De kwestie van de ‘historische Mohammed’ is eigenlijk kinderlijk eenvoudig. We kunnen niet onomstotelijk bewijzen dat hij wél heeft bestaan en we kunnen niet onomstotelijk bewijzen dat hij níét heeft bestaan. Alles wat er ooit over hem is beweerd is gebaseerd op interpretatie, speculatie of domweg goed vertrouwen.
De moderne (on)gelovige heeft moeite met een dergelijke houding. Als we de bronnen op wetenschappelijke wijze benaderen, dan moeten we toch bij de ‘historische Mohammed’ uitkomen? In Mohammed en het ontstaan van de islam onderneemt de Nederlandse journalist Marcel Hulspas een nieuwe poging. Zijn conclusie: de Mekkanen waren ten tijde van Mohammeds geboorte al een eind op weg naar het monotheïsme, maar hadden behoefte aan een ‘eigen’, Arabischtalige variant. Mohammed voorzag in die behoefte, en was zo ‘de juiste profeet op het juiste moment’. Het moet gezegd dat Hulspas zich opmerkelijk goed staande weet te houden op dit verraderlijke terrein. Zijn sterke punt is een indrukwekkende kennis van de christelijke en joodse (laat-)antieke cultuur en literatuur. Hulspas’ visie op het ontstaan van de islam en de carrière van de profeet is niet zo radicaal anders als de uitgever op de achterflap beweert. Maar vergeleken met wat er hier tot nu toe verkrijgbaar was, is zijn boek een gigantische stap vooruit.
Maurice Blessing is historicus en arabist.
Mohammed en het ontstaan van de islam
Marcel Hulspas
639 p.
Athenaeum-Polak & Van Gennep,
€ 27,50
Dit artikel is exclusief voor abonnees