Een oude foto. Wat is het verhaal erachter? Monique van Diessen, hoofdredacteur van Senioren Magazine en Marianne ter Laak, hoofdredacteur van Plus Magazine, doen een poging.
‘Waarom heb ik nooit beter opgelet tijdens de geschiedenisles?’ verzucht Van Diessen. ‘Ik heb geen flauw idee waar deze foto over gaat’. Aandachtig tuurt ze naar de afbeelding. ‘Te zien aan de pandjes is de foto genomen in een stad als Amsterdam of Utrecht. Uit een van de ramen lijkt een spandoek te hangen, dat doet me denken aan een opstand of een krakersrel.’ Ter Laak gaat helemaal op in de foto: ‘We schrijven begin jaren tachtig, 1982 schat ik zo. De Amsterdamse burgeroorlog tussen politie en kraakbeweging bereikt één van zijn spectaculaire hoogtepunten als in de Jan Luyckenstraat een kraakpand, beter bekend als Lucky Luik, wordt ontruimd.’ Van Diessen kan zich hier wel in vinden. ‘Zoiets, als ik naar de naar buitengekrulde pony van de linker agente kijk, lijkt het me in elk geval nog niet zó lang geleden.’ Ter Laak: ‘Ik herinner me nog de slogan: “geen woning, geen kroning.”‘
De oudere mensen trekken duidelijk de aandacht van de hoofdredactrices. Van Diessen: ‘Criminele oudjes? Ze zien er lief en goeiig uit, dus het lijkt me niet dat het stel gearresteerd is. Ik hoor oma bijna zeggen: “Kind, doe toch een sjaal om!”‘ Ter Laak ziet het helemaal voor zich: ‘Truus Kok-De Winter en haar man Koos worden weggevoerd voordat de Hollandse Intifada losbarst: barricades van autobanden die in brand worden gestoken, politiebusjes die met stenen worden bekogeld, traangas, waterkanonnen, ME…’
‘Op de achtergrond zie ik inderdaad wat rook en een aantal mensen dat zich erover buigt,’ zegt Van Diessen. ‘Zijn het ME-ers? Of een stel mensen dat lekker aan het barbecuen is? Links naast de boom staan mensen met water in de mond naar al dat lekkers te kijken. Of ze kijken naar alle commotie, dat kan natuurlijk ook. Ramptoeristen had je toen ook al.’
Ter Laak kruipt helemaal in de huid van het echtpaar: ‘”Tjonge jonge, dat was in onze tijd wel anders hè?” zegt Truus tegen haar man. Dat ze die hippies op de Dam moesten wegspuiten, daar kon Koos nog wel om lachen. Maar dit vindt hij toch niet zo grappig. Het zal dagen kosten om de rotzooi in de straat op te ruimen…’
‘Het zijn helemaal geen rellen!’ roept Van Diessen uit. ‘Het echtpaar is gered van een wisse dood. Die mensen daarachter zijn geen ME-ers, maar dappere brandweermannen. Hun huisje was in brand gevlogen en de heldhaftige man met de snor heeft ze eruit gesleept. Ze kijken zo blij omdat er niets is gebeurd. Ook de poes is op tijd het huis uitgekomen.’ Dan slaat de twijfel toe. ‘Die rommel op de straat, dat lijken me toch echt stenen, waar mee gegooid is. En die tractor is nogal gepantserd, wat doet dat ding anders in de binnenstad?’
‘Het was een tijdperk van actie, agressiviteit, radicalisme en pessimisme,’ weet Ter Laak. Vol nostalgie: ‘Met koevoet en hamer de deur van een leeg pand openbreken, gas, water en elektra aanleggen, telefoonlijn aftappen van de buren… die tijden zijn voorbij.’
Uitleg: Amsterdam, 3 oktober 1982. Ontruiming van het kraakpand Amstel 134-136. Meneer en mevrouw Westerbrug waren de laatste oorspronkelijke bewoners van het pand.
Dit artikel is exclusief voor abonnees