Home BOEKEN De Dagen van Gavrilo Princip van Guido van Hengel

BOEKEN De Dagen van Gavrilo Princip van Guido van Hengel

  • Gepubliceerd op: 21 mei 2014
  • Laatste update 05 apr 2023
  • Auteur:
    Hans Renders
  • 4 minuten leestijd

De dagen van Gavrilo Princip is geen aanvulling op de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog, zo begint Guido van Hengel zijn minutieuze speurtocht naar de scholier die op 28 juni 1914 de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand vermoordde. Wat is het dan wel? Volgens Van Hengel ‘een microgeschiedenis’ van ‘een relatief klein milieu waarin scholieren in de stad radicaliseerden en zich bekeerden tot gewapend verzet of zelfs terreur’. Het begrip ‘microgeschiedenis’ is hier vreemd gebruikt en wordt verder niet uitgewerkt, maar voor de rest is dit nauwgezet vertelde verhaal een prachtig voorbeeld van dat van een jongeman die onder invloed van zijn sociale omgeving tot het uiterste gebracht kan worden. Van Hengel studeerde in Belgrado, sprak met nazaten van Princip en las documenten in Servische en Oostenrijkse archieven. Daarom is zijn boek evenzeer een bronnenkritiek als een biografische schets.

Gavrilo Princips voorouders kwamen uit Montenegro, hijzelf werd geboren in Bosnië en dankzij zijn neef kon hij in Servië naar school. In Tuzla, Sarajevo en Belgrado bezocht hij het gymnasium. En misschien nog belangrijker: dankzij de inlijving van deze gebieden — vanaf 1908 — bij het Oostenrijks-Hongaars Rijk profiteerde hij van de Habsburgse cultuurpolitiek, waardoor hij de boeken en pamfletten las waardoor hij zich tegen het keizerrijk keerde.

Princip was op het gymnasium omgeven met vrienden die elkaar opjutten met subversieve literatuur van Russische nihilisten en anarchisten. Er ontstond een vriendenclubje, waarin de wat oudere Danilo Ilić een intellectuele voortrekkersrol speelde. Hij bracht Princip in aanraking met een Russische dichter die Léon Trotski kende. Allemaal erg interessant voor een jonge gymnasiast. Via deze Russische connectie werden boeken van Alexander Herzen en Michaïl Bakoenin gelezen, en raakten de jongens onder de indruk van de ‘propaganda van de daad’. Van Hengel maakt duidelijk dat zij in een roes van politiek activisme belandden, met als doel de aanslag op de vijand en de daarbij behorende ‘opoffering’. Aan het begin van de vorige eeuw waren politieke aanslagen op de Balkan schering en inslag, niet met een religieus doel of om een plekje in het paradijs te bemachtigen, maar om als ‘held’ vereeuwigd te worden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

En wat doe je als intellectuele heetgebakerde gymnasiast die een rol in de geschiedenis wil spelen? Je richt een geheime organisatie op. Gavrilo Princip was actief binnen zo’n fel nationalistisch clubje, dat Mlada Bosna (Jong Bosnië) heette. Net als de andere leden van Mlada Bosna vond hij zijn helden onder dichters. Hij pochte met zijn belezenheid en schreef zelf gedichten. Een van de leden nam zich voor keizer Frans Jozef te vermoorden, maar toen hij eenmaal met een geladen pistool oog in oog stond met zijn slachtoffer, durfde hij niet. Hij pleegde zelfmoord. In opruiende pamfletten werd hij als een held afgeschilderd. Toen Princip na zijn wel uitgevoerde aanslag verhoord werd, verklaarde hij: ‘Hij was mijn grote voorbeeld. ’s Nachts ging ik naar zijn graf.’

Verrassend is het verhaal over de Servisch-Kroatische Progressieve Organisatie, geleid door de latere Nobelprijswinnaar en schrijver Ivo Andrić. In de loop van 1912 werd dit clubje, dat steeds duidelijker opriep tot geweld tegen de Oostenrijkers, door de politie opgerold. Tijdens de verhoren dook een lijst op van ‘verdachte scholieren’; een van hen was Princip. Dus twee jaar voordat hij zijn aanslag pleegde was hij al in het vizier van de politie.

In Belgrado kwam Princip in contact met het geheimzinnige genootschap de Zwarte Hand. Ook weer niet zo geheimzinnig, want vanuit dit genootschap van invloedrijke militairen verscheen een eigen krant, waarin hun Groot-Servische ambities openlijk werden uitgevent. De jonge revolutionaire scholieren werden door de Zwarte Hand gerekruteerd en van wapens voorzien. De rest is een al vaak vertelde geschiedenis.

Gavrilo Princip overleed op 28 april 1918 in de gevangenis van Theresienstadt. Zijn linkerarm was geamputeerd vanwege bottuberculose. Zijn eenarmige lichaam ligt begraven in Sarajevo en hij wordt door Joegoslavische nationalisten nog steeds als een held vereerd. Missie geslaagd dus.

Voor Historisch Nieuwsblad schreef Guido van Hengel meerdere artikelen over Gavrilo Princip, Franz Ferdinand en de radicale Bosnische jeugd. Zijn stukken zijn te lezen op historischnieuwsblad.nl/eerstewereldoorlog

De dagen van Gavrilo Princip: Hoe een jonge rebel de Eerste Wereldoorlog ontketende

Guido van Hengel

328 p. Ambo, € 21,95