschaafde oorlogvoering. De obscure jurist Francis Lieber pende een lijst van 157 gortdroge artikelen neer waarin gedetailleerd werd vastgelegd wat tijdens oorlogen is toegestaan – steden bombarderen, vijandelijke burgers uithongeren en spionnen executeren – en vooral ook wat niet: vechten zonder uniform, onnodig geweld gebruiken, en krijgsgevangenen mishandelen of martelen.

Hiermee codificeerde hij de morele regels rond oorlogvoering die later niet alleen binnen de Verenigde Staten, maar ook in de westerse wereld richtsnoer voor het oorlogsrecht zouden worden.

Zo legden ‘Lincoln’s codes’ de basis voor internationale verdragen als de Geneefse Conventie van 1949. Tegelijk laat Witt in een historisch overzicht vol aangrijpende voorbeelden zien hoe deze verheven voorschriften in het heetst van de strijd geregeld werden overtreden. Een berucht voorbeeld was het systematisch gebruik van martelen met de zogenoemde water cure tijdens de oorlog van 1898 tegen de Filippijnen.

Een dramatische illustratie van de soms tragische realiteiten van de Burgeroorlog biedt Scott W. Berg met zijn verhaal over een vergeten schermutseling in het verre Westen. In de maanden dat Lincoln zich boog over de emancipatie van slaven en de moraliteit van oorlogvoering keerde een groep Dakota-indianen onder leiding van Little Crow zich tegen de blanke pioniers en richtte een slachting aan.

Nadat het federale leger de opstand hard had neergeslagen veroordeelde een militair tribunaal ruim driehonderd indianen ter dood. Hoewel Lincoln de meeste veroordeelden gratie verleende, werden uiteindelijk 38 Dakota-indianen opgehangen.

Berg betoogt dat deze meest omvangrijke executie uit de Amerikaanse geschiedenis op dubieuze juridische gronden is uitgevoerd en het begin inluidde van een lange reeks oorlogen tussen het federale leger en de indiaanse stammen in het noordwesten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.