Theedrinken was essentieel voor de relatie tussen Nederlanders en Chinezen. Yin en Jan, een Chinese en een Nederlander, leggen dat uit voor kinderen op de tentoonstelling Yin en Jan in het Rotterdamse Maritiem Museum. Als je hun symbolen met een metalen staafje aanraakt, maken ze samen een praatje.
Naast theedrinken draaide het om ‘handen schudden’, de titel van dit eerste tentoonstellingsonderdeel. Jacob van Neck (aankomst in China 1601), die met zijn rode haar grote indruk maakte, zie je hier naast Ahmed Aboutaleb en Balkenende, allemaal met een Chinees aan de uitgestoken hand. Van Bram Peper, voormalig burgemeester van Amsterdam is ook nog een Certificate of White Magnolia Honour te zien, dat hij kreeg van de Universiteit van Shanghai. Dit alles omringd door een krans van theezakjes.
Het leukst in deze ronde kennismaakkamer zijn toch de geluidsfragmenten, gebaseerd op geschreven ooggetuigenverslagen. Een Nederlandse secretaris die mee mocht naar het Hof van Peking in 1656 vertelt met een vette lach over de lastige vragen die zijn delegatie kreeg: ‘Of wij op zee leven, of we ons daar ook voortplanten! Of wij land hebben, hoe onze koning heet, en hoe oud hij is!’
Een beetje storend is dat de teksten karikaturaal worden voorgelezen. Dit geldt vooral voor de dagboekfragmenten van Mieke Wesselingh. Zij woonde in de jaren dertig jaren in China. Haar verbazing over de vieze smalle straatjes in de wereldstad Kanton vonden de tentoonstellingsmakers blijkbaar tuttig. Het kinderstemmetje dat haar dagboek voorleest klinkt dan ook nuffig.
Uitwisseling van kennis, handel, globalisering: ook de andere ruimtes zijn thematisch ingericht. Waar waren Nederlandse scheepslieden bijvoorbeeld geweest zonder het kompas, een uitvinding van Chinezen? Chinezen op hun beurt waren weer erg geholpen met Europese voorwerpen als de fiets. Oude kompassen zijn tentoongesteld, net als een prent met fietsende westerlingen in China. Nederlandse baggeraars waren de helden die vanaf de negentiende eeuw de zandbanken in de rivier de Shanghai overwonnen. Daar zijn foto’s van te zien.
Ook in de rest van de tentoonstelling boeien de ooggetuigenverslagen het meest, ditmaal van nog levende mensen, te beluisteren via een koptelefoon. In zijn jeugd in China at hij nooit Chinees, vertelt een Nederlandse oudere heer. De gezinskok, een Chinees, kookte Russisch; Chinees was not done.
De hoofdboodschap van de tentoonstelling is dat de ondernemende Nederlanders en de vernuftige, beschaafde Chinezen al lang veel voor elkaar betekenen. Niet toevallig is de tentoonstelling in Rotterdam. Tot 2004 was de Rotterdamse haven de grootste haven ter wereld. Nu is dat Shanghai, en Rotterdam en Shanghai zijn zustersteden. De tentoonstelling wordt onder andere gesponsord door het Havenbedrijf Rotterdam, en door bedrijven als Van Oord, een baggerbedrijf, en Wärtsila, een internationale scheepsbouwer. Diepzinnig is de tentoonstelling daarmee niet. Wel grappig, en licht informatief.
Yin en Jan
Maritiem Museum
Leuvehaven 1, Rotterdam. Tot 5 maart 2012. Open di-za 10-17 uur, zo 11-17 uur, in schoolvakanties ook op maandag. Info: 010-41 32 680 of www.maritiemmuseum.nl
Dit artikel is exclusief voor abonnees