Home Bang voor de dictatuur van de massa

Bang voor de dictatuur van de massa

  • Gepubliceerd op: 5 juli 2011
  • Laatste update 13 apr 2023
  • Auteur:
    Jan Dirk Snel
  • 4 minuten leestijd

Niemand weet wat democratie is, en dat is maar het beste ook, want democratie is een gedeeld geloofsartikel. Regelmatig kun je iemand plechtig horen verklaren dat-ie een goed democraat is. Nooit zul je iemand horen zeggen dat-ie een goed antidemocraat of aristocraat is, want dat kan helemaal niet. Iedereen is tegenwoordig democraat.

Alexis de Tocqueville (1809-1859) had daar wel een verklaring voor. ‘In Amerika,’ schrijft hij in Over de democratie in Amerika, ‘trekt de meerderheid een geweldige cirkel om het denken heen. Binnen die cirkel is de schrijver vrij, maar wee hem die de grens waagt te overschrijden. Niet dat hij voor de brandstapel moet vrezen, maar hij is wel het mikpunt van allerhande uitingen van afkeer en van dagelijkse vervolgingen.’ Terwijl de tirannie het vroeger van ‘ketenen en beulen’ moest hebben, heeft ‘de beschaving zelfs het despotisme geperfectioneerd’.

De dictatuur van de massa, dat was een van de dingen waar Tocqueville voor waarschuwde. Karl Pisa typeerde hem ooit als de ‘Prophet des Massenzeitalters’. Tocqueville was bovenal de grote theoreticus van de gelijkheidsgedachte. In 1830 ging de jonge Franse edelman, die zijn grafelijke titel bewust nooit voerde, kijken in de Verenigde Staten van Amerika, met toen niet meer dan 13 miljoen inwoners, verdeeld over 24 staten. Daar was immers gerealiseerd wat Europa wachtte. In 1835 en 1840 verwerkte hij zijn bevindingen in twee dikke boekwerken. De Leidse rechtsfilosoof Andreas Kinneging bezorgde samen met vertalers Hessel Daalder en Steven Van Luchene een prachtige, volledige uitgave, voorzien van alle tekstvarianten, toelichtingen en een instructieve nabeschouwing van tachtig pagina’s. Hier kunnen we een eeuw mee vooruit.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tocquevilles vraag luidde: hoe handhaven we de vrijheid als de gelijkheid onherroepelijk oprukt? De tijd van een aristocratische samenlevingsorde was definitief voorbij, de democratie had de toekomst. Daaronder verstond hij veel meer dan een politiek systeem. Democratie, dat was een samenleving waarin iedereen gelijk was en het volk de dienst uitmaakte. De uitwerking van dat ene beginsel hoefde niet overal gelijk te zijn. Tocqueville was niet alleen geïnteresseerd in hoe je democratie politiek gestalte kon geven – in 1848 was hij betrokken bij het opstellen van een nieuwe Franse grondwet –, hem boeide vooral de vraag wat het beginsel betekende voor de onderlinge menselijke verhoudingen.

Een voorbeeld: de literatuur zou veranderen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de democratie de verbeelding op den duur zal doen afkeren van alles wat buiten de mens staat om haar alleen op de mens te concentreren.’ Dat is toch redelijk uitgekomen, zou je zeggen. De grandeur van vroeger tijden ging verloren, maar de alledaagse verhoudingen werden zachter.

Het probleem met klassieke werken is dikwijls dat ze tegenvallen. De samenvattingen zijn scherper. Onlangs las ik eindelijk een befaamd werk van Emile Durkheim en op grond van de secundaire literatuur wist ik veel beter wat Durkheim had moeten schrijven dan de man zelf, die je nog ziet zoeken naar wat hij te zeggen heeft. Bij Tocqueville had ik dat ook weleens, maar toch minder. Dat komt doordat hij zijn hoofdstelling op vele kleine vragen loslaat en hij zich al speculerend probeert voor te stellen hoe het verdergaat.

Amerikanen citeren Toqueville vaak om te laten zien dat zijn ‘voorspellingen’ toch maar mooi zijn uitgekomen – soms ook niet trouwens –, maar dat is niet het interessante. Het boeiende ligt in het doordenken van de concrete gevolgen van algemene principes. Tocqeville zou je een theoretisch socioloog kunnen noemen. Het boek is zeer geschikt om met een aantal vrienden in kleine partjes te bespreken en dan samen verder te redeneren.

In democratieën, betoogt Tocqueville, hebben de mensen een voorkeur voor algemene ideeën. Ze redeneren abstracter. Dat is trouwens ook een kwestie van gemakzucht: je kunt zo sneller meer behappen. ‘Een democratisch schrijver zal het graag op abstracte wijze hebben over capabiliteit in plaats van over capabele mensen.’ Daarmee typeert hij ook zichzelf, want ook hij laat ‘de gelijkheid’ zelf handelen. En heeft dat door. Een verstandig man, dat vooral.

bestellen