Home ‘Glorietijd journalistiek duurde maar 25 jaar’

‘Glorietijd journalistiek duurde maar 25 jaar’

  • Gepubliceerd op: 02 jul 2012
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

Welvaart jaren zeventig zorgde voor exploderende oplages

De krant wordt dunner en oppervlakkiger, klagen mensen die er verstand van hebben. Steeds vaker schrijven journalisten stukjes van elkaar over in plaats van zelf op onderzoek uit te gaan. Maar was het vroeger echt allemaal beter? Volgens Hans Renders, hoogleraar geschiedenis en theorie van de biografie en tot vorig jaar docent geschiedenis van de geschreven pers aan de Rijksuniversiteit Groningen, is wat we nu goede journalistiek noemen een tamelijk recent fenomeen.

‘Onderzoeksjournalistiek – lange artikelen waarvoor diepgravende research is gepleegd – is in Nederland pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw opgekomen. Wel waren er vanaf de jaren twintig zogeheten grand reporters. Dat waren journalisten die naar exotische buitenlanden reisden en daar verslag van deden, eerst in de krant en daarna uitgebreider in boekvorm. A. den Doolaard, die de grenzen van nazi-Duitsland langstrok, is daar een voorbeeld van. Of Louis Couperus, die begin jaren twintig voor de Haagsche Post naar Indië reisde.

De echte onderzoeksjournalistiek is overgewaaid uit de Verenigde Staten. Daar bedachten krantenredacties rond 1880 dat ze geld konden verdienen door meer te bieden dan alleen nieuws. De New York World van Joseph Pulitzer liep voorop met zaken als de eerste strip – The Yellow Kid – en lezersacties met cadeaus en prijsvragen.

Ook onderzoeksjournalistieke verhalen bleken commercieel interessant. De klassieke onderzoeksjournalisten ploegden databestanden door. Zo hebben journalisten in New York rond 1900 een megafraude ontdekt doordat ze alle ponskaarten van het plaatselijke waterbedrijf onder de loep namen. Muckraking heette dat: modder harken.

In Nederland zagen uitgevers commerciële mogelijkheden na de afschaffing van het dagbladzegel – een vorm een belasting die de krant voor velen onbetaalbaar maakte – in 1869. Het aantal kranten groeide geweldig, en daarmee de noodzaak om te concurreren. De verzuilde kranten waren echter weinig geneigd tot kritische journalistiek. Tijdens de Eerste Wereldoorlog durfde alleen De Telegraaf de door de Nederlandse regering opgelegde neutraliteit te schenden door anti-Duitse artikelen te publiceren.

De hoogtijdagen van de onderzoeksjournalistiek vielen samen met de grote welvaartsstijging in de jaren zeventig. Daarnaast kwamen er meer hoogopgeleide lezers. De krantenoplages explodeerden. Er was veel geld te verdienen met journalistiek. Dat zorgde voor professionalisering. Het was niet langer mogelijk dat een hoofdredacteur tevens een politieke functie had, zoals voorheen Abraham Kuyper of Carl Romme.

Een inspiratiebron voor veel Nederlandse journalisten was de artikelenreeks van Carl Bernstein en Bob Woodward over het Watergate-schandaal rond de Amerikaanse president Nixon in 1972. In Vrij Nederland verscheen een diepgravende serie over scheepsbouwer Cornelis Verolme en de RSV-affaire. In 1989 moest staatssecretaris van Economische Zaken Albert-Jan Evenhuis aftreden nadat NRC Handelsblad na grondig onderzoek bericht had over belangenverstrengeling.

De glorietijd van de Nederlandse onderzoeksjournalistiek heeft echter maar 25 jaar geduurd. Kranten plaatsen tegenwoordig nog maar zelden grote stukken op basis van intensief eigen onderzoek. Het is een beetje modieus om te zeggen dat dit te maken heeft met culturele vervlakking. Eerder is het een kwestie van geld. Omdat steeds minder mensen papieren kranten lezen, dalen de oplagecijfers. Het rekensommetje is dan snel gemaakt.

Ik hoorde de Britse eigenaar van de Nederlandse Wegener-kranten zelfs eens beweren dat eindredacteuren van kranten overbodig zijn, want: “Internet is toch ook groot geworden zonder eindredactie?” Van zo’n uitgever hoef je niet te verwachten dat hij geld vrijmaakt voor dure onderzoeksjournalistiek.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Cambodjaanse soldaat vecht aan de grens met Thailand
Cambodjaanse soldaat vecht aan de grens met Thailand
Interview

Geweld tussen Thailand en Cambodja laait steeds op door historische wraakgevoelens

Thailand en Cambodja beschieten elkaar al wekenlang aan de grens, met tientallen doden en een miljoen ontheemden tot gevolg. De landen ruziën over tempels, maar volgens historici zit er meer achter het conflict dan een paar territoriale claims. De huidige grens tussen Thailand en Cambodja werd bepaald aan het begin van de twintigste eeuw. Thailand,...

Lees meer
De Sabijnse maagdenroof, zeventiende-eeuws schilderij van Nicolas Poussin
De Sabijnse maagdenroof, zeventiende-eeuws schilderij van Nicolas Poussin
Interview

Epstein is niet uniek: machtige mannen komen al eeuwenlang weg met seksueel wangedrag

Amerika is in rep en roer door de deels vrijgegeven, maar grotendeels zwartgelakte Epstein-files. Seksueel misbruik door machtige mannen is een terugkerend historisch fenomeen, zegt historicus Marlisa den Hartog: ‘In de Renaissance gebeurde het ook, maar de maatschappelijke verontwaardiging is nu veel groter.’  Seksueel misbruik kwam in de Renaissance voor in alle lagen van de bevolking, maar mannen...

Lees meer
The stringer the man who took the photo poster
The stringer the man who took the photo poster
Recensie

Wie maakte de iconische Vietnamfoto van het ‘napalmmeisje’?

De foto van het rennende ‘napalmmeisje’ Kim Phuc in de Vietnamoorlog is een van de meest iconische oorlogsfoto’s. Fotograaf Nick Ut won er in 1973 de Pulitzerprijs mee, maar de Netflix-documentaire The Stringer betwist dat hij de maker van de foto is. Het begon drie jaar geleden met een onwaarschijnlijk telefoontje van Carl Robinson, ex-fotoredacteur...

Lees meer
Beatrice de Graaf portret
Beatrice de Graaf portret
Column

Nu de Amerikanen Europa in de steek laten, vraagt Beatrice de Graaf zich af ‘wanneer de pleuris uitbreekt’

‘De Verenigde Staten kunnen hun veiligheidsbehoefte niet handhaven – zelfs niet met enorme kosteninspanningen – zonder de steun van de bondgenoten.’ De kracht van de trans-Atlantische coalitie hangt af van ‘de aanhoudende kracht en wil van de VS om als leider op te treden’ en de instemming ‘van de coalitiepartners om een passend deel van...

Lees meer
Loginmenu afsluiten