Home De Grote Buitenlandse Museum Test

De Grote Buitenlandse Museum Test

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Frans Smits
De Grote Buitenlandse Museum Test

U gaat op vakantie in Europa en u wilt naar een historisch museum. We zetten op een rij waar u naartoe móét en waar u beter weg kunt blijven. 
Achter de kassa van het Capitolijns Museum in Rome zitten vier dames. Ze kijken ons aan met een air van: 'We zitten hier wel, maar eigenlijk zijn we de dochters van de president.' Over de suppoosten struikel je. Waarschijnlijk lost de Italiaanse overheid zo het werkloosheidprobleem op.

Vincenza (alle suppoosten dragen een badge met voornaam en initiaal) praat luid honderduit. Over de geschiedenis van het museum, over de collectie, over grote Romeinen. Ze is zelfs voor de andere suppoosten veel te druk; die klagen bij de garderobe dat Vincenza nooit haar mond kan houden. Af en toe haalt ze fel uit naar bezoekers: 'Niet aanraken!', 'Weg daar!', 'Niet tegen leunen!'
Het Capitolijns Museum, dat het verhaal vertelt van het oude Rome, bestaat uit twee gebouwen, verbonden door een onderdoorgang. Het kost ons grote moeite die gang te vinden; bovendien verdwalen we voortdurend. Een folder met een wandelroute is er niet en de bewegwijzering is onvoldoende. In het restaurant, met een schitterend uitzicht over de stad, nemen we een broodje Pantheon – er is ook een broodje Aurelius met ham en Edammer kaas! -, dat smakeloos en droog is. We krijgen er enorme dorst van, maar mineraalwater is onbetaalbaar. Puffend lopen we verder door het museum, waar bijna alle ramen openstaan. De scooterwalmen die opstijgen van de lagergelegen Via del Teatro Marcello doen ons bijna stikken.

Afgelopen drie jaar testte het Historisch Nieuwsblad dertig grote historische musea in Nederland. Dit jaar gaan we naar acht grote buitenlandse historische musea. In acht Europese landen bezoeken we een belangrijk historisch museum in de hoofdstad. Alleen in België niet; daar gaan we naar Ieper, waar het zeer populaire In Flanders Fields over de Eerste Wereldoorlog gevestigd is (zie kader). Net als bij de tests in Nederland vragen we ons af: doen de musea hun best voor u? Bent u er als klant koning? Is de presentatie verzorgd? Worden er mooie verhalen verteld? Steekt u er iets op? En: wordt u er vermaakt? 

Metaaldetector
Allereerst kijken we naar de klantvriendelijkheid, op basis van negen criteria: wachttijd bij de kassa, informatie (folders, catalogi), voorzieningen (toegang met rolstoel, garderobe, toiletten), personeel (vriendelijk én geïnformeerd), kwaliteit van het restaurant, de museumwinkel en de tijdelijke exposities, en brandveiligheid. Vier musea scoren onvoldoende of dik onvoldoende: het Heeresgeschichtliches Museum in Wenen, Museum Carnavalet in Parijs, het Capitolijns Museum in Rome en Museum Naval in Madrid. Twee musea zijn goed: Haus der Geschichte in Bonn en het Folkemuseum in Oslo.

Nergens hoeven we lang te wachten bij de kassa. Alleen in Madrid, omdat daar een vreemde procedure wordt gevolgd bij binnenkomst. We moeten onze identiteitskaart afgeven, een poort met een metaaldetector door en dan wachten tot de portier onze persoonlijke gegevens heeft genoteerd. Daarna krijgen we een kaart met het woord 'Bezoeker', die we zichtbaar op onze kleding moeten dragen. Niet erg uitnodigend. Het zal er wel mee te maken hebben dat het Museum Naval zich bevindt in het hoofdkwartier van de Spaanse marine. Overigens zal het de bezoeker uit Nederland deugd doen dat dit museum gratis is, evenals het Haus der Geschichte in Bonn, het Imperial War Museum in Londen en het Museum Carnavalet in Parijs.

Overal zijn er folders, catalogi of audiotours beschikbaar in het Engels, behalve in Madrid. Hier is ook geen garderobe, kun je nergens even uitblazen op een bankje en zijn toiletten stuk. De toiletten in het Folkemuseum Oslo zijn ruim en fris, en zowel op het heren- als op het damestoilet is plaats om een baby te verschonen. Het Imperial War Museum in Londen drijft rolstoelers tot wanhoop. Er is een aparte ingang. Die kan pas open na aanmelding bij de hoofdingang. En die is alleen bereikbaar via een enorme trap!

De brandveiligheid is overal in orde, op Wenen na. Daar zijn wel heel erg weinig bordjes die naar een nooduitgang verwijzen en zijn ook niet in alle zalen brandblussers aanwezig. Maar bij maar liefst zes musea deugt de bewegwijzering niet. Het Imperial War Museum is een doolhof; de zaal over de Falklands hebben we niet kunnen vinden. Ook in het Museum Carnavalet in Parijs verdwaal je; bij veel zalen ontbreekt een nummering. In Madrid ontbreekt de bewegwijzering helemaal.  

Met het personeel is het nog slechter gesteld. Alleen in Oslo is het vriendelijk én geïnformeerd. In Londen worden we door een suppoost begeleid naar een plek waar we water kunnen drinken, maar inhoudelijke kennis ontbreekt. Op de meeste vragen volgt: 'Ik zou het eerlijk gezegd niet weten.' In Parijs is de zaal over de Middeleeuwen gesloten. 'Wanneer gaat hij weer open?' 'Geen idee.' In Bonn zijn de suppoosten buitengewoon knorrig. Nu worden die wel geterroriseerd door de vele luidruchtige Duitse leerlingen die er in schoolverband rondlopen, maar dat is geen excuus om zich af te reageren op de ander bezoekers.

Het verhaal over de museumrestaurants is even droevig: maar één is goed: dat van het Imperial War Museum in Londen. De muffin die we er nuttigen is lekker en vers. De bedienden behandelen ons alsof we in een driesterrenrestaurant zijn aangeschoven. In Oslo kost een kopje koffie euro 2,30. Het smaakt aangebrand. Het personeel is sloom, zodat er lange rijen staan bij de zelfbediening en de kassa. In Madrid en Parijs heeft het museum geen restaurant en dat in Ieper is dicht als we er zijn. De museumwinkels zijn beter. Vier zijn er goed, vier matig. Die in Rome is veel te duur en die in Wenen te klein.

De tijdelijke tentoonstellingen zijn overal goed tot erg goed. Het zijn waardevolle aanvullingen op de vaste opstelling. Parijs stelt teleur. Hommage aux donateurs heet de saaie opstelling van aanwinsten uit de periode 1994-2004.

Stinkende modder
Een goed museum is een mooi en aangenaam museum. Daarom gaat het tweede onderdeel van de test over de presentatie. Hoe is de vormgeving van de opstelling? Is de belichting in orde? Is er een goede route binnen de opstelling? Deugt het onderhoud, doen alle attracties het? En ten slotte: is de informatie goed en duidelijk?

Drie musea scoren onvoldoende of dik onvoldoende: Museum Carnavalet in Parijs, het Capitolijns Museum in Rome en Museum Naval in Madrid. Drie musea scoren goed of zeer goed: Haus der Geschichte in Bonn, het Imperial War Museum in Londen en het Folkemuseum in Oslo. 

Terwijl de gemeente Amsterdam haar best doet om haar historisch stadsmuseum (het Amsterdams Historisch Museum) te laten floreren, laat de gemeente Parijs haar stadsmuseum verkommeren. Met Museum Carnavalet, dat de geschiedenis vertelt van Parijs vanaf de prehistorie, is het droevig gesteld. De presentatie is ernstig verwaarloosd. De opstelling is chronologisch, met per tijdvak bij elkaar geplaatst: schilderijen, meubels, klokken, uithangborden, schaalmodellen van vervoersmiddelen en maquettes. Over de twintigste eeuw heeft het museum vrijwel niets. Hoe we door de opstelling moeten lopen is onduidelijk. De informatie bij de objecten is veel te moeilijk of ontbreekt. Vocht heeft diverse schilderijen aangetast – in één zaal constateren we zelfs een lekkage – en overal zijn lichtspotjes kapot en spiegels vies. Misschien moet Carnavalet toch maar entreegeld gaan heffen om de dringend nodige renovatie te bekostigen.

Het museum In Flanders Fields in Ieper is spiksplinternieuw, geopend in 1998. Het geeft feiten, data en getallen van de Eerste Wereldoorlog, maar vooral persoonlijke getuigenissen van honderden gewone mensen die de oorlog hebben meegemaakt. Op die manier wil het museum ook het verhaal vertellen van álle oorlogen: een oorlog wordt niet gevoerd tussen staten, maar tussen gewone mannen, die altijd vader, zoon en/of echtgenoot van iemand zijn. De opstelling is chronologisch (van de aanloop van de oorlog tot en met de nasleep) en thematisch (leven in oorlogstijd, chemische oorlogvoering).

Deze thematische onderdelen zijn erg confronterend. In een ruimte (een donkere kubus) kan de bezoeker de misère van het met prikkeldraad, lijken en stinkende modder bezaaide 'niemandsland' tussen de vijandelijke loopgraven zelf beleven. Als je daar als gewonde soldaat terechtkwam, werd je zonder meer aan je lot overgelaten. De beeld- en geluidsfragmenten die getoond worden, grijpen ons naar de keel. We moeten naar adem happen als we de kubus verlaten. Toch is de moderne en zeer creatieve presentatie van Ieper niet helemaal geslaagd. Bewust heeft het museum gekozen voor sober licht, maar daardoor kunnen we de tekstborden slecht te lezen. Er zijn veel geluidsfragmenten die op hetzelfde moment worden afgespeeld: het doet pijn aan onze oren. Ook storend is dat de route binnen de opstelling niet makkelijk te volgen is. We moeten er zigzaggend doorheen.

Het Imperial War Museum in Londen gaat over de oorlogen waarbij Engeland betrokken was in de twintigste eeuw. Het heeft een bijna perfecte presentatie. We lopen door een zeer gevarieerde chronologische opstelling met vitrines, computers, films, geluidsfragmenten, nagebootste situaties, modellen van slagvelden en foto's. Alle apparaten – en het zijn er heel veel – doen het. De informatie is zeer toegankelijk, met een goede mix tussen het algemene en het persoonlijke (ooggetuigenverslagen). De bezoeker kan snel door het museum heen lopen, 'zappen', of juist op onderdelen gedetailleerde informatie vergaren. Wel jammer: het is ons volstrekt onduidelijk waarom de opstelling over de eerste helft van de twintigste eeuw in schemerduister gehuld is en die over de tweede helft in fel licht. 

Franco
Zomaar wat historische objecten in een zaal geplaatst, daar hebben we niks aan. Een historisch museum móét een verhaal vertellen. Een verhaal dat klopt en dat leerzaam, vermakelijk, prachtig en toegankelijk is – ook voor kinderen, allochtonen en toeristen. Het derde en belangrijkste onderdeel van de test gaat over Het Verhaal van de musea.

Drie musea doen het goed tot zeer goed: Haus der Geschichte in Bonn, het Imperial War Museum in Londen en In Flanders Fields te Ieper. Vier onvoldoende of dik onvoldoende: het Heeresgeschichtliches Museum in Wenen, Museum Carnavalet in Parijs, het Capitolijns Museum in Rome en Museum Naval in Madrid.

Het lijkt erop dat het nog steeds niet tot het Museum Naval is doorgedrongen dat Spanje inmiddels tot de westerse democratieën behoort. Het museum behandelt de geschiedenis van de zeker in de zestiende eeuw glorieuze zeemacht. In de zaal over de ontdekkingsreizen staat een enorme televisie waarop een propagandafilm van de marine te zien is. De bombastische muziek en het explosiegeweld van wegschietende raketten en luchtafweer zijn in het hele museum te horen. Stel je voor dat de Amsterdamse politie in de zaal van de Nachtwacht in het Rijksmuseum luidruchtig reclame zou maken!

Het verhaal van Museum Naval deugt niet. Veel Spanjaarden zijn inderdaad trots op het imperiale verleden, maar er wordt veel genuanceerder over gedacht dan in dit museum. De wandaden van de conquistadores, waar Museum Naval geen aandacht aan besteedt, zijn bij de meeste Spanjaarden bekend. Bovendien moffelt het museum de nare geschiedenis van de Burgeroorlog en de periode-Franco weg. Het is een niet meer bij deze tijd passend, overdreven nationalistisch museum.

Het Heeresgeschichtliches Museum Wenen gaat over de Oostenrijkse geschiedenis vanaf de zestiende eeuw tot 1945. Centraal staat de militaire geschiedenis. Het museum claimt de grootste verzameling geweren ter wereld te hebben. De opstelling lijkt op die van de voormalige afdeling Geschiedenis van het Rijksmuseum. Traditioneel: veel vitrines en schilderijen aan de muur. Het verhaal is zelfs voor kenners van de Oostenrijkse geschiedenis moeilijk te volgen; het is zeker niet toegankelijk voor kinderen, allochtonen en toeristen. Vermaakt worden we al helemaal niet. 

In de dorpsbakkerij van 1750 is het minstens veertig graden. Twee forse, in het wit geklede dames zijn druk in de weer met een deegroller en een pook. Ze bakken lefser, traditioneel zoet brood dat met boter en suiker wordt gegeten. Om het te proeven betalen we euro 2,50. Het is erg lekker. We zijn in het Folkemuseum in Oslo, qua oppervlakte een van de grootste openluchtmusea van Europa. Het buitenmuseum bestaat uit 155 antieke gebouwen, variërend van vikingkerken tot de boerderij die tot begin dit jaar aan de koninklijke familie behoorde. Het binnenmuseum heeft afdelingen over klederdrachten en volkskunst, antiek speelgoed en de oerbevolking van Noorwegen: de Lappen. Curieus is dat de informatie bij deze laatste afdeling ook in het Nederlands is (elders alleen Noors en Engels). Denken de Noren dat wij bijzondere belangstelling hebben voor deze nog steeds gediscrimineerde minderheid?

Het museum laat het leven zien van de bewoners in de Noorse bergen, dalen en kuststeden vanaf 1500 – stad en platteland dus – en is daarmee een kruising tussen het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem en het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Het verhaal van het museum gaat over tradities en gewoonten. Helemaal kloppen doet het niet. Een achteloze bezoeker komt er niet achter dat Noorwegen pas 99 jaar een onafhankelijke staat is en lange tijd door Denemarken en Zweden werd geregeerd.

Voor de Noren is de geschiedenis van de Lappen pijnlijk. Deze oerbevolking is eeuwenlang onderdrukt en kreeg pas in de jaren zestig dezelfde rechten als de Noren (bijvoorbeeld het mogen spreken van een eigen taal). Die onderdrukking komt wel aan bod, maar zeer summier. Bovendien wordt niet gemeld dat er nog steeds Lappen zijn die vinden dat ze achtergesteld worden. Daar staat tegenover dat het Folkemuseum binnenkort in het buitenmuseum een opstelling opent over de eerste Pakistaanse gastarbeiders die veertig jaar geleden naar Noorwegen kwamen.

Het Haus der Geschichte in Bonn vertelt het verhaal van Duitsland na 1945. De nadruk ligt op de politiek (politieke partijen, verkiezingen, protestbewegingen) en het alledaagse leven (wonen, vervoer, muziek, reclame). Alles is uit de kast gehaald om ons te verrassen: nagebouwde scènes met levensgrote objecten, echte auto's en brommers, opnames van politieke debatten en films met Hildegard Knef. Het enige nadeel is dat het verhaal een beetje braaf is. Maar dat weerspiegelt de tragiek van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. Regelmatig wordt de opstelling veranderd (nieuwe kennis, nieuwe visies) en uitgebreid (nieuwe periodes). Het Haus der Geschichte Bonn is een subliem museum. Het ontroert ons, vermaakt ons en leert ons. 

Net als bij de Nederlandse historische musea merken we heel wat misstanden op bij de buitenlandse historische musea. Je verdwaalt er; het personeel is knorrig, traag en slecht geïnformeerd. Je krijgt vieze dingen voorgeschoteld in het restaurant en je wordt opgescheept met lelijke, eenzijdige en onbegrijpelijke presentaties. Maar niet overal. Uit onze test komt een aantal buitenlandse musea naar voren die zeer de moeite waard zijn: het Folkemuseum in Oslo, In Flanders Fields te Ieper, het Imperial War Museum in Londen, en Haus der Geschichte in Bonn, winnaar van deze eerste Grote Buitenlandse Museum Test.

Het testteam bestond uit: Olivier van Beemen, Windy Kester, Ewout Kieckens, Bart de Prins, Judith Stalpers, Gijs Versteegen, Bas de Vries en Brigitte Vrtala. 


Klantvriendelijkheid 
                                                                   1 2  3 4  5 6  7 8 9 10

Haus der Geschichte Bonn                         G  G  G  G  S  M  G   G  G 8
Imperial War Museum Londen                  G  G  M  S  M  G  G  G  G  7
In Flanders Fields Ieper                             G  G  M  M  M  S  G G G  6
Folkemuseum Oslo                                    G  G  G  M  G  S  G G G  8
Heeresgeschichtliches Museum Wenen     G  G  M  G  M  M  M G  S 5
Capitolijns Museum Rome                        G   S   M  S  M   S  M G G 4
Museum Carnavalet Parijs                         G  G   G   S   S   S   M  M G  4
Museum Naval Madrid                            S   M   S   S   M   S   M G G  3 
                               
 

1     Wachttijd
2     Folders en informatie
3     Rolstoel/wc/garderobe/zitgelegenheid
4     Bewegwijzering
5     Personeel
6     Restaurant
7     Museumwinkel
8     Tijdelijke tentoonstellingen
9     Brandveiligheid
10     Cijfer 


G    Goed (groen vierkantje)
M     Matig (geel bolletje)
S     Slecht (rood kruis)

Presentatie 
                                                                  1     2     3     4     5     6        
 
Haus der Geschichte Bonn                        G     G     G     M     G     9
Imperial War Museum Londen                  G     M     G     G     G     9
In Flanders Fields Ieper                            M     M     M     G     M     6
Folkemuseum Oslo                                     G     G     M     G     G     8
Heeresgeschichtliches Museum Wenen     M     G     G     G     M     7
Capitolijns Museum Rome                        M     S     S     G     M     5
Museum Carnavalet Parijs                         G     S     S     S     S     2
Museum Naval Madrid                              S     G     S     G     S     4 

 
1     Vormgeving
2     Belichting
3     Route binnen opstelling
4     Onderhoud
5     Informatie
6     Cijfer


G    Goed (groen vierkantje)
M     Matig (geel bolletje)
S     Slecht (rood kruis) 


Verhaal 

                                                                    1     2     3     4     5     6        

Haus der Geschichte Bonn                         G     G     G     G     G     9
Imperial War Museum Londen                  G     G     G     G     M     8
In Flanders Fields Ieper                             G     G     G     G     M     8
Folkemuseum Oslo                                    M     G     M     G     G     7
Heeresgeschichtliches Museum Wenen     M     M     M     G     S     5
Capitolijns Museum Rome                        M     S     S     G     S     2
Museum Carnavalet Parijs                         M     M     S     M     S     3
Museum Naval Madrid                               S     S     M     G     S     2 
 

1     Niveau historisch verhaal
2     Kennisoverdracht
3     Vermaak
4     Esthetiek
5     Toegankelijkheid
6     Cijfer 
 

G    Goed (groen vierkantje)
M     Matig (geel bolletje)
S     Slecht (rood kruis) 

  
Haus der Geschichte Bonn 9
Bezoekers in 2003: 530.000
Prijs volwassene: gratis
Initiatief van Helmut Kohl. Geopend in 1994. Winnaar van de eerste Grote Buitenlandse Museum Test. Gaat over de Duitse geschiedenis na 1945. Veel aandacht voor politiek en het alledaagse leven. Bezoek dit museum! Overdonderd komt u buiten en u roept: 'Zo hoort een museum te zijn.' Jammer dat het personeel zo knorrig is – maar ja, het zijn Duitsers.

Pas op: voor Duitse schoolklassen die als losgebroken vee schreeuwend en lachend door het museum hollen.

Imperial War Museum Londen 8
Bezoekers in 2003: 672.402
Prijs volwassene: gratis     
Opgericht in 1917 tijdens de Eerste Wereldoorlog. Veelzijdige en spannende presentatie over alle oorlogen waar de Britten in de twintigste eeuw bij betrokken waren. Het personeel is duidelijk getraind om u gastvrij te bejegenen, maar weet inhoudelijk bijna niks. Bezoek vooral het restaurant: daar wordt u als ware u Tony Blair himself behandeld.

Pas op: rolstoeler: u moet iemand meenemen, anders komt u niet binnen. 

In Flanders Fields Ieper 7,5
Bezoekers in 2003: 222.000
Prijs volwassene: euro 7,50
Opende in 1998 de deuren. Laat u zien wat de Eerste Wereldoorlog betekende voor de gewone soldaat. Zeer confronterende opstelling, die u niet onberoerd laat. Wie na het verlaten van dit museum nog denkt dat oorlog een mogelijke oplossing is voor een politiek probleem, is geen mens. Soms te veel effectbejag, waardoor het sympathieke verhaal in de knel komt.

Pas op: af en toe hoort u een enorme knal: geen paniek – het hoort bij het museum. 

Folkemuseum Oslo 7,5
Bezoekers in 2003: 241.068
Prijs volwassene: euro 6,80
Stamt uit 1894. Fantastisch gelegen openluchtmuseum, leert u over het dagelijkse leven van de Noren sinds 1500. Maakt gebruik van acteurs in klederdracht die het historisch verhaal vertellen. Ook exposities in het binnenmuseum, waaronder een opstelling over de Lappen. Hier is de informatie ook in het Nederlands! Slogan van het museum: Tour Norway in one day. Dat klopt niet helemaal, want aan sommige netelige kwesties gaat het museum voorbij.

Pas op: neem zelf lunchpakket mee, want het eten in het restaurant is vies en duur, de bediening traag.

Heeresgeschichtliches Museum Wenen 5,5
Bezoekers in 2003: 59.222
Prijs volwassene: euro 5,10
Bestaat sinds 1856. Noemt zich zelf 'een van de belangrijkste historische musea ter wereld'. Daar valt wat betreft verhaal – over de militaire geschiedenis van Oostenrijk – en presentatie heel wat op af te dingen. De presentatie is saai, het verhaal alleen begrijpelijk voor doctorandussen in de Oostenrijkse geschiedenis. Houdt u van wapentuig, dan beleeft u hier veel genot.

Pas op: het is de vraag of u bij brand een nooduitgang kunt vinden. 

Capitolijns Museum Rome 3+
Bezoekers in 2003: 49.761
Prijs volwassene: euro 7,80
Uit 1471, en daarmee het oudste openbare museum ter wereld. Gesticht en onderhouden door de pausen, die wilden laten zien dat zij de beschermheren waren van de luister uit de oudheid. Schitterend gelegen, en betoverende objecten, maar aan de presentatie is niets gedaan en het museum doet geen moeite u iets bij te brengen. U boft als suppoost Vincenza er is: een sensatie.

Pas op: uw kaartje is maar vier uur geldig. 

Museum Carnavalet Parijs 3
Bezoekers in 2003: 610.000
Prijs volwassene: gratis
Begon in 1880 en is nu een bouwval. Zalen zijn gesloten, schilderijen verrotten en u kunt lekkages tegenkomen. Schoongemaakt wordt er niet en dingen die kapot zijn worden niet gemaakt. De stad Parijs wil niet dat u op een aangename manier kennismaakt met zijn illustere geschiedenis.

Pas op: zorg zelf voor stokbrood, want een restaurant is er niet. 

Museum Naval Madrid 3-
Bezoekers in 2003: circa 50.000
Prijs volwassene: gratis
Opende in 1843. Museum verkeert mentaal nog in de tijd van Franco. Bedrijft op schaamteloze manier propaganda voor het Grote Spaanse Verleden. Ga alleen als u wilt ervaren hoe de Spanjaarden in de zeventiende eeuw ervan langs kregen van de Hollanders.

Pas op: leer eerst Spaans, want informatie voor anderstaligen is er niet.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.