Home Amerikaanse dromers

Amerikaanse dromers

  • Gepubliceerd op: 04 jan 2012
  • Update 31 mei 2023
  • Auteur:
    Jaap Verheul

In een briljant en uitdagend boek zet historicus Michael Kazin uiteen wat de linkse beweging voor de Amerikaanse samenleving heeft betekend. Op vele plaatsen leest zijn overzicht als een necrologie van progressief Amerika, een linkse traditie die nooit voet aan de grond heeft gekregen en alleen gedurende de betrekkelijk korte periode tussen 1870 en de Eerste Wereldoorlog politiek herkenbaar was, maar zelfs toen nooit domineerde.

Kazin erkent dat deze traditie nu lijkt te zijn geëindigd als een onsamenhangende utopische impuls zonder overtuigende passie, organisatie of woordvoerders. Zelfs Barack Obama slaagde er niet in het vuur van wereldverbetering gaande te houden in een conservatief tijdperk van ongeremd kapitalisme en groeiende inkomensongelijkheid. Op dit schijnbare dieptepunt biedt Kazin een terugblik op twee eeuwen sociale strijd om een antwoord te krijgen op de opstandige en tegelijk enigszins apologetische vraag wat het allemaal opgeleverd heeft.

Kazin begint zijn overzicht met de abolitionisten en feministen die aan het begin van de negentiende eeuw de eerste sociale bewegingen oprichtten. Andere bewegingen namen hun organisatorische model met beginselverklaringen, gekozen leiders, protestbijeenkomsten en een stroom van pamfletten en periodieken over.

Hiermee begon een lange protesttraditie die generaties van radicale helden opleverde, zoals de abolitionisten Harriet Beecher Stowe en Frederick Douglass, de utopist Edward Bellamy, seksueel voorvechtsters Margaret Sanger en Emma Goldman, vakbondsleider Eugene V. Debs, feministe Betty Friedan, zwarte leiders Martin Luther King en Malcolm X, de historicus van het gewone volk Howard Zinn, kritische filmmaker Michael Moore en de antiglobaliste Naomi Klein. In prachtige vignetten laat Kazin zien hoe deze grote dromers volgelingen wierven met hun visioenen voor een betere toekomst.

De kracht van dit boek zit echter in de analyse van de vele tekortkomingen en onderlinge conflicten van al deze bewegingen en hun vaak al te menselijke leiders. Progressieve idealen waren vaak verweven met patriottisme en christelijke ethiek, en de trits race, class and gender was nimmer een drie-eenheid.

Zo werd de strijd tegen de slavernij gesteund door de vrouwenbeweging, en bepaald niet door de vroege arbeidersbeweging, zoals in de Burgeroorlog bleek tijdens de bloedige antidienstplichtrellen in New York waarbij Ierse arbeiders zich keerden tegen de abolitionisten en vrije zwarten.

Het socialisme aan het einde van de negentiende eeuw volgde drie totaal gescheiden paden doordat het aanhangers vond bij boeren en geschoolde arbeiders in het Midwesten, seculiere Joden in de New Yorkse textielindustrie en de modieuze modernisten in de grote steden – en stierf daardoor een jammerlijke dood.

Het Amerikaanse communisme slaagde er niet de paradox te overleven dat het werd geïnspireerd door een dodelijk buitenlands regime. Ook New Left was een vrolijk boeket van toekomstvisies dat iedere aansluiting met de kiezers miste. En zo ontleedt de auteur met een combinatie van mededogen en zelfspot het ene electorale fiasco na het andere, niet in de laatste plaats door telkens te wijzen op de schrille contrasten met de vergelijkbare progressieve stromingen in Europa die wel levensvatbaar bleken.

Kazin schildert vooral een nieuw perspectief op de culturele dimensie van deze linkse bewegingen. Niet voor niets is zijn boek geïnspireerd door de communistische illustrator Theodor Geisel, die onder het pseudoniem Dr. Seuss kinderboeken schreef waarin een subversief politiek universum werd ontvouwd, van het onbekommerde anarchisme van The Cat in the Hat tot de waarschuwing tegen genocide die besloten lag in Horton Hears a Who!. Met even aanstekelijk enthousiasme past Kazin het werk van de zwarte basbariton Paul Robeson en volkse zangers als Woody Guthry, Pete Seeger en Bruce Springsteen in de geschiedenis van een linkse beweging waarin het persoonlijke altijd politiek is geweest.

Hij concludeert dan ook dat de grootste verworvenheden van de progressieve bewegingen te vinden zijn op cultureel gebied: uiteenlopend van gelijke rechten voor vrouwen, etnische minderheden en homoseksuelen en erkenning van multiculturalisme in onderwijs en media tot de verschijning van altruïstische boodschappen in Hollywood-films.

Michael Kazin, die eerder schreef over de progressieve voorman William Jennings Bryan, het Amerikaanse populisme en de roerige jaren zestig, heeft hiermee ook een zeer persoonlijk werk geschreven, dat tegelijk ontroert, provoceert en inspireert.

De complexe relatie tussen utopische idealen en corrupte partijpolitiek vormt ook de donkere achtergrond van de moord op president James Garfield in 1881, met veel vaart en gevoel voor drama beschreven door journaliste Candice Millard. De godsdienstwaanzinnige advocaat en oplichter Charles Guiteau was in zijn jeugd lid van de religieuze utopische gemeenschap rond Oneida, waar werd geëxperimenteerd met gemeenschappelijk bezit en het vrije huwelijk. Na een volledig ontspoord leven vond hij een nieuwe missie in de politieke twisten binnen de Republikeinse partij.

Verbitterd dat Garfield hem niet met een ambt beloonde voor zijn redevoeringen besloot Guiteau dat hij door God gezonden was om de ondankbare president te elimineren. Hij schoot Garfield, die zonder enige bewaking op de trein stond te wachten, van dichtbij met een revolver neer.

Met gruwelijk detail schetst Millard hoe de president vervolgens ruim twee maanden lang werd gemarteld door incompetente artsen die tevergeefs naar de kogel bleven wroeten zonder gebruik te willen maken van de nieuwe desinfecteermethode van Joseph Lister of de magnetische detectietechniek van Alexander Graham Bell, zodat hij uiteindelijk bezweek aan infecties en medisch falen.

Haar boek slaagt erin rond deze tragedie een sympathiek beeld neer te zetten van de goedmoedige en eerlijke oorlogsheld Garfield – die als president altijd een voetnoot in de geschiedschrijving is gebleven – en de fascinerende tijd van economische groei en technologische ontwikkelingen waarin hij leefde.

Dat de New Deal geen plaats verdiende in de progressieve geschiedenis van Kazin wordt bevestigd door de gedetailleerde studie van Michael Hiltzik. Hij betoogt dat Franklin Delano Roosevelt nooit werd gedreven door een vooropgezet progressief paradigma, maar juist pragmatisch experimenteerde om het Amerikaanse kapitalisme te redden.

De aan de LA Times verbonden journalist, die eerder een monumentale studie over de Hoover Dam schreef, zet in groot detail uiteen hoe de leden van FDR’s ‘Brain Trust’ dit experiment in overheidsinterventie van dag to dag vormgaven. Met haast vileine precisie schetst hij bijvoorbeeld hoe de sobere zuurpruim Harry Hopkins als hoofd van de werkgelegenheidsorganisatie WPA in botsing kwam met de meer visionaire minister van Binnenlandse Zaken die hoofd werd van de concurrerende PWA.

Terwijl het grote overzicht daardoor – misschien wel terecht – zoekraakt, geeft Hiltzik een fascinerend inzicht in de vele tegenstrijdige karakters, intenties en belangen die vormgaven aan de onsamenhangende alfabetsoep die de New Deal in feite was.

In dit verhaal is geen plaats voor de president als geniale, ideologische of tirannieke dirigent. Niettemin stelt ook Hiltzik dat de presidentiële experimenteerdrang leidde tot een radicale transformatie van de Amerikaanse overheid, die voor het eerst verantwoordelijkheid nam voor economische stabiliteit en het sociale welzijn van alle burgers. En dat is een progressieve erfenis die hij juist in deze tijd graag wil behouden.

De boeken uit deze rubriek zijn geselecteerd door The American Book Center in Amsterdam en Den Haag, en zijn verkrijgbaar via abc.nl of 020-62 55 537/ 070-36 42 742

Michael Kazin
American Dreamers. How the Left Changed a Nation
329 p. Alfred A. Knopf, € 24,99

Candice Millard
Destiny of the Republic. A Tale of Madness, Medicine, and the Murder of a President
339 p. Doubleday, $ 26,40

Michael Hiltzik
The New Deal. A Modern History
497 p. Free Press, € 26,99

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Michaël Zeeman in 1998
Michaël Zeeman in 1998
Recensie

Boek over Michaël Zeeman begon als verwondering over een vriend

De Leidse historicus Willem Otterspeer wilde zijn overleden vriend Michaël Zeeman begrijpen en schreef een boek over hem. Het blijkt een raadsel zonder oplossing. Waar begint een historicus aan als hij een biografie wil schrijven over een van zijn beste vrienden? Een complexe, omstreden en begaafde vriend bovendien. Willem Otterspeer besloot een biografie van journalist...

Lees meer
Franse militair gebruikt een drone
Franse militair gebruikt een drone
Artikel

Uitvinder Nikola Tesla voorspelde de drone als oorlogswapen

De komst van drones op het slagveld is al in 1907 voorzien door uitvinder en natuurkundige Nikola Tesla. Zijn experimenten met radiografische besturing legden mede de basis voor de ontwikkeling van onbemande oorlogsvliegtuigen. Nikola Tesla wordt gezien als een van de belangrijkste uitvinders op het vlak van elektrotechniek en radiocommunicatie. Hij werd in 1854 geboren...

Lees meer
Een vrouwelijke soldaat van de Rode Khmer
Een vrouwelijke soldaat van de Rode Khmer
Artikel

In Cambodja is de Rode Khmer nog steeds een open wond

In de jaren zeventig voerde de Rode Khmer een schrikbewind in Cambodja. Deze communisten joegen een kwart van de bevolking de dood in en traumatiseerden de rest. Toch zijn de daders nauwelijks vervolgd.   Voor toeristen die naar Cambodja komen staat het betoverende tempelcomplex Angkor Wat bovenaan het verlanglijstje. Dat ligt nu in de jungle, maar...

Lees meer
Chinese moeder met zoontje
Chinese moeder met zoontje
Artikel

Nederlandse wiskundige bracht China op het idee van eenkindpolitiek

Eind jaren zeventig bepaalde de Chinese overheid dat ouders niet meer dan één kind mochten krijgen. Dat beleid was gebaseerd op wiskundige projecties. Een van de onderzoekers die de Chinezen daarmee liet kennismaken was de Nederlander Geert Jan Olsder. In het voorjaar van 1975 meldde zich een Chinese delegatie bij de Technische Hogeschool Twente. Het...

Lees meer
Loginmenu afsluiten