Home Beledigde familieleden zijn een gevaar voor het koninklijk huis

Beledigde familieleden zijn een gevaar voor het koninklijk huis

  • Gepubliceerd op: 19 maart 2003
  • Laatste update 10 aug 2023
  • Auteur:
    Caroline Hanken
  • 5 minuten leestijd
Beledigde familieleden zijn een gevaar voor het koninklijk huis

De beschuldigingen van prinses Margarita de Bourbon de Parme kunnen koningin Beatrix en haar familie in grote problemen brengen. Tijdens de Franse Revolutie wakkerde een beledigde achterneef de haat tegen de koning en koningin aan. Zij eindigden onder de guillotine.

Lodewijk XVI werd in 1793, tijdens de Franse Revolutie, onttroond en onthoofd. Een van de aanstichters van de politieke onrust was zijn achterneef, de hertog van Orléans, die zich al jarenlang achtergesteld en beledigd voelde. Hij had voorgesteld zijn zoon te laten trouwen met de dochter van Lodewijk en Marie-Antoinette, maar dat voorstel was afgewezen. Daardoor was de verhouding tussen hem en het koninklijk paar verslechterd. Uiteindelijk besloot de hertog het hof in Versailles te verlaten. Hij betrok het imposante Palais-Royal in Parijs en begon daar zijn eigen hofhouding. Lodewijk XVI liet hem zijn gang gaan, zeer tegen de principes van zijn betovergrootvader Lodewijk XIV in. De Zonnekoning had altijd nauwlettend toezicht gehouden op alle bewegingen van zijn familieleden, uit angst dat ze een coup tegen hem zouden beramen. Hij verplichtte hen in zijn paleis in Versailles te wonen, onder zijn toeziend oog. Voor elk uitstapje, al was het maar een tochtje van vijftien kilometer naar Parijs, moesten ze hem om toestemming vragen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Na zijn verhuizing naar het Palais-Royal voorzag de wraakzuchtige hertog van Orléans de bloeiende pamflettenhandel in Parijs van stof over het intieme leven van de koning en zijn vrouw. Hij onthulde het ene schandaal na het andere over Marie-Antoinette en haar hofhouding. Een stroom van spotprenten, sketches en liedjes over haar werden in de Parijse straten te koop aangeboden en de verhalen kregen steeds mythischer proporties. Marie-Antoinette zou een spion zijn voor haar geboorteland Oostenrijk; ze zou allerlei buitenechtelijke affaires hebben en ze zou bovendien lesbisch zijn en al haar hofdames verleiden tot intimiteiten, die tot in de kleinste details werden beschreven. Ze werd ‘de Aartshoer van Oostenrijk’ genoemd en haar man ‘de koninklijke Sukkel’. Volgens de pamfletten was hij impotent en niet in staat zijn vrouw in toom te houden. Overigens was niet alleen de hertog van Orléans verantwoordelijk voor de geruchten. Ook de jongere broer van de koning, de comte de Provence, en andere ontevreden hovelingen werkten aan de pamfletten mee. De laster leverde de pamflethandelaren veel geld op, want iedereen in Parijs smulde ervan.

Natuurlijk waren de koning en de koningin niet gelukkig met de stroom anonieme aantijgingen die Parijs overspoelden. Hun autoriteit berustte grotendeels op hun imago van koninklijke waardigheid. Daarom nam Lodewijk XVI iemand in dienst om de drukkerijen van de pamfletten op te sporen en de verspreiding ervan tegen te gaan, desnoods door hele oplages op te kopen. Maar het aantal publicaties was zo groot dat het een onmogelijke opgave bleek. De koning restte niets anders dan de smadelijke geschriften zoveel mogelijk te negeren, in de hoop dat de stroom publicaties vanzelf zou ophouden.

Intussen bouwde de wraakzuchtige neef een goede band op met het ontevreden volk in Parijs. In de strenge winter van 1788 hielp hij de armen met extra brood en voedsel. Voor de rijke hertog was dat nauwelijks een offer, en het leverde hem veel populariteit op. Aan het hof in Versailles had vrijwel niemand in de gaten wat er in Parijs gaande was. Een paar adellijke dames die in de koets met het wapen van de duc d’Orléans rondreden, waren hoogst verbaasd toen ze door een groep arbeiders langs de weg met gejuich werden begroet. Pas veel later, toen de revolutie al was uitgebroken, begrepen de dames hoe populair de hertog was.

De onvrede onder de bevolking van Parijs werd door terugkerende voedseltekorten steeds groter. De woede richtte zich vooral op de koning en zijn vrouw, die door de stroom lasterlijke pamfletten bekendstonden als egoïstisch, onverantwoordelijk en onverschillig voor de noden van het volk. De opstanden en de demonstraties tegen de autoriteiten werden frequenter en gewelddadiger. Op 14 juli 1789 bestormde een woedende menigte de Bastille, een gevangenis die symbool stond voor de koninklijke macht. Later zou deze gebeurtenis worden gezien als het begin van de revolutie die een einde maakte aan het koningschap van Lodewijk XVI en de absolute monarchie in Frankrijk.

Het geweld in Parijs liep in de maanden en jaren daarna volkomen uit de hand en leidde tot bloederige massamoorden. De oorspronkelijke aanstichters, ontevreden familieleden van de koning, raakten hun greep op de gebeurtenissen kwijt. De hertog van Orléans probeerde zichzelf nog te redden door vóór de doodstraf van Lodewijk XVI te stemmen, zoals onlangs nog te zien was in de film Le Duc et l’Anglaise. Hij liet zijn naam zelfs nog veranderen in Philippe Egalité, maar het mocht allemaal niet baten. Ook hij belandde enkele maanden later met zijn hoofd onder de guillotine.

Veertig jaar later, in 1830, pleegde de zoon van de hertog van Orléans een coup tegen de toen regerende koning Lodewijk XVIII, de jongste broer van de onthoofde Lodewijk XVI. Hij had wel succes, en zo kwam er toch nog een lid van de jaloerse tak van de familie op de Franse troon.

Met de Oranjes zal het vermoedelijk zo’n vaart niet lopen, maar de geschiedenis leert ook hedendaagse koningen en koninginnen een duidelijke les: zorg dat er geen ontevreden familieleden zijn, want zij zijn veel gevaarlijker dan welk Republikeins Genootschap dan ook. Laat alle familieleden delen in het aanzien en de rijkdom die het koningschap met zich meebrengt.