Voor de 750ste verjaardag van Amsterdam bracht kunstenaar Bob de Jong een aantal historische kunstwerken tot leven met kunstmatige intelligentie. De beelden zijn indrukwekkend, maar experts temperen de verwachtingen. ‘Meestal komt er weinig goeds uit generatieve AI.’
Bob de Jong beschrijft zichzelf als een filmmaker die ‘geniet van het leven in een dubbelzinnige, postmoderne en technologische singulariteit’. Hij is de oprichter van Diep Nep, een bedrijf dat zogenoemde deep fakes maakt. Dit is een techniek om beelden te verdraaien met behulp van AI, waardoor de kijker niet vermoedt dat er aan de beelden gesleuteld is. Vaak heeft zijn werk humoristische doeleinden, zoals een filmpje van koning Willem-Alexander die gitaar speelt.
Maar deep fakes kunnen ook gebruikt worden voor serieuzere projecten. De Jong liet de techniek los op schilderijen uit de zeventiende eeuw en zette het resultaat op YouTube. Het filmpje is al tienduizenden keren bekeken en de reacties zijn lyrisch. ‘Geweldig, bedankt Bob!,’ schrijft een kijker. ‘Diep onder de indruk,’ laat een andere weten. Maar experts zijn minder enthousiast.
De zon komt op in het noorden
Curator Tom van der Molen van het Amsterdam Museum heeft zo zijn twijfels over de toepassingen van AI bij historische kunst. ‘De zon komt in de filmpjes op in het noorden of zuiden, en gebouwen verdwijnen plotseling of doemen juist uit het niets op. De schilders zelf zouden het denk ik ook vreemd hebben gevonden, maar de beweging zou ze fascineren.’
Van der Molen wijst ook op inherente onjuistheden in de schilderijen zelf. ‘De werken zijn geen perfecte reflectie van de realiteit. Wat je ziet is wat de kunstenaar wil dat je ziet, niet hoe het echt was.’
Liselore Tissen, onderzoeker aan de Universiteit Leiden en Technische Universiteit Delft, experimenteerde ook met AI-toepassingen op kunst. Ze ziet verschillende risico’s. ‘AI gebruikt veel energie en stoot dus ook veel CO2 uit. Bovendien komt er meestal weinig goeds uit generatieve AI – het is vaak onbetrouwbaar en van slechte kwaliteit.’ De AI heeft behoorlijk wat context weggelaten in de schilderijen, constateert Tissen. ‘AI gebruikt wat het gevoed krijgt, in dit geval vooral geïdealiseerde afbeeldingen. Ik zie geen tekenen van bijvoorbeeld armoede of slavernij, iets wat toentertijd in Nederlandse steden wel aan de orde was.’
‘Wellicht dat musea AI in de toekomst vaker in kunnen zetten’
Ondanks die bezwaren ziet Tissen wel kansen voor het gebruik van kunstmatige intelligentie. ‘Musea moeten niet te bang zijn voor AI. Ze kunnen AI gebruiken om meesterwerken vanuit een ander perspectief te belichten of met een chatbot een gepersonaliseerd bezoek aan te bieden.’ Ze wijst op Operatie Nachtwacht, waarbij het Rijksmuseum AI gebruikte om verloren delen van De Nachtwacht te reconstrueren. Van der Molen deelt haar hoop. ‘Alleen bestaande beelden in beweging brengen is niet genoeg, maar AI zou heel bruikbaar zijn om bijvoorbeeld onderbelichte verhalen te kunnen vertellen. Wellicht dat musea het in de toekomst vaker kunnen inzetten.’
Openingsbeeld: Bob de Jong animeerde een kunstwerk van Rembrandt met AI.