Uit de onlangs verschenen biografie van Gijs Van Hall, bankier, burgemeester van Amsterdam van 1957 tot 1967, en samen met zijn in 1945 gefusilleerde broer Walraven van Hall verzetsman, komt een man naar voren met grote kwaliteiten. Tegelijkertijd vervulde hij op het verkeerde moment de verkeerde functie.
Biograaf Dirk Wolthekker gebruikte het archief van de familie Van Hall, een regentenfamilie van bankiers, hoogleraren en ministers, dat driehonderd jaar beslaat en een omvang heeft van 32 meter. Van Hall had alles in huis om burgemeester van Amsterdam te worden. Voor regenten uit die tijd legitimeerde ‘gezag zichzelf’. Dat veranderde aan het begin van de jaren zestig. Al wat fout was aan de Nederlandse bestuurs- en politieke cultuur werd ‘regentesk’ genoemd. Het huwelijk van Beatrix en Claus, dat in maart 1966 in Amsterdam voltrokken werd, zette de zaak op scherp. Er braken rellen uit en de politie greep hard in. Dat was tot daaraan toe, maar toen Van Hall live in het televisieprogramma van Mies Bouwman verscheen werd duidelijk dat hij niet meer in de nieuwe tijd paste. Zijn adviseurs hadden hem afgeraden om met Mies te praten, maar hij dacht dat het wel mee zou vallen. Niet dus. Over de ongeregeldheden zei hij: ‘Ik kan het niet, de politie kan het niet.’
Dat bleek. Op 13 juni 1966 brak het Bouwvakkersoproer uit. Hevige rellen lokten heftig politiegeweld uit en de metselaar Jan Weggelaar bleef dood op straat liggen. Volgens de demonstranten was hij door de politie doodgeslagen. Pas later bleek dat een hartverlamming de oorzaak was, maar dat kon Van Hall niet meer helpen.
Omdat de rellen aanhielden, nam de regering een ongekend besluit: ontslag nemen of ontslagen worden. De stijfkoppige Van Hall bleef zitten en werd daarom door de regering onder premierschap van Piet de Jong ontslagen. Van Hall zelf was ervan overtuigd dat hij nooit zou zijn weggestuurd als hij een andere achternaam had gehad.
Deze biografie illustreert hoe bewust de familie Van Hall zich was van haar plaats in de geschiedenis. Niet alleen werd elke snipper papier bewaard, maar ook werden mondelinge mededelingen over eenvoudige familiebijeenkomsten op schrift gesteld ‘voor het archief’. In 1940 schreef de vader van Van Hall een briefje over een lunch ter gelegenheid van zijn koperen huwelijk: ‘Ik wil deze uitnodiging schriftelijk herhalen om onder de familiepapieren te worden gerangschikt.’ De map over Van Halls burgemeesterschap in dit archief is tot 2199 niet voor publiek toegankelijk. Oók tekenend voor deze aristocratische familie is dat de biograaf toestemming kreeg er ongeclausuleerd gebruik van te maken.
Hans Renders is directeur van het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen.
Alleen omdat ik een Van Hall ben
Gijs van Hall 1904-1977
Dirk Wolthekker
416 p. Balans, € 29,95
Dit artikel is exclusief voor abonnees