Home Alexander Pechtold pleit voor transparantie overheidsarchieven

Alexander Pechtold pleit voor transparantie overheidsarchieven

  • Gepubliceerd op: 2 juni 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
  • 4 minuten leestijd

‘De Nederlandse overheid loopt verschrikkelijk achter met het openbaar maken van haar archieven,’ signaleert D66-lijsttrekker Alexander Pechtold. ‘Er moet nog 800 kilometer aan documenten worden weggewerkt. We zijn pas bij 1975.’ De officiële termijn voor overdracht van archieven van de centrale overheid aan het Nationaal Archief is twintig jaar.

Pechtold vindt dat het allemaal transparanter moet. ‘Het is op dit moment onduidelijk wat openbaar is en wat niet. Wie mag wanneer wat inzien? De selectiecriteria en de termijnen moeten duidelijker worden vastgelegd, want informatie over overheidscommunicatie is in een democratie van groot belang.’ Het gebrek aan openheid belemmert volgens Pechtold het controlerende werk van het parlement en onderzoek door journalisten en historici.

Doorn in Pechtolds oog is de gang van zaken rond archieven van het Koninklijk Huis. ‘Papieren over de Lockheed-affaire liggen tot 2050 achter slot en grendel, terwijl Bernhard na zijn dood voor meer openheid heeft gekozen.’ Journalisten en historici zouden nu al moeten kunnen nagaan wat er precies is gebeurd, vindt Pechtold. Zijn oplossing is eenvoudig: alle privézaken van de koninklijke familie moeten buiten het officiële Koninklijk Huisarchief blijven: ‘Ansichtkaarten, of privé-foto’s mogen het bureau van het Kabinet der Koningin niet eens raken. Waarom zou de belastingbetaler voor de opslag daarvan moeten betalen?’

Alles wat niet privé is, valt onder de controlerende taak van het parlement, aldus Pechtold. De bijbehorende documenten moeten openbaar zijn. ‘Het is misschien niet nodig om alles te veranderen in de laatste jaren dat Beatrix koningin is,’ zegt Pechtold. ‘Het aantreden van de volgende monarch zou een mooie aanleiding zijn om de regels goed vast te leggen.’

Ook andere overheidsarchieven moeten van D66 makkelijker toegankelijk worden. Wie in Nederland een beroep doet op de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) om documenten in te kunnen zien, moet rekening houden met een wachttijd van vier weken. ‘In de Verenigde Staten doet de FBI binnen vier uur uitspraak of een document vertrouwelijk is of niet,’ zegt Pechtold: ‘Naar zo’n situatie zou ik graag willen streven.’

Volgens D66 moet er een lijst komen van geheime stukken, zodat onderzoekers weten wat wanneer openbaar wordt. Daarnaast moet er meer personeel komen dat archieven toegankelijk maakt. ‘Per ministerie zijn er in Nederland maximaal vijf ambtenaren die zich bezighouden met WOB-verzoeken. In Engeland zijn dat er vijftig.’

Bovendien kunnen volgens Pechtold heel wat minder documenten geheim worden verklaard. Hij ziet zich gesteund door de Commissie Davids, die de Nederlandse steun aan de Irak-oorlog onderzocht. Over het stempel ‘staatsgeheim’ stelt Davids: ‘De Commissie heeft zich bij inzage van sommige staatsgeheime documenten afgevraagd welke de redelijke zin kan zijn van de nog steeds daaraan gehechte rubricering. Geschiedschrijving en waarheidsvinding worden hiermee zonder voldoende grond belemmerd.’

‘Voor mij was die constatering van de Comissie Davids de zoveelste aanleiding om iets aan dit probleem te doen,’ zegt Pechtold: ‘Nu moet de Kamer er maar op vertrouwen dat de rubricering goed gebeurt. Er zou een instantie moeten komen die dat steekproefsgewijs controleert. De Kamer zou de leden daarvan moeten benoemen.’ Geheimhouding moet niet langer de norm zijn en er moet zoveel mogelijk toegankelijk worden. ‘Nee, tenzij’ moet veranderen in ‘ja, mits’.

De overheid zou volgens Pechtold met name opener kunnen zijn over kwesties rondom veiligheid en internationale afspraken daarover. ‘Ik merk nogal eens dat denken en doen ophouden zodra het over veiligheid gaat. Openheid daarover zou internationale relaties in gevaar brengen. Maar dat hoeft helemaal niet, als je van tevoren maar duidelijk afspraken maakt over wat geheim is, en wat niet.’
In het bijzonder zouden binnen Europa de afspraken helder moeten zijn. Nu verschillen de opvattingen nog per land. Pechtold merkt het regelmatig bij de voorbereiding van Europees beleid. ‘Dan blijkt een stuk dat in Nederland vertrouwelijk is verklaard te vinden te zijn op een website van, zeg, Zweden.’

Ook binnen de organisatie van de EU is nog veel onduidelijk. ‘Dat moet uiteraard ook veranderen,’ zegt Pechtold: ‘Europarlementariër Sophie in ’t Veld is daar momenteel hard mee bezig. Zij probeert documenten boven tafel te krijgen over Swift.’ Het Swift-akkoord gaat over de overdracht van bankgegevens van Europese burgers aan de VS. In ‘t Veld probeert via de rechter inzage te krijgen in geheime documenten van de Raad van Europa over deze kwestie.

Voor de toekomst hoopt Pechtold op uniforme archiefwetgeving binnen de hele EU. ‘Maar dat is voorlopig waarschijnlijk nog een bruggetje ver,’ geeft hij toe. Binnen Nederland moet meer uniformiteit van (digitale) archieven echter wel mogelijk zijn.

Mocht er ooit veel meer openheid komen, dan zou Pechtold zelf graag verslagen van ministerraden inzien. ‘Ik ben kort minister geweest en heb gezien hoe die verslagen worden gemaakt. Het zijn geen letterlijke verslagen maar eerder tekeningen van de sfeer. Ik ben benieuwd welk tijdsbeeld uit die verslagen blijkt. Er zijn perioden geweest dat de asbakken bij wijze van spreken door de zaal vlogen. Hoe is dat opgeschreven?’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.