Over de eerste helft van de achttiende eeuw is in tegenstelling tot de Gouden Eeuw weinig geschreven. Onterecht, meent historicus Wim Dral. Daarom wijdde hij zijn biografie Tussen macht en onmacht aan Anthonie van der Heim: raadpensionaris van Holland van 1737 tot 1747. Van der Heims loopbaan speelde zich af in een voor de Republiek uiterst moeilijke periode. Na de Spaanse Successieoorlog was de Republiek in serieuze financiële problemen gekomen. Ondanks de moeilijke situatie probeerde de raadpensionaris zijn politieke doelstellingen te verwezenlijken.
Wat motiveerde u om een boek over Van der Heim te schrijven?
‘Anthonie van der Heim was wellicht niet een voor de hand liggende keuze. De grote raadpensionaris uit die periode is immers Simon van Slingelandt. Maar de problematiek waar Van der Heim mee te maken kreeg vind ik erg interessant. Op buitenlands gebied lagen er lastige vraagstukken, zoals slepende grenskwesties. Daarnaast dreigde de Oostenrijkse Successieoorlog, met alle problemen die de oorlog met zich meebracht – zowel politiek als financieel.’
‘In het binnenland was er de opkomst van de Friese stadhouders, die de verloren gegane invloed van de Oranjes trachtten terug te winnen. In zijn instructie stond dat Van der Heim niets mocht veranderen aan het staatsbestel. In de praktijk kwam het erop neer dat hij zo min mogelijk medewerking verleende om de Prins van Oranje te benoemen in een functie die een opstap zou kunnen zijn naar het stadhouderschap. Daarmee kwam hij in botsing met de ambities van de Friese Nassaus.’
‘Als laatste zijn financiële politiek. Om de oplopende tekorten te bestrijden voerde hij in 1742 een nieuwe inkomstenbelasting in en dat was zeer ongebruikelijk voor die tijd.’
De titel van uw boek is Tussen macht en onmacht. Stond Van der Heim vaak machteloos?
‘De titel is eigenlijk geïnspireerd op de positie van de raadpensionaris. De raadpensionaris van Holland kon, wanneer er geen stadhouder was, uitgroeien tot de machtigste politicus in de Republiek. Kijk maar naar De Witt, Van Oldenbarnevelt en Heinsius. Toch was hij vaak niet bij machte om bepaalde beleidsideeën uit te voeren omdat de financiële middelen beperkt waren en er weerstand was vanuit zowel binnen- als buitenland.’
‘Dat Van der Heim een inkomstenbelasting invoerde was zeer ongebruikelijk voor die tijd’
‘Binnenslands kreeg Van der Heim vooral te maken met groeiende invloed van de Prins van Oranje. Of hij zelf echt anti-Oranje was is mij niet duidelijk geworden, maar hij heeft zich in ieder geval ingespannen om de macht van Oranje zoveel mogelijk te beperken.’
‘In het buitenland was de politieke situatie complex. De koning van Engeland, die ook keurvorst van Hannover was, voerde als koning een andere politiek dan als keurvorst. Voor de bestuurders van de Republiek was zijn positie onduidelijk. Door de Pruisische annexatiedrift aan de oostgrens van de Republiek kwam deze mogendheid in botsing met de Republiek, die deze gebieden traditioneel als haar invloedssfeer zag. Dat waren niet makkelijk op te lossen problemen.’
Is de loopbaan van Van der Heim een succesverhaal?
‘Hij heeft een mooie carrière doorlopen, dus op dat vlak heeft hij het goed gedaan. Financieel gezien was de Republiek er echter slecht aan toe. Een nieuwe inkomstenbelasting had hierin verandering moeten brengen, maar de Oostenrijkse Successieoorlog gooide roet in het eten en de tekorten liepen alleen maar op. De bemiddelende rol die hij wilde spelen in een grenskwestie mislukte ook. Daarentegen gaf hij leiding aan de Republiek in één van de moeilijkste tijden die het gekend heeft en zijn aanzien nam gedurende zijn ambtsperiode toe.’
‘Wat ik heel mooi vind is hoe zijn tijdgenoten over hem geoordeeld hebben. Hij wordt gewaardeerd voor zijn tomeloze inzet, de consistentie in zijn beleid, zijn financiële deskundigheid en zijn integriteit. Je kan in retrospectief kijken wat zijn politiek heeft uitgericht. Dan zou het antwoord vrij weinig zijn. Echter, toen hij overleed was het oordeel dat hij niet gemist kon worden, want Van der Heim was de spil waar alles om draaide. Wat moesten ze uitrichten zonder hem?’
‘Van der Heim overleed, door tijdgenoten gewaardeerd, in het harnas’
‘Het is fascinerend om te zien dat hij in de loop van zijn ambtsperiode als raadpensionaris steeds meer waardering kreeg. Hij begon zijn loopbaan als ambtenaar en eindigde als politicus, maar door gezondheidsproblemen viel het ambt hem zwaar. Toen hij in 1744 wilde aftreden deed het gewest Holland een klemmend beroep op hem om aan te blijven en dat deed hij dan ook. Dit was voor Van der Heim een kantelmoment. Drie jaar later zou hij komen te overlijden aan zijn hartkwalen: in het harnas, op weg naar zijn kuuroord Spa.’
Kunnen hedendaagse politici iets leren van de loopbaan van Van der Heim?
‘Dat is lastig. Ik trek parallellen als je kijkt naar de besluitvorming. Aan het begin van de achttiende eeuw zie je bijvoorbeeld de stroperigheid die we ook bij de Europese Unie zien.’
‘Van der Heim werd gezien als een verademing na de norse Slingelandt. Ik denk dat hij een sympathieke, aimabele man is geweest die bovendien erg loyaal was. Voor de diplomaat Van Burmania was Van der Heim een verademing na de norse Van Slingelandt.’
‘Van der Heim was iemand van de overlegcultuur, de persuasie, zoals ze dat in de Vroegmoderne tijd noemde. Hij had een duidelijke visie. Met betrekking tot de buitenlandse politiek, het financiële beleid en de Oranjes had hij een koers die hij zo lang mogelijk heeft volgehouden. Wat dat betreft was hij consistent en misschien is dat wel een les voor nu.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees