Tientallen nazischatten die in 2017 zijn opgedoken in Argentinië zijn volgens Duitse onderzoekers nep. Het Holocaust-museum in Buenos Aires wil toch een aantal voorwerpen tentoonstellen.
Tijdens een inval bij een antiquair vond de Argentijnse politie in 2017 volgens berichten een vergrootglas van Hitler zelf, dolken met hakenkruizen erop, een schedelmeter die werd gebruikt voor rassenonderzoek, en nog veel meer naziparafernalia. Wellicht waren ze meegenomen door nazi’s die na de oorlog naar Zuid-Amerika waren gevlucht, zo was het idee. En misschien was de schedelmeter wel van Josef Mengele, want die had bij de antiekhandelaar in de buurt gewoond. Het Holocaust-museum in Buenos Aires vond de voorwerpen interessant genoeg voor een tentoonstelling, die vanaf 1 december te zien zou zijn.
Maar nu werpen Duitse specialisten een ander licht op de zaak. Op verzoek van Argentinië bekeken zij de vondst. Conclusie: de collectie bestaat grotendeels uit vervalsingen. Zo is de schedelmeter wel in de jaren dertig gemaakt, maar pas na de oorlog voorzien van hakenkruizen en andere nazitekens.
Hoewel de nazilink dus zeer twijfelachtig is, wil het Holocaust-museum alsnog een paar stukken laten zien, zoals de schedelmeter. Want, zo zegt directeur Jonathan Krszenbaum in The Guardian: ‘Het schedelmeetapparaat stamt hoe dan ook uit de nazitijd, ook als de swastika later is toegevoegd. Daarom heeft het een educatieve waarde, want het illustreert de nazi-obsessie met ras.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees